ECLI:NL:RBZWB:2025:1443

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 maart 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
11042493 CV EXPL 24-1308 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Tilman-Knoester
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van telecomfacturen met verweer van dubbele facturering en schadevergoeding

In deze civiele zaak vordert Cloud Distributie, een leverancier van telecomdiensten, betaling van onbetaalde facturen door de gedaagde partij. De gedaagde, die telecomdiensten afnam van Cloud Distributie, heeft de facturen van in totaal € 6.378,98 niet betaald en voert als verweer aan dat er dubbel is gefactureerd en dat hij schade heeft geleden door een onjuiste mededeling van een derde partij, Connection BV, die aan zijn klanten heeft gemeld dat hij failliet was. De kantonrechter heeft de verweren van de gedaagde afgewezen. De rechter oordeelt dat Cloud Distributie recht heeft op betaling van de facturen, aangezien de gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn verweer van dubbele facturering en de gestelde schade. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Tevens is de gedaagde in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitgesproken op 5 maart 2025.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 11042493 \ CV EXPL 24-1308
Vonnis van 5 maart 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap VIRDIS B.V. , H.O.D.N. CLOUD DISTRIBUTIE,
gevestigd te Apeldoorn ,
eisende partij,
hierna te noemen: Cloud Distributie ,
gemachtigde: mr. G.E. Hamer,
tegen
[naam] , H.O.D.N. [gedaagde],
wonende te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 18 september 2024 en de daarin genoemde processtukken;
- de door Cloud Distributie ingediende akte overlegging productie 10;
- de mondelinge behandeling van 3 februari 2025 waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Cloud Distributie is leverancier van telecomdiensten.
2.2.
[gedaagde] heeft met Cloud Distributie een overeenkomst gesloten tot afname van telecomdiensten die [gedaagde] door levert aan klanten. Op de gesloten overeenkomst zijn algemene voorwaarden van Cloud Distributie van toepassing.
2.3.
Vanaf 10 februari 2023 kreeg Cloud Distributie geen contact met [gedaagde] en bleven haar facturen onbetaald. Cloud Distributie heeft daarom per 10 februari 2023 op grond van haar algemene voorwaarden de dienstverlening aan [gedaagde] opgeschort en dienstverlening aan de klanten van [gedaagde] tijdelijk overgedragen aan het bedrijf Connection BV (hierna: Connection). Connection heeft daarbij een onjuist bericht gestuurd aan de klanten van [gedaagde] , namelijk dat [gedaagde] failliet was. Cloud Distributie heeft deze onjuiste mededeling hersteld met een e-mail aan de klanten.
2.4.
Na betaling van de achterstallige facturen op 10 maart 2023 heeft Cloud Distributie weer dienstverlening verschaft aan [gedaagde] .
2.5.
[gedaagde] heeft vervolgens de volgende facturen van Cloud Distributie van totaal € 6.378,98 met een betalingstermijn van 14 dagen onbetaald gelaten:
factuurdatum factuurnummer bedrag
31-03-2023 [factuurnummer 1] € 2.115,72
30-04-2023 [factuurnummer 2] € 2.198,17
31-05-2023 [factuurnummer 3] € 2.065,09
2.6.
De gemachtigde van Cloud Distributie heeft meerdere aanmaningen gestuurd aan [gedaagde] tot betaling van de drie facturen. Op 6 juni 2023 heeft de deurwaarder een huisbezoek gebracht aan [gedaagde] en daarbij een sommatie-exploot achtergelaten, maar dat heeft niet tot betaling geleid.

