ECLI:NL:RBZWB:2025:154

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 januari 2025
Publicatiedatum
14 januari 2025
Zaaknummer
11267004 \ CV EXPL 24-4145 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van 't Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en geschil over contractspartij in koopovereenkomst

In deze civiele zaak heeft [eiseres] B.V. diverse zaken telefonisch verkocht en vordert betaling van [gedaagde] B.V. De kern van het geschil is of de koopovereenkomst is gesloten met [gedaagde] B.V. of met een andere vennootschap, [bedrijf 1] B.V., waarvan de bestuurder en enig aandeelhouder dezelfde persoon is als die van [gedaagde] B.V. De eiser heeft gekozen voor [gedaagde] B.V. omdat de contactgegevens en het afleveradres in het Handelsregister bij deze vennootschap zijn vermeld. Echter, de bestuurder heeft verklaard dat de overeenkomst met [bedrijf 1] B.V. is gesloten, wat ook blijkt uit de factuur die door de eiser is overgelegd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat de overeenkomst met [gedaagde] B.V. is gesloten, en heeft de vordering van [eiseres] B.V. afgewezen. De rechter heeft ook geoordeeld dat [eiseres] B.V. de proceskosten moet betalen, omdat zij in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitgesproken op 8 januari 2025.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 11267004 \ CV EXPL 24-4145
Vonnis van 8 januari 2025
in de zaak van
[eiseres] B.V.,
te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] B.V.,
gemachtigde: Rijken Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde] B.V.,
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] B.V.,
procederend in persoon.

1.De zaak in het kort

[eiseres] B.V. heeft diverse zaken verkocht en vordert betaling van [gedaagde] B.V. De vraag in deze zaak is of de koopovereenkomst is gesloten met gedaagde partij [gedaagde] B.V. of met een andere partij, [bedrijf 1] B.V. De kantonrechter is van oordeel dat niet blijkt dat met [gedaagde] B.V. is gecontracteerd, zodat de vordering wordt afgewezen. De kantonrechter legt dit oordeel hieronder uit.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de akte van [eiseres] B.V.
- de antwoordakte van [gedaagde] B.V.

3.De feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:
- [eiseres] B.V. is een groothandel in tweewielerbanden.
- [gedaagde] B.V. is gevestigd in [plaats 2] . Haar bezoekadres is [adres 1] in [plaats 2] . Haar bestuurder en enig aandeelhouder is [bedrijf 2] B.V. met als bezoekadres [adres 1] in [plaats 2] .
- [bedrijf 1] B.V. is gevestigd in [plaats 3] . Haar bezoekadres is van [adres 2] in [plaats 4] . Haar bestuurder en enig aandeelhouder is eveneens [bedrijf 2] B.V.

4.Het geschil

4.1.
[eiseres] B.V. vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] B.V. tot betaling van € 2.044,32, vermeerderd met rente en kosten.
4.2.
[gedaagde] B.V. voert verweer en is van mening dat een andere partij ( [bedrijf 1] B.V.) gedagvaard moet worden.

