Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 530 van het Wetboek van strafvordering(Sv) ten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 871,20, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- € 340,00 als forfaitaire vergoeding voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de kennisgeving sepot van 12 juli 2024;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie;
- de overige stukken in het raadkamerdossier.
2.De beoordeling
€ 871,20is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank is van oordeel dat uit het raadkamerdossier bovendien niet blijkt dat verzoeker de kosten aan zichzelf te wijten heeft gehad. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 871,20zal worden overgemaakt op rekeningnummer [rekeningnummer 1]
€ 680,00zal worden overgemaakt op rekeningnummer [rekeningnummer 2] ten name van [kantoor], onder vermelding van “[de verzoeker]/OM”.