ECLI:NL:RBZWB:2025:1440

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 maart 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
02-316114-21
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden voor een veroordeelde met antisociale persoonlijkheidsstoornis en zedenproblematiek

Op 14 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden van een betrokkene, geboren in 1977. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tbs op 3 maart 2023 is aangevangen en dat de vordering tijdig is ingediend. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. M. van Leeuwen, gehoord tijdens een openbare zitting op 28 februari 2025. De reclassering heeft in een rapport van 8 januari 2025 geadviseerd om de tbs met voorwaarden met twee jaar te verlengen, gezien de hoge kans op recidive door de antisociale persoonlijkheidsstoornis en de zedenproblematiek van de betrokkene. De psychiater heeft eveneens geadviseerd om de tbs te verlengen, omdat er nog geen adequate behandeling heeft plaatsgevonden voor de zedenproblematiek. De rechtbank heeft de adviezen van de reclassering en de psychiater gevolgd en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de tbs met voorwaarden eist. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaar verlengd, waarbij de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht zijn genomen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02-316114-21
beslissing van de meervoudige kamer van 14 maart 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats],
verblijvende te [adres],
raadsvrouw: mr. C.E.J.E. Kouijzer, advocaat te Middelburg.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 20 januari 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met voorwaarden met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene tot en met 3 december 2024;
- het rapport van [verslavingszorg] van 8 januari 2025, waarin onder andere wordt ingegaan op de naleving van de voorwaarden;
- het rapport van [psychiater] van 18 januari 2025.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 8 september 2022 is betrokkene veroordeeld wegens verkrachting, het plegen van ontuchtige handelingen, feitelijke aanranding van de eerbaarheid en het bezit van kinderporno en is aan hem opgelegd een gevangenisstraf van 21 maanden en tbs met voorwaarden.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 3 maart 2023 aangevangen. Bij beslissing van 23 november 2023 is de vordering van de officier van justitie tot het geven van een bevel tot alsnog verpleging van overheidswege door de rechtbank afgewezen en heeft de rechtbank de voorwaarden aangevuld.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 28 februari 2025 is de officier van justitie, mr. M. van Leeuwen, gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw.
Verder is (via een videoverbinding) gehoord als [deskundige], reclasseringswerker bij [verslavingszorg].

3.Het advies van de reclassering

De reclassering heeft in het rapport van 8 januari 2025 verslag gedaan over de voortgang van de maatregel. Uit dit verslag volgt dat betrokkene is gediagnosticeerd met een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een licht verstandelijke beperking. Daarnaast is er sprake van PTSS-klachten, forse verslavingsproblematiek en zedenproblematiek. Op het moment dat betrokkene buiten zorg is wordt het risico op recidive door de reclassering op korte en op lange termijn ingeschat als hoog, omdat hij op dat moment door geringe stress overspoeld zal raken. Het ontbreekt hem aan probleemoplossings- en copingsvaardigheden, waardoor de kans groot is dat hij terug zal vallen in middelengebruik om negatieve gevoelens te dempen. Er is daarnaast sprake van instabiliteit op verschillende levensgebieden. Inmiddels is binnen de FPK aangevangen met de derde behandelpoging van betrokkene. Hij volgt momenteel verschillende behandelingen. Wel worden er door de behandelaren, gelet op de licht verstandelijke beperking van betrokkene, vraagtekens gezet in hoeverre hij kan profiteren van de aangeboden behandelingen. De reclassering is van mening dat geprobeerd moet worden om aan te vangen met de zedenbehandeling in de FPK. In de aankomende twee jaren zal worden gezocht naar een vervolgplek en hierop volgend een plek waar betrokkene mogelijk zou kunnen gaan wonen onder begeleiding. De reclassering meent dat het opstarten en monitoren van bovengenoemd traject meer dan twee jaar zal duren. Daarom wordt geadviseerd om de tbs met voorwaarden te verlengen met twee jaar.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan het volgende toegevoegd. Er moet nog gestart worden met de intensieve zedenbehandeling. Om daarmee te kunnen starten moet eerst naar een vervolgplek worden gezocht. Er wordt gezocht naar een kliniek die geschikt is voor mensen met een licht verstandelijke beperking en zedenproblematiek. Er is nog geen zicht op een vervolgplek en de verwachting is dat het vinden hiervan enige tijd in beslag zal nemen. In de tussentijd worden de reeds gestarte behandelingen voortgezet. Ook zal het behandelplan op korte termijn met betrokkene worden besproken.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

