ECLI:NL:RBZWB:2025:1589

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 maart 2025
Publicatiedatum
19 maart 2025
Zaaknummer
C/02/431140 / KG ZA 25-36
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J. van der Weide
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over tarieven tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraar in kort geding

In deze zaak vorderden Medipoint B.V. en Joerns Healthcare B.V. in kort geding een verhoging van de geldende tarieven voor hulpmiddelencontracten met CZ Zorgverzekeringen NV. De partijen zijn zorgaanbieders die hulpmiddelen leveren aan CZ-verzekerden. Medipoint stelde dat CZ al jaren geen reële tarieven biedt en dat de tarieven niet zijn geïndexeerd, ondanks stijgende kosten voor personeel en materialen. Medipoint vorderde onder andere dat CZ de tarieven zou verhogen met de cumulatieve NZa-index en een dwangsom voor het geval CZ niet aan de vorderingen zou voldoen. Joerns c.s. steunden deze vorderingen met vergelijkbare argumenten. CZ verweerde zich door te stellen dat er geen juridische grondslag was voor de vorderingen en dat de aangeboden verhogingen van de tarieven voldoende waren om de financiële nood te lenigen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor de vorderingen van Medipoint en Joerns c.s. en wees de vorderingen af. Tevens werden Medipoint en Joerns c.s. veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/431140 / KG ZA 25-36
Vonnis in kort geding van 19 maart 2025
in de hoofdzaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEDIPOINT B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
advocaten: mr. D.W.L.A. Schrijvershof en mr. A.J.H. Kingma te Amsterdam,
tegen
1. de naamloze vennootschap
CZ ZORGVERZEKERINGEN NV,
gevestigd te Tilburg,
2. de naamloze vennootschap
CENTRALE ZORGVERZEKERINGEN NZV NV,
gevestigd te Tilburg,
3. de naamloze vennootschap
OHRA ZORGVERZEKERINGEN NV,
gevestigd te Tilburg,
4. de onderlinge waarborgmaatschappij
OWM CENTRALE ZORGVERZEKERAARS GROEP ZORGVERZEKERAA,
gevestigd te Tilburg,
gedaagden,
advocaten: mr. T.R.M. van Helmond en mr. T.A.B. Vermunt te Amsterdam.
waarin tussenkomst/voeging wordt gevorderd door
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JOERNS HEALTHCARE B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Houten,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HM MEDICAL B.V.,h.o.d.n. Kersten Hulpmiddelenspecialist,
statutair gevestigd te Roermond en kantoorhoudende te Houten;
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEDICURA B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Nederweert,
advocaten: mr. S.A. Stolk en mr. A.J.H. Kingma te Amsterdam,
tegen
gedaagden 1 tot en met 4 in de hoofdzaak.
Partijen zullen hierna Medipoint, CZ, Joerns c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van Medipoint, met producties 1 tot en met 39;
  • de incidentele conclusie tot tussenkomst, althans voeging, zijdens Joerns c.s. met producties 1 tot en met 43;
  • de akte overlegging producties 40 tot en met 45 zijdens Medipoint;
  • de akte overlegging producties 46 en 47 zijdens Medipoint;
  • de producties 48 tot en met 50 zijdens Medipoint;
  • de conclusie van antwoord zijdens CZ, met producties 1 tot en met 18;
  • de mondelinge behandeling van de vorderingen in kort geding d.d. 5 maart 2025 en de bij die gelegenheid voorgedragen spreekaantekeningen door de raadslieden van alle partijen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Medipoint vordert in de hoofdzaak om bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
PRIMAIR
1. CZ te gebieden voor de drie Hulpmiddelencontracten van CZ de geldende tarieven te vermeerderen met de cumulatieve NZa-index voor wat betreft overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling (OVA) én de prijsindex materiële kosten in de verdeling van respectievelijk 70% en 30% (zoals ook uitgewerkt in randnummer 129 en Productie 30) vanaf 2022, althans vanaf 2023, althans vanaf 2024, althans vanaf 2025; en
