ECLI:NL:RBZWB:2025:1429

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
12 maart 2025
Zaaknummer
02-342436-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het in een woning voorhanden hebben van wapens en munitie met strafvermindering

Op 12 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van tien wapens en 304 patronen aan munitie in zijn woning. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 26 februari 2025, waarbij de officier van justitie, mr. J.J. Peerboom, en de verdediging hun standpunten presenteerden. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte werd vrijgesproken van het tweede feit, maar feit 1 werd wettig en overtuigend bewezen verklaard, mede op basis van een bekennende verklaring van de verdachte.

De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 223 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank hield rekening met strafverminderende omstandigheden, zoals de gezondheidstoestand van de verdachte en het feit dat hij niet eerder was veroordeeld. De rechtbank oordeelde dat het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie een gevaar voor de veiligheid van anderen met zich meebracht, maar dat de verdachte niet als professioneel wapenhandelaar was opgetreden. De rechtbank besloot tot een deels voorwaardelijke straf om de verdachte te laten inzien dat zijn handelen strafwaardig was, zonder hem onnodig te straffen met een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

Daarnaast werd beslist over de in beslag genomen voorwerpen, waarbij een aantal voorwerpen aan het verkeer werd onttrokken en andere voorwerpen aan de verdachte werden teruggegeven. De beslissing berustte op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet wapens en munitie.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-342436-23
vonnis van de meervoudige kamer van 12 maart 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats] ([land])
wonende aan de [woonadres]
raadsman mr. D.A. Souisa, advocaat te Breda.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 26 februari 2025, waarbij de officier van justitie, mr. J.J. Peerboom, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in zijn woning
feit 1: tien wapens van categorie III en 304 patronen aan munitie van categorie III voorhanden heeft gehad;
feit 2: vier wapens van categorie I voorhanden heeft gehad.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 1 heeft begaan. Ten aanzien van feit 2 vordert de officier van justitie vrijspraak.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging voert geen bewijsverweer ten aanzien van feit 1. Ten aanzien van feit 2 bepleit de verdediging vrijspraak.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feit 2
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat feit 2 niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Feit 1
Gelet op de hieronder vermelde bewijsmiddelen acht de rechtbank dit feit wettig en overtuigend bewezen.
Aangezien verdachte ten aanzien van het voorhanden hebben van de bij feit 1 genoemde wapens en munitie een bekennende verklaring heeft afgelegd en geen vrijspraak is bepleit, wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt bedoeld de pagina’s van het eindproces-verbaal met dossiernummer PL2000-2023329640 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 341:
- het proces-verbaal van bevindingen van 28 december 2023 (p. 136-138);
- het proces-verbaal van bevindingen van 29 december 2023 (p. 139-169);
- het proces-verbaal van bevindingen van 25 maart 2024 (p. 218-236);
- de ter zitting van 26 februari 2025 afgelegde bekennende verklaring van verdachte.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
op 28 december 2023 te Breda wapens van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een revolver (B), merk onbekend, kaliber 6.35 mm,
- een (sein) pistool, merk Dianawerk Rastatt, kaliber 26.5 mm,
- een revolver, merk Röhm, kaliber 6mm,
- een revolver, merk onbekend, kaliber .320,
- een revolver, merk onbekend, kaliber 5,8 mm,
- een (sein) pistool, merk Dianawerk Rastatt, kaliber 26,5 mm,
- een revolver (B), merk onbekend, kaliber 7,8 mm,
- een alarmpistool, merk BBM, kaliber 8 mm,
- een Grendel kogelgeweer, merk Mauser, kaliber 8x57 mm en
- een Grendel hagelgeweer, merk onbekend, kaliber .410,
en
munitie van categorie III van de wet Wapens en Munitie, te weten:
- 50 stuks knalpatronen, merk Fiocchi Salve-Blank, kaliber 8 mm,
- 41 hagelpatronen, merk onbekend, kaliber onbekend,
- 23 kogelpatronen, merk onbekend, kaliber onbekend,
- 30 stuks kogelpatronen, merk ppu ammunition fmj bullet,
- 49 stuks knalpatronen, merk Sellier & Bellot, kaliber .22,
- 25 stuks knalpatronen, merk rws knallpatronen, kaliber .380 (9mm x 17) en
- 86 stuks knalpatronen, merk Walther, kaliber 6mm Flobert K
voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier stelt zich op het standpunt dat feit 1 een strafbaar feit betreft en dat verdachte strafbaar is.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat met betrekking tot het voorhanden hebben van de 49 knalpatronen, merk Sellier & Bellot (kaliber .22), en de 86 knalpatronen, merk Walther (kaliber 6mm Flobert K), ontslag van alle rechtsvervolging zou moeten volgen. Alarm- en startpistolen die uitsluitend knalpatronen van een kaliber kleiner dan 6 mm kunnen bevatten, zijn op grond van artikel 2, eerste lid, categorie III, onder 4
°, van de Wet wapens en munitie (hierna: WWM) immers niet als wapens in de zin van die wet aan te merken, zodat het bezit daarvan niet strafbaar is. Het voorhanden hebben van dergelijke knalpatronen is daarom ook niet strafbaar.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging. De betreffende knalpatronen zijn in het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 25 maart 2024 door een materiedeskundige van de politie gekwalificeerd als munitie in de zin van artikel 2, tweede lid, categorie III, van de WWM. Het voorhanden hebben van deze knalpatronen is dus verboden op grond van artikel 26, eerste lid, van de WWM. Aan dit verbod en dus aan de strafbaarheid van het overtreden van dit verbod, doet niet af dat alarm- en startpistolen niet als wapens in de zin van de WWM zijn aan te merken als zij voldoen aan de cumulatieve voorwaarden uit artikel 2, eerste lid, categorie III, onder 4
°, van de WWM.
Ook anderszins zijn er geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van feit 1 uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van vijftien maanden met aftrek van het voorarrest.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt de rechtbank te volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, eventueel aangevuld met een voorwaardelijke gevangenisstraf, een langdurige proeftijd en een taakstraf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Ernst van het feit
Verdachte heeft tien wapens, waarvan negen vuurwapens, en 304 patronen aan munitie, waarvan een deel scherpe munitie, voorhanden gehad, zonder dat hij daarvoor over een verlof, omgevingsvergunning of vrijstelling als bedoeld in artikel 26 van de WWM beschikte. Hij heeft dus meermaals die wet overtreden. Ongecontroleerd bezit van dergelijke wapens en munitie brengt een gevaar voor veiligheid van anderen met zich mee en veroorzaakt gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Dit geldt zeker als er ook sprake is van de verkoop van wapens en munitie, zoals bij verdachte het geval is geweest. Daarom dient streng tegen dit ongecontroleerde bezit te worden opgetreden.
De persoon en persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie van 10 januari 2025, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van het overzicht van de voortgangsrapportage DJI van 6 februari 2024, waaruit blijkt dat verdachte kampt met verschillende lichamelijke en psychotische klachten. Er lijkt een verslechtering van de gezondheidstoestand van verdachte naar voren te komen gedurende de periode die hij in voorarrest zat.
De strafoplegging
Verdachte heeft een ernstig feit begaan, wat volgens de landelijke oriëntatiepunten voor strafoplegging in beginsel de oplegging van een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt. In het specifieke geval van verdachte acht de rechtbank het echter niet passend om hem een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die de duur van zijn voorarrest overstijgt.
Als strafverminderende omstandigheid neemt de rechtbank mee dat er geen aanwijzingen zijn dat verdachte zich als professioneel wapenhandelaar heeft begeven in het criminele milieu. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte, zoals hij zelf heeft verklaard, de wapens en munitie voor zichzelf verzamelde en er sprake was van een overwegend hobbymatig karakter, waarbij hij incidenteel wat te koop aanbood. Dit gezien de ouderdom en staat van de wapens, de wijze waarop de wapens en munitie waren opgeslagen (rommelig en onder het stof) en het relatief lage bedrag van € 100,- dat verdachte op 28 december 2023 bij een politiële pseudokoop ontving voor een alarmpistool, inclusief 50 knalpatronen.
Daarnaast neemt de rechtbank in strafverminderende zin mee dat verdachte op zitting inzicht heeft getoond in en verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn strafbare handelen en spijt heeft betuigd. Het voorarrest van 43 dagen heeft duidelijk impact op verdachte gehad, waardoor hij kennelijk zijn les heeft geleerd. Het terugsturen van verdachte naar de gevangenis lijkt in het kader van speciale preventie dan ook niet van toegevoegde waarde te zijn en zou mogelijk een negatieve uitwerking hebben op zijn gezondheidstoestand.
Om ervoor te zorgen dat verdachte doordrongen blijft van het strafwaardige van zijn handelen en om te voorkomen dat hij zijn hobby weer oppakt, ziet de rechtbank wel aanleiding om verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Alles afwegende zal de rechtbank daarom een gevangenisstraf voor de duur van 223 dagen opleggen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
Vanwege de ernst van het feit zal de rechtbank daarnaast de maximale taakstraf opleggen, te weten een taakstraf van 240 uur, te vervangen door 120 dagen hechtenis.