Uit het rapport van de psychiater van 18 januari 2025 volgt dat er bij betrokkene sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in het gebruik van middelen, die onder gereguleerde omstandigheden in remissie is. Daarnaast is er bij betrokkene sprake van een licht verstandelijke beperking. De psychiater schat de kans op herhaling van soortgelijke strafbare feiten als de indexdelicten in als hoog omdat er nog geen adequate behandeling van de zedenproblematiek heeft plaatsgevonden. Wat betreft het risico op toekomstig geweld in brede zin is het recidiverisico door behandeling verlaagd, zij het nog in onvoldoende mate. Wat betreft het recidiverisico op seksuele recidive merkt de psychiater op dat er nog behandeling moet plaatsvinden. De psychiater adviseert de tbs met voorwaarden daarom te verlengen met twee jaar. De psychiater adviseert daarnaast om betrokkene te plaatsen op een afdeling waar men bekend is met het omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking in combinatie met zedenproblematiek. Een reguliere behandelafdeling stelt te hoge eisen aan de behandeling en bejegening van betrokkene, waardoor de kans op ageren toeneemt.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met voorwaarden met twee jaar te verlengen gebleven.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij al aan zijn zedenproblematiek heeft gewerkt. Verder heeft hij het gevoel dat hij de regie over zijn leven kwijt is geraakt. Hij benadrukt dat hij, anders dan in de rapportage staat vermeld, niet agressief is geweest en zijn verloven goed verlopen. Desondanks verwacht hij dat de maatregel voor de duur van twee jaar verlengd zal worden.
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de vordering van de officier van justitie.

7.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is bevoegd om van de vordering kennis te nemen, omdat zij in eerste aanleg
kennis heeft genomen van de misdrijven ter zake waarvan de tbs is gelast.
De vordering is tijdig, dat wil zeggen niet eerder dan twee maanden en niet later dan één
maand voor het tijdstip waarop de tbs door tijdsverloop zou eindigen, ingediend. De
officier van justitie is ontvankelijk in de vordering.
De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs met voorwaarden eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de reclassering, de toelichting daarop ter zitting en het advies van de psychiater wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
Uit de rapportages en hetgeen ter zitting is besproken, is gebleken dat er in het behandeltraject van betrokkene nog een aantal stappen gezet moeten worden voordat er gestart kan worden met het resocialisatietraject. De komende periode zal in het teken staan van het continueren van de reeds gestarte behandelingen en het vinden van een vervolgplek die passend is bij de problematiek van betrokkene. Op het moment dat deze vervolgplek is gevonden, kan gestart worden met zedenbehandeling, die blijkens de adviezen voor betrokkene nog noodzakelijk is. Uit de inlichtingen van de deskundige ter zitting volgt dat dit een intensievere behandeling is dan de zedenmodules die betrokkene reeds heeft gevolgd. De rechtbank volgt het advies van de reclassering en de psychiater en zal de tbs met voorwaarden verlengen met twee jaar. Daarmee wordt tevens voldaan aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.

8.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
betrokkenemet
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. D.H. Hamburger, voorzitter, mr. H. Skalonjic en
mr. J.B. Polak, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. H. Holtgrefe en is uitgesproken ter openbare zitting op 14 maart 2025.
De voorzitter en de jongste rechter zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.