3.Het geschil

3.1.
Cloud Distributie vordert bij dagvaarding dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 8.033,61 vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 6.378,98 vanaf 19 maart 2024 tot aan de dag van volledige betaling en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
3.2.
Cloud Distributie legt aan haar vordering bij dagvaarding – samengevat – ten grondslag dat [gedaagde] voor de geleverde telecomdiensten de facturen van totaal € 6.378,98 verschuldigd is en deze ondanks aanmaningen niet heeft betaald. Cloud Distributie stelt dat [gedaagde] wettelijke handelsrente verschuldigd is vanaf de vervaldata van de facturen en die berekend tot 19 maart 2024 € 622,78 bedraagt. Daarnaast stelt Cloud Distributie dat [gedaagde] aan buitengerechtelijke kosten op grond van de wet een bedrag van € 956,85 verschuldigd is en de kosten van een sommatie-exploot van € 75,00.
3.3.
Ter zitting heeft Cloud Distributie haar vordering verminderd, in die zin dat zij in plaats van de wettelijke handelsrente de wettelijke rente vordert en zij niet langer de kosten van het sommatie-exploot van € 75,00 vordert.
3.4.
[gedaagde] voert als verweer – samengevat –aan dat Cloud Distributie dubbel heeft gefactureerd in de periode dat zij de dienstverlening tot 10 maart 2023 aan klanten van [gedaagde] heeft overgedragen. [gedaagde] voert aan dat de factuurbedragen hierdoor niet kloppen en daar duidelijkheid over moet worden verkregen. Daarnaast voert [gedaagde] aan dat hij schade heeft geleden door het bericht dat Connection heeft verstuurd aan klanten dat [gedaagde] failliet is. [gedaagde] voert aan dat hierdoor onrechtmatig is gehandeld en zijn schade totaal € 8.105,46 bedraagt. [gedaagde] voert aan dat hij vanwege de onrechtmatige handelingen van Cloud Distributie betaling van de facturen mag opschorten.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Dubbel gefactureerd?
4.1.
Als eerste verweer voert [gedaagde] aan dat Cloud Distributie dubbel heeft gefactureerd door facturen te sturen aan zowel Connection als [gedaagde] voor dezelfde klanten. [gedaagde] voert aan dat klanten hebben betaald aan Connection en legt ter onderbouwing daarvan (als productie 2 bij conclusie van antwoord) een factuur over van Connection van 7 maart 2023 aan BalancePharma van € 58,88 exclusief btw. Uit de door Cloud Distributie overgelegde factuur van 31 maart 2023 aan [gedaagde] (productie 2 dagvaarding) blijkt echter dat het bedrag van € 58,88 ten aanzien van BalancePharma is gecrediteerd. [gedaagde] heeft geen andere klanten genoemd die hebben betaald aan Connection en Cloud Distributie daarom onterecht heeft gefactureerd aan [gedaagde] . Aan het verweer dat dubbel is gefactureerd wordt daarom voorbij gegaan. Ervan uit gegaan wordt dat de facturen waarvan in deze procedure betaling wordt gevorderd juist zijn.
Verrekening met schade?
4.2.
Als tweede verweer voert [gedaagde] aan schade te hebben geleden door de mededeling van Connection aan klanten van [gedaagde] dat hij failliet zou zijn. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] daarmee een beroep doet op verrekening met schade. Aan dit beroep op verrekening met schade wordt voorbij gegaan op grond van het volgende.
4.3.
[gedaagde] heeft onvoldoende onderbouwd dat de foutieve mededeling over een faillissement in causaal verband staat tot opzegging door klanten van [gedaagde] . [gedaagde] heeft ter zitting erkend dat klanten mede hebben opgezegd vanwege het niet bereikbaar zijn van [gedaagde] voor klanten die toen problemen hadden met de telecomdiensten. [gedaagde] heeft geen opzeggingsbrieven overgelegd waaruit blijkt dat klanten hun overeenkomsten (ook) vanwege een mededeling over een faillissement van [gedaagde] hebben beëindigd. Uit de door [gedaagde] als productie 3 overgelegde e-mail van een klant van 5 mei 2023 blijkt juist dat die wegens gebrek aan communicatie met [gedaagde] verder gaat kijken naar een andere partij voor de telecomdiensten. Causaal verband tussen de foutieve mededeling over het faillissement en opzegging is dan ook niet (voldoende) komen vast te staan. Daarbij komt dat de gestelde omvang van schade onvoldoende is onderbouwd. Ter zitting is gebleken dat de overeenkomsten van [gedaagde] met klanten in april en mei 2023 nog niet waren beëindigd en [gedaagde] heeft niet, althans onvoldoende, duidelijk gemaakt per wanneer klanten hebben opgezegd aan [gedaagde] en met welke opzegtermijn.
4.4.
Op grond van het voorgaande komt [gedaagde] geen beroep op opschorting toe en is [gedaagde] de vordering tot betaling van de facturen van totaal € 6.378,98 verschuldigd. Dit bedrag zal worden toegewezen.
Wettelijke rente
4.5.
De door [gedaagde] gevorderde wettelijke rente ex artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek (BW) zal vanaf de verzuimdatum, die volgens de algemene voorwaarden 14 dagen na de factuurdatum is, worden toegewezen tot de dag van volledige betaling.
Buitengerechtelijke kosten
4.6.
Voldoende gesteld en gebleken is dat er buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht. Aan buitengerechtelijke incassokosten wordt daarom conform het wettelijke tarief een bedrag van € 693,95 toegewezen. Omdat Cloud Distributie niet heeft gesteld of onderbouwd dat zij meer kosten heeft gemaakt, wordt het meer gevorderde afgewezen.
Proceskosten
4.7.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Cloud Distributie worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
113,54
- griffierecht
524,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.450,54

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Cloud Distributie te betalen een bedrag van € 7.072,93, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het bedrag van € 6.378,98 vanaf de respectievelijke vervaldata van de onderliggende facturen tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.450,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tilman-Knoester en in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2025.