7.Het beslag

De officier van justitie vordert de in beslag genomen voorwerpen te onttrekken aan het verkeer, verbeurd te verklaren, dan wel aan verdachte terug te geven. In het requisitoir is deze vordering per afzonderlijk in beslag genomen voorwerp toegelicht. De verdediging heeft ter zitting meegedeeld zich te kunnen vinden in deze vordering.
De rechtbank is van oordeel dat conform de vordering van de officier van justitie over de in beslag genomen voorwerpen behoort te worden beslist.
Onttrekking aan het verkeer
Een aantal van de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen is naar het oordeel van de rechtbank vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Gebleken is dat feit 1 is begaan met een deel van deze voorwerpen en dat zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Specifiek ten aanzien van de in beslag genomen dolk en het wapen met omschrijving G2674714 overweegt de rechtbank dat gebleken is dat deze voorwerpen bij het onderzoek naar de tenlastegelegde feiten zijn aangetroffen, terwijl deze voorwerpen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.
Verbeurdverklaring
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen verbanddoos is naar het oordeel van de rechtbank vatbaar voor verbeurdverklaring. Gebleken is dat deze verbanddoos aan verdachte toebehoorde en feit 1 deels is begaan met behulp van deze verbanddoos, omdat hierin wapens en munitie zijn aangetroffen.
Teruggave
De rechtbank zal de teruggave gelasten van een aantal hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen aan verdachte, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 36b, 36c, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de WWM, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het onder 2 ten laste gelegde feit;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 223 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
120 dagen;
Beslag
- verklaart aan het verkeer onttrokken de volgende voorwerpen:
  • 1 STK Dolk (omschrijving: G2674773);
  • 1 STK Wapen (omschrijving: G2674714);
  • 25 STK Munitie (omschrijving: G2675018);
  • 49 STK Munitie (omschrijving: G2675007);
  • 30 STK Munitie (omschrijving: G2674787);
  • 1 STK Munitie (omschrijving: G2674781);
  • 50 STK Munitie (omschrijving: G2674772);
  • 1 STK Wapen (omschrijving: G2674720);
  • 1 STK Wapen (omschrijving: G2674694);
  • 1 STK Wapen (omschrijving: G2674693);
  • 1 STK Revolver (omschrijving: G2674702);
  • 1 STK Pistool (omschrijving: G2674708);
  • 1 STK Wapen (omschrijving: G2674727);
  • 1 STK Geweer (omschrijving: G2674785);
  • 1 STK Wapen (omschrijving: G2674716);
  • 1 STK Geweer (omschrijving: G2674779);
  • 1 STK Wapen (omschrijving: G2674752);
- verklaart verbeurd het volgende voorwerp:
1 STK Verbanddoos (omschrijving: G2675287);
- gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten;
  • 1 STK Mes (omschrijving: G2674777);
  • 1 STK Mes (omschrijving: G2674765);
  • 1 STK Mes (omschrijving: G2675359);
  • 1 STK Mes (omschrijving: G2675361);
  • 1 STK Wapen (omschrijving: G2674704);
  • 1 STK Mes (omschrijving: G2674754);
  • 1 STK Wapen (omschrijving: G2674697);
  • 1 STK Wapen (omschrijving: G2674718);
  • 1 STK Boek (omschrijving: G2674792);
  • 1 SKT Boek (omschrijving: G2674793);
  • 1 STK Koffer (omschrijving: G2674780);
  • 1 STK Wapen (omschrijving: G2674723);
  • 1 STK Wapen (omschrijving: G2674757);
Voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P.E. Mullers, voorzitter, mr. C.H.W.M. Sterk en
mr. L.W. Louwerse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A. Lemmens en
mr. D.W. Schalk, griffiers, en is uitgesproken ter openbare zitting op 12 maart 2025.
Mr. Mullers is niet in de gelegenheid om dit vonnis mede te ondertekenen.

10.Bijlage I

De tenlastelegging
1
hij op of omstreeks 28 december 2023 te Breda een of meerdere wapen(s) van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een revolver (B), merk onbekend, kaliber 6.35 mm,
- een (sein) pistool, merk Dianawerk Rastatt, kaliber 26.5 mm,
- een revolver, merk Röhm, kaliber 6mm,
- een revolver, merk onbekend, kaliber .320 mm,
- een revolver, merk onbekend, kaliber 5,8 mm,
- een (sein) pistool, merk Dianawerk Rastatt, kaliber 26,5 mm,
- een revolver (B), merk onbekend, kaliber 7,8 mm,
- een alarmpistool, merk BBM, kaliber 8 mm,
- een Grendel kogelgeweer, merk Mauser, kaliber 8x57 mm en/of
- een Grendel hagelgeweer, merk onbekend, kaliber .410,
en/of
munitie van categorie III van de wet Wapens en Munitie, te weten:
- 50 stuks knalpatronen, merk Fiocchi Salve-Blank, kaliber 8 mm,
- 41 hagelpatronen, merk onbekend, kaliber onbekend,
- 23 kogelpatronen, merk onbekend, kaliber onbekend,
- 30 stuks kogelpatronen, merk ppu ammunition fmj bullet,
- 49 stuks knalpatronen, merk Sellier & Bellot, kaliber .22,
- 25 stuks knalpatronen, merk rws knallpatronen, kaliber .380 (9mm x 17) en/of
- 86 stuks knalpatronen, merk Walther, kaliber 6mm Flobert K
voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
2
hij op of omstreeks 28 december 2023 te Breda een of meer wapens van categorie I, te weten:
- een machete, kleur zwart,
- een dolk, zilverkleurig,
- een kapmes, merk Bel Garden, en/of
- een (gebogen) kapmes
voorhanden heeft gehad;
( art 13 lid 1 Wet wapens en munitie )