4.5.Uit artikel 6:127 lid 2 BW volgt dat de bevoegdheid tot verrekening bestaat, wanneer de schuldenaar een prestatie te vorderen heeft die beantwoordt aan zijn schuld jegens dezelfde wederpartij en hij bevoegd is zowel tot betaling van de schuld als tot het afdwingen van de betaling van de vordering. Indien de tegenvordering niet op eenvoudige wijze is vast te stellen, kan het beroep op verrekening worden verworpen (artikel 6:136 BW).
4.5.1.Volgens [verhuurder] is het daadwerkelijk verbruik van gas en elektra hoger geweest dan het door Ego Housing betaalde voorschot en hij wil het door Ego Housing te weinig betaalde bedrag voor gas en elektra verrekenen met de borg. Het gaat om € 673,44 voor gas en om € 1.143,36 voor elektriciteit. Ter onderbouwing heeft [verhuurder] twee overzichten van de energieleverancier overgelegd met betrekking tot respectievelijk gas en elektriciteit over de periode van 30 augustus 2021 tot en met 29 augustus 2022. In deze overzichten staat niet het daadwerkelijk verbruik van het gehuurde. Het is onduidelijk waar het bedrag van respectievelijk € 168,36 en € 285,85 betrekking op heeft. Dit lijkt eerder te gaan over netbeheerkosten dan over nog te betalen kosten over de in het overzicht genoemde periode. De overzichten gaan bovendien niet over de gehele periode van vier jaar, waarvan [verhuurder] vergoeding wenst. De kantonrechter kan daarom niet vaststellen wat het daadwerkelijk verbruik is geweest en of het daarvoor te betalen bedrag hoger is dan het door Ego Housing betaalde voorschot. Omdat deze gestelde hogere kosten niet zijn komen vast te staan, kunnen deze ook niet worden verrekend. Voor zover [verhuurder] bedoelt dat Ego Housing de netbeheerkosten niet heeft betaald en het bedrag aan netbeheerkosten moet worden verrekend, slaagt ook dat beroep niet. Het is op grond van de overzichten van Delta namelijk niet duidelijk dat deze kosten geen onderdeel zijn van de bij [verhuurder] in rekening gebrachte en vervolgens bij Ego Housing in rekening gebrachte voorschotten.
4.5.2.Ook de gestelde hogere internetkosten kan [verhuurder] niet verrekenen. [verhuurder] heeft verschillende rekeningafschriften overgelegd op grond waarvan hij stelt dat hij telkens € 80,00 voor internet heeft betaald in plaats van de in rekening gebrachte € 50,00. De kantonrechter kan dit op grond van deze afschriften echter niet vaststellen. Zo zijn enkel de bankafschriften tot en met 2019 overgelegd en is het ook niet na te gaan of deze betalingen betrekking hebben op internet in het gehuurde.
4.5.3.Nadat de huurovereenkomst is beëindigd, hebben partijen op 1 juni 2023 een ‘Inspectierapport einde huur’ opgesteld (hierna: het opleverrapport), wat door beide partijen is ondertekend. Hierin staat vermeld welke gebreken Ego Housing nog moet verhelpen om het gehuurde juist op te leveren.
4.5.4.Volgens Ego Housing heeft zij de gebreken grotendeels verholpen, met uitzondering van enkele kleine herstelwerkzaamheden. [verhuurder] stelt dat het gehuurde niet juist is opgeleverd, waardoor hij schade heeft geleden. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft hij verschillende foto’s overgelegd. De kantonrechter neemt het opleverrapport als uitgangspunt, omdat hierin de punten zijn opgenomen waarover partijen het eens zijn dat Ego Housing die zou herstellen. Hieronder zal de kantonrechter de verschillende punten nalopen en beoordelen of en zo ja, hoeveel schade Ego Housing moet vergoeden.
4.5.5.Partijen zijn het erover eens dat Ego Housing heeft nagelaten twee tegels te herstellen, terwijl zij daartoe gehouden was. Voor deze tegels is zij dan ook schadeplichtig jegens [verhuurder] . Tijdens de zitting verklaarde [verhuurder] dat het herstel per tegel € 150,00 kost, wat dus neerkomt op een totaalbedrag van € 300,00 voor beide tegels. Ego Housing heeft hiermee ingestemd, en de kantonrechter acht dit een redelijke prijs. Derhalve is Ego Housing gehouden om € 300,00 aan [verhuurder] te betalen voor het herstel van de twee tegels.
4.5.6.Ego Housing heeft erkend dat er schade was aan het aanrechtblad, wat ook is vermeld in het opleverrapport en zichtbaar is op de foto’s van 27 juli 2023. In tegenstelling tot wat Ego Housing stelt, valt dit niet onder normale slijtage van het gehuurde. Ego Housing is hiervoor schadeplichtig jegens [verhuurder] . Uit de factuur van 7 september 2023 blijkt dat [verhuurder] een bedrag van € 1.240,00 in rekening heeft gebracht voor “leveren en plaatsen werkblad keuken 2x en deur kasten in de bijlagen foto en in de eindrapport”. Hieruit kan echter niet worden afgeleid welk bedrag specifiek betrekking heeft op het aanrechtblad. Een post op de factuur van 15 juli 2023 vermeldt eveneens een bedrag van € 480,00 voor “vervangen aanrechtblad keuken levering en montage”. De kantonrechter acht dit een redelijke prijs voor het herstel. Dat er twee aanrechtbladen moeten worden vervangen en dat de kosten meer belopen dan deze € 480,00 heeft [verhuurder] niet onderbouwd. Ego Housing moet daarom € 480,00 aan [verhuurder] betalen voor de vervanging van het aanrechtblad.
4.5.7.Uit het opleverrapport blijkt tevens dat Ego Housing schade aan de deuren heeft moeten herstellen, wat niet onder normale slijtage van het gehuurde valt. Deze schade is zichtbaar op de overgelegde foto’s van 27 juli 2023. Ego Housing dient hiervoor een schadevergoeding aan [verhuurder] te betalen. Voor de bepaling van een redelijke vergoeding sluit de kantonrechter aan bij de factuur van 7 september 2023, waarop een bedrag van € 270,00 is opgenomen voor het herstel van de deuren.