ECLI:NL:RBZWB:2025:1477

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 februari 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
431270 / FA RK 25-445
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Gremmen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van betrokkene met het syndroom van Korsakov

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 februari 2025 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van betrokkene, die lijdt aan het syndroom van Korsakov. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een aandoening die gelijkgesteld is aan een psychogeriatrische aandoening, en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn voor opname. De rechtbank heeft het verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) toegewezen voor de duur van zes maanden, waarbij betrokkene eerst zes weken zal worden opgenomen voor detoxificatie. De rechtbank heeft overwogen dat betrokkene niet in staat is om zelfstandig te functioneren en dat haar alcoholmisbruik leidt tot ernstig nadeel voor haar gezondheid en veiligheid. De rechtbank heeft ook aandacht besteed aan de noodzaak van een gestructureerde omgeving voor betrokkene, waar 24-uurs zorg en toezicht mogelijk is. De beslissing is genomen na een mondelinge behandeling waarin verschillende betrokkenen, waaronder de advocaat van betrokkene en haar familieleden, zijn gehoord. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de opname noodzakelijk is om verdere schade te voorkomen en dat er geen andere opties zijn die hetzelfde effect kunnen bereiken. De beschikking is openbaar uitgesproken en er staat een rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/431270 / FA RK 25-445
Datum uitspraak: 14 februari 2025
Beschikking rechterlijke machtiging
op het verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1969 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
wonend in [plaats 1] ,
advocaat: mr. J.J. Bronsveld te Bergen op Zoom.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen van 29 januari 2025, binnengekomen bij de rechtbank op 29 januari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 14 februari 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • [naam 1] , casemanager dementie;
  • dhr. [naam 2] , de echtgenoot van betrokkene;
  • mw. [naam 3] , de zus van betrokkene.
De volgende persoon is wel verschenen, maar niet gehoord:
- mw. [naam 4] , praktijkondersteuner huisarts.