5.De beoordeling

5.1.
[eiseres] B.V. stelt dat zij diverse zaken heeft verkocht aan [gedaagde] B.V. [gedaagde] B.V. betwist echter gemotiveerd dat met haar een overeenkomst is gesloten. Op grond van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet [eiseres] B.V. daarom voldoende onderbouwen dat de overeenkomst wel met [gedaagde] B.V. is gesloten. De kantonrechter is van oordeel dat zij daarin niet is geslaagd.
Is er een overeenkomst tussen [eiseres] B.V. en [gedaagde] B.V.?
5.2.
[eiseres] B.V. heeft de overeenkomst telefonisch gesloten. Zij heeft geen opdrachtbevestiging overgelegd waaruit blijkt met wie zij de overeenkomst op dat moment heeft gesloten. Wel heeft zij een factuur overgelegd. [eiseres] B.V. voert aan dat deze factuur weliswaar op naam van [bedrijf 1] B.V. is gesteld en dat op het e-mailadres ‘ [e-mailadres] ’ over de uitblijvende betaling is gecommuniceerd, maar dat desondanks toch [gedaagde] B.V. als contractspartij moet worden aangemerkt, en niet [bedrijf 1] B.V. Daarvoor geeft zij de volgende redenen:
  • op het adres waar de goederen geleverd zijn ( [adres 1] in [plaats 2] ) is de vennootschap [bedrijf 1] B.V. niet gevestigd. De vennootschap [gedaagde] B.V. is daar wel gevestigd.
  • uit het uittreksel van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat [gedaagde] B.V. het e-mailadres ‘ [e-mailadres] ’ gebruikt, het e-mailadres dat is opgegeven bij de bestelling. Ook het bij de bestelling opgegeven telefoonnummer is in gebruik bij [gedaagde] B.V. Op het uittreksel van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel van de vennootschap [bedrijf 1] B.V. staan dit e-mailadres en telefoonnummer juist niet vermeld.
5.3.
Het betoog van [eiseres] B.V. slaagt niet. Weliswaar blijkt uit het door [eiseres] B.V. overgelegde uittreksel van de Kamer van Koophandel van [bedrijf 1] B.V. dat zij niet is gevestigd aan het adres waar de zaken zijn afgeleverd, maar dat maakt niet dat het daar wel gevestigde bedrijf - [gedaagde] B.V. - contractspartij was of is geworden. [gedaagde] B.V. heeft in haar antwoordakte overigens toegelicht dat [bedrijf 1] B.V. ten tijde van het sluiten van de overeenkomst wel op dat adres gevestigd was.
5.4.
Het feit dat de bij de bestelling doorgegeven contactgegevens ‘ [e-mailadres] ’ en het [telefoonnummer] bij de Kamer van Koophandel alleen vermeld staan bij [gedaagde] B.V. en niet bij [bedrijf 1] B.V., sluit niet uit dat [bedrijf 1] B.V. ook via deze contactgegevens bereikbaar was. Dat geldt te meer nu de heer [naam] in de antwoordakte van [gedaagde] B.V. heeft bevestigd dat de overeenkomst was gesloten met [bedrijf 1] B.V. en hij ook de e-mailberichten die zijn gestuurd aan ‘ [e-mailadres] ’ in verband met de niet-nakoming van de overeenkomst heeft beantwoord.
5.5.
De kantonrechter is daarom van oordeel dat niet blijkt dat er een overeenkomst is gesloten tussen [eiseres] B.V. en [gedaagde] B.V., zodat de vordering tot betaling van de factuur voor de geleverde zaken zal worden afgewezen.
Er is geen grond waarop [gedaagde] B.V. de proceskosten zou moeten betalen
5.6.
Subsidiair heeft [eiseres] B.V. gesteld dat het aan [gedaagde] B.V., althans haar bestuurder en enig aandeelhouder te wijten is dat zij [gedaagde] B.V. als contractspartij heeft beschouwd. Door een order te plaatsen namens [bedrijf 1] B.V. zonder dat uitdrukkelijk aan te geven en daarbij alle gegevens van [gedaagde] B.V. op te geven, heeft zij bij [eiseres] B.V. het gerechtvaardigde vertrouwen gewekt dat de order werd geplaatst door en voor rekening van [gedaagde] B.V., aldus [eiseres] B.V. Op grond daarvan vordert [eiseres] B.V. veroordeling van [gedaagde] B.V. in de proceskosten.
5.7.
[eiseres] B.V. heeft echter niet gesteld op grond waarvan zij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst het gerechtvaardigde vertrouwen had dat zij een overeenkomst sloot met [gedaagde] B.V. Uit alle feiten en omstandigheden volgt dat [eiseres] B.V. juist ervan uitging, en ook mocht gaan, dat zij met [bedrijf 1] B.V. een overeenkomst sloot. Dat zij bij het opmaken van de dagvaarding constateerde dat niet [bedrijf 1] B.V., maar [gedaagde] B.V. was gevestigd op het afleveradres, maakt dat niet anders. Dat [eiseres] B.V. op grond van deze informatie uit de gegevens van de Kamer van Koophandel ervoor koos om niet [bedrijf 1] B.V., maar [gedaagde] B.V. in de procedure te betrekken, komt dan ook voor haar eigen rekening en risico. Daaruit volgt dat er geen grond is om [gedaagde] B.V. te veroordelen in de proceskosten van [eiseres] B.V.
[eiseres] B.V. krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen
5.8.
[eiseres] B.V. is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] B.V. worden begroot op € 50,- aan reis- en verletkosten.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] B.V. af,
6.2.
veroordeelt [eiseres] B.V. in de proceskosten van € 50,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiseres] B.V. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van 't Nedereind en in het openbaar uitgesproken op 8 januari 2025.