Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
voorlopiggerechtigd zijn tot het hebben van contact met [hulpverlening]:
voorlopigebijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van voornoemde minderjarigen dient te voldoen van € 298,= per kind per maand, voor de toekomst bij vooruitbetaling te voldoen. Ten aanzien van het
ouderschapsplan, de
definitieve zorgregelingen de
definitieve kinderbijdrageis de zaak verwezen naar de familiekamerrol van dinsdag 4 maart 2025.
3.De vorderingen in conventie en reconventie
- gedurende één weekend per 14 dagen van vrijdagavond na zwemles tot zondagavond 19.00 uur, waarbij de vrouw de minderjarigen na afloop van de zwemles om 19.00 uur naar de man brengt en de man de minderjarigen op zondagavond om 19.00 uur naar de vrouw terugbrengt, alsmede
- gedurende de helft van de schoolvakanties en de helft van de algemeen erkende (inclusief Christelijke) feestdagen bij de man verblijven, in onderling overleg tussen
- De door de rechtbank vastgestelde voorlopige zorgregeling tijdelijk te schorsen zodat er geen enkel contact plaatsvindt tussen de man en de kinderen voor de periode van zes maanden, althans voor een periode door de rechtbank te bepalen
- Dan wel een beslissing te nemen omtrent de tijdelijke beëindiging van de tijdelijke contactregeling tussen vader en de kinderen zoals de rechtbank in deze juist acht;
- Met veroordeling van de man in de kosten van het geding.
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
- Welke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken door de ouders komt het meest tegemoet aan de belangen van de minderjarigen?
- Hoe dient de regeling qua aard, duur en frequentie vorm gegeven te worden?