ECLI:NL:RBZWB:2025:1458

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
C/02/422064 / HA ZA 24-228
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Stoof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis in civiele procedure betreffende kennelijke fout in eerdere uitspraak

Op 12 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een herstelvonnis uitgesproken in de civiele zaak tussen BDO Accountancy, Tax & Legal B.V. als eiser en [gedaagde] als gedaagde. Dit herstelvonnis volgde op een verzoek van de gedaagde om een kennelijke schrijffout in een eerder vonnis van 15 januari 2025 te corrigeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke fout in het vonnis, dat betrekking had op de wilsbekwaamheid van de erflater. De rechtbank heeft het verzoek tot verbetering toegewezen en de fout gecorrigeerd, waarbij de tekst van het vonnis is aangepast om de juiste informatie weer te geven. De partijen zijn gelast om de ontvangen documenten van het eerdere vonnis te retourneren aan de griffie. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Stoof.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/422064 / HA ZA 24-228
Herstelvonnis van 12 maart 2025
in de zaak van
[eiser]handelende als gevolmachtigde van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BDO ACCOUNTANCY, TAX & LEGAL B.V., zijnde executeur van de nalatenschap van [erflater],
wonende te [plaats],
eiser,
advocaat: mr. C.L.M. Gommers te Breda,
tegen
[gedaagde]zowel in privé als in hoedanigheid van legataris in de nalatenschap van
[erflater],
gedaagde,
Advocaat: mr. A.H.M. Smits te Rosmalen.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij bericht van 20 januari 2025 is namens [gedaagde] de rechtbank verzocht om verbetering van het op 15 januari 2025 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat een kennelijke schrijffout in de zin van artikel 31 Rv wordt hersteld.
1.2.
De rechtbank heeft mr. Gommers in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten.
Op 13 februari jongstleden heeft mr. Gommers namens de eisende partij bericht zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank.

2. De beoordeling

2.1.
De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 15 januari 2025 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen als volgt.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
bepaalt dat r.o. 4.15. van het op 15 januari 2025 tussen [eiser] en [gedaagde] gewezen vonnis, waar staat:
“terwijl [gedaagde] onweersproken heeft aangevoerd dat sprake was van wilsonbekwaamheid bij erflater”
wordt gewijzigd in
“terwijl [gedaagde] onweersproken heeft aangevoerd dat sprake was van wilsbekwaamheid bij erflater ”,
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 12 maart 2025 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 15 januari 2025;
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 15 januari 2025 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. Stoof en in het openbaar uitgesproken op
12 maart 2025.