2.Het verzoek

2.1.
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene vertelt dat ze haar leven net weer op de rit heeft en daarom geschrokken is van het verzoek. Er was sprake van alcoholmisbruik, hetgeen heeft geresulteerd in een opname. Betrokkene heeft daarna een terugval gehad. Op dit moment gaat het goed. Betrokkene wil niet opgenomen worden, omdat ze weet dat ze niet moet terugvallen in alcoholgebruik. Betrokkene geeft daarnaast aan dat ze zich niet herkent in de zorgen. De thuiszorg komt langs en kijkt of betrokkene haar medicatie inneemt. Dit gaat goed. Ook is er geen sprake van geheugenklachten. Betrokkene geeft tot slot aan dat ze het lastig vindt om haar zelfstandigheid op te geven.
3.2.
De advocaat stelt namens betrokkene dat het een lastige situatie is. Betrokkene is gediagnosticeerd met het syndroom van Korsakov, maar het is de vraag of een opname effectief zal zijn. Het is nog onduidelijk waar betrokkene opgenomen gaat worden. Ook zijn er mogelijk nog alternatieven voor een opname beschikbaar. Het huidige verzoek sluit een terugkeer naar huis uit. Betrokkene heeft aangegeven dat ze meewerkt aan de ambulante zorg. De advocaat stelt zich namens betrokkene op het standpunt dat, indien het verzoek wordt toegewezen, dit voor de duur van maximaal drie maanden moet zijn, zodat een terugkeer naar huis mogelijk blijft.
3.3.
De casemanager licht toe dat betrokkene tweemaal per dag thuiszorg krijgt. De thuiszorg kan echter niet altijd controleren of betrokkene haar medicatie inneemt, omdat de medicatiedoos soms weg is. De afgelopen week zijn er een aantal pillen gevonden in de woning van betrokkene. De casemanager verklaart daarnaast dat het zorgpersoneel nog steeds fors alcoholmisbruik ziet. Betrokkene doet haar best om geen alcohol meer te gebruiken, maar het lukt haar niet. Ook is er sprake van slechte zelfzorg en vertelt betrokkene steeds dezelfde verhalen. Informatie beklijft niet bij betrokkene en de casemanager ziet soms verbrand afval in de vuilnisbak, maar ook etensresten in de tuin. De casemanager geeft verder aan dat betrokkene in een instelling in [plaats 2] kan worden opgenomen. Het is de bedoeling dat betrokkene eerst zes weken abstinent blijft van middelen. Daarna zal ze doorstromen naar het regionale expertisecentrum Korsakov, te weten [locatie] in [plaats 2] . Het is niet mogelijk om daar een plek te reserveren. Mocht hier geen plek zijn, dan moet er een vervolgplek worden gezocht. Een rechterlijke machtiging van drie maanden, zoals de advocaat oppert, is minimaal nodig om een beeld te vormen over de noodzakelijke vervolgstappen. In de thuissituatie is er veel geprobeerd, maar betrokkene weigert alle ondersteuning, begeleiding en huishoudelijke hulp. Ze accepteert de medicatie, maar neemt niet altijd alles in. Ambulante hulpverlening (via de WMO) is derhalve een gepasseerd station. De casemanager licht voorts toe dat de GGZ zich heeft teruggetrokken, omdat traumaverwerking niet meer mogelijk is door het syndroom van Korsakov. Deze ziekte is onomkeerbaar. Betrokkene wil ook geen vrijwillige opname voor een detox en het vrijwillige kader is ontoereikend.
3.4.
De echtgenoot van betrokkene vertelt dat betrokkene heeft gedreigd het huis in brand te steken, waardoor hij al een tijd in een caravan woont. De echtgenoot geeft daarnaast aan dat hij vreest dat betrokkene komt te overlijden door haar alcoholgebruik. Het lukt betrokkene niet om te koken, aldus de echtgenoot.
3.5.
De zus van betrokkene geeft aan dat ze twee of drie keer per week langskwam bij betrokkene. De dochter van betrokkene wil niet meer op bezoek komen door het alcoholmisbruik van betrokkene. De zus van betrokkene verklaart daarnaast dat betrokkene traumabehandeling nodig heeft, maar dat dit niet meer mogelijk is door de cognitieve problemen. Betrokkene blijft aangeven dat het goed gaat en ze is voortdurend boos en verdrietig. De zus van betrokkene zit ziek thuis door deze situatie. Een rechterlijke machtiging is tot slot noodzakelijk, zodat betrokkene kan worden opgenomen in de accommodatie.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de verzochte duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is op grond van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling van oordeel dat betrokkene lijdt aan een ziekte of aandoening die op grond van artikel 1, vierde lid van de Wet zorg en dwang (Wzd) gelijkgesteld is aan een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap, te weten het syndroom van Korsakov. Betrokkene kampt met een uitgebreide neurocognitieve stoornis van het amnestisch-confabulerende type ten gevolge van alcoholmisbruik. Er is sprake van geheugen- en oriëntatiestoornissen en confabulaties. Ook is er sprake van stemmings-, angst- en paniekklachten.
4.3.
Het gedrag dat voortvloeit uit deze aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat er bij betrokkene sprake is van een slechte zelfzorg en huishoudelijke zorg. Betrokkene eet minimaal en het lukt haar niet om zelf te koken. Het alcoholmisbruik zal leiden tot verdere lever-, maag- en alvleesklierschade bij betrokkene en geeft een toenemend risico op verdere hersenschade. Tevens is gebleken dat vriendinnen van betrokkene zich hebben teruggetrokken, dat de dochter van betrokkene niet meer op bezoek wil komen en dat de echtgenoot van betrokkene niet meer thuis slaapt. Ook de zus van betrokkene heeft haar grenzen bereikt en zit ziek thuis door deze situatie, hetgeen maakt dat er een risico op ernstige psychische schade voor anderen bestaat. Tot slot vertoont betrokkene zorgelijk gedrag, zoals spookrijden en het uiten van dreigementen, zoals het in brand steken van de woning.
4.4.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Het is noodzakelijk dat de alcoholproblematiek van betrokkene aangepakt wordt, hetgeen niet mogelijk is in de thuissituatie. Er is daar ook geen 24-uurs controle mogelijk op haar alcoholgebruik. Betrokkene weigert alle benodigde hulp en begeleiding en staat ook niet open voor een vrijwillige opname. Betrokkene behoeft een omgeving met 24-uurs zorg en toezicht om haar veiligheid en welzijn te garanderen. Binnen een wzd-accommodatie kan deze veilige, gestructureerde omgeving worden gecreëerd. Daar kan ze eerst detoxen, waarna onderzoek en behandeling gestart kan worden.
4.5.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene niet opgenomen wil worden. Daarnaast is betrokkene dit jaar tweemaal vrijwillig opgenomen geweest, maar is ze teruggevallen in alcoholmisbruik. Betrokkene is van mening dat zij geen hulp nodig heeft en verzet zich tegen alle geboden hulp en begeleiding in de thuissituatie. Ze accepteert tot slot de medicatie, maar neemt niet altijd alles naar behoren in.
4.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Het is gebleken dat de GGZ en verslavingszorg geen behandelindicatie meer zien, gelet op de ernstige cognitieve problematiek van betrokkene en het gebrek aan ziekte-inzicht. Een verdere behandeling is derhalve niet haalbaar. Daarnaast is er al veel geprobeerd in de thuissituatie, zoals de inzet van thuiszorg, maar betrokkene weigert alle benodigde hulp en begeleiding. Tot slot hebben de mantelzorgers, zoals de dochter en de echtgenoot van betrokkene, zich teruggetrokken omdat hun grenzen zijn bereikt. Het vrijwillige kader is derhalve onvoldoende toereikend om de zorgen te doen wegnemen.
4.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de wettelijke criteria zoals genoemd in de Wzd. De rechtbank wijst daarom het verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging toe voor de duur van zes maanden. De rechtbank acht een termijn van zes maanden passend, gelet op de stappen die nog moeten worden gezet. Betrokkene zal eerst zes weken worden opgenomen voor een detox. Daarna zullen behandeling, zorg en begeleiding ingezet worden. Om die reden en gezien het feit dat het mogelijk nog een paar weken kan duren voordat betrokkene daadwerkelijk opgenomen wordt, is een termijn van drie maanden te kort. De behandelaren zullen daarna bezien of een terugkeer naar huis nog mogelijk is en wat daarvoor nodig is. Het is geen gegeven dat een terugkeer naar huis na opname in een Korsakov-instelling niet meer mogelijk is. Het syndroom van Korsakov is niet terug te draaien, maar met de juiste zorg en begeleiding kunnen mensen met Korsakov wel groeien en leren. Ook dient er binnen de periode van opname aandacht te zijn voor een herstel van de relaties van betrokkene, zoals de relatie met haar echtgenoot en dochter.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1969 in [geboorteplaats] ;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
14 augustus 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2025 door mr. Gremmen, rechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos, griffier, en op schrift gesteld op 28 februari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.