ECLI:NL:RBZWB:2025:1417
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 maart 2025, wordt het beroep van eiser tegen de Staatssecretaris van Financiën behandeld. Eiser heeft beroep ingesteld omdat de Staatssecretaris niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar tegen een besluit van 10 oktober 2024, waarin het verzoek om informatie openbaar te maken niet in behandeling is genomen. De rechtbank heeft besloten het beroep versneld te behandelen, omdat het kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit is mogelijk onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wat betekent dat de rechtbank zonder zitting uitspraak doet.
De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 194,- niet is betaald. Volgens artikel 8:41 van de Awb moet iemand die beroep instelt, griffierecht betalen. De griffier heeft eiser per aangetekende brief op 13 februari 2025 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen. Eiser heeft echter het griffierecht niet op tijd betaald en heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Hierdoor is er geen verontschuldiging voor het niet tijdig betalen van het griffierecht.
De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft en er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.