2. CZ te gebieden om voor het Bedden-contract voor 2026 bovenop de cumulatieve NZa-index, zoals omschreven in de primaire vordering 1 (en Productie 30), de tarieven van CZ te indexeren volgens de NZa-indexcijfers voor het jaar 2026 zoals deze op de NZa-website gepubliceerd zullen gaan worden;
SUBSIDIAIR
3. elke maatregel te treffen die in goede justitie passend wordt geacht;
IN ALLE GEVALLEN
1. CZ te veroordelen om aan Medipoint een dwangsom te betalen van € 10.000,- voor iedere dag dat zij, één maand na het te wijzen vonnis, niet aan de hiervoor geformuleerde geboden en/of het verbod voldoet, tot een maximum van € 500.000,-;
2. CZ te veroordelen in de kosten van dit geding, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis en, voor het geval voldoening niet binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede CZ te veroordelen in de nakosten met een bedrag van € 157,- dan wel, indien betekening plaatsvindt, met een bedrag van € 239,- en de eventuele verdere executiekosten.
2.2.
Joerns c.s. vorderen om bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad,
in het incident tot tussenkomst of voeging
te worden toegelaten als tussenkomende partijen in het tussen Medipoint en CZ aanhangige geding, althans als voegende partijen aan de zijde van Medipoint, kosten rechtens
in de hoofdzaak
PRIMAIR
1. CZ te gebieden voor de drie Hulpmiddelencontracten de geldende tarieven te vermeerderen met de cumulatieve NZa-index voor wat betreft overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling (OVA) én de prijsindex materiële kosten in de verdeling van respectievelijk 70% en 30% (zoals ook uitgewerkt in randnummer 121) vanaf 2022, althans vanaf 2023, althans vanaf 2024, althans vanaf 2025; en
2. CZ te gebieden om voor het Bedden-contract voor 2026 bovenop de cumulatieve NZa-index zoals omschreven in de primaire vordering 1 de tarieven te indexeren volgens de NZa-indexcijfers voor het jaar 2026 zoals deze op de NZa-website gepubliceerd zullen gaan worden;
SUBSIDIAIR
3. elke maatregel te treffen diein goede justitie passend wordt geacht;
IN ALLE GEVALLEN
1. CZ te veroordelen om aan de Joerns c.s. een dwangsom te betalen van € 10.000,-
voor iedere dag dat zij, één maand na het te wijzen vonnis, niet aan de hiervoor geformuleerde geboden en/of het verbod voldoet, tot een maximum van € 500.000,-;
2. CZ te veroordelen in de kosten van dit geding, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis en, voor het geval voldoening niet binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede CZ te veroordelen in de nakosten met een bedrag van € 157,- dan wel, indien betekening plaatsvindt, met een bedrag van € 239,- en de eventuele verdere executiekosten.
2.3.
CZ voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Medipoint en Joerns c.s., met veroordeling van Medipoint en Joerns c.s. in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente, uitvoerbaar bij voorraad.

3.De beoordeling

3.1.
In rechte staan de volgende feiten vast.
a. Medipoint en Joerns c.s. zijn zorgaanbieders in de hulpmiddelenzorg.
b. In de Zorgverzekeringswet (“Zvw”) staat beschreven welke hulpmiddelen voor vergoeding uit het basispakket in aanmerking kunnen komen.
c. CZ is landelijk de op een na grootste zorgverzekeraar en beschikt over een landelijk marktaandeel van ca. 22,5%. CZ koopt via inkoopprocedures hulpmiddelen in.
d. Tussen Medipoint en Joerns c.s. enerzijds en CZ anderzijds gelden drie meerjarencontracten.
e. In 2020 sloten Medipoint en Joerns c.s. enerzijds en CZ anderzijds de overeenkomst “Leverancier van anti-decubitus hulpmiddelen 2021-2022” (hierna: het “AD-contract”). Het AD-contract is een standaardovereenkomst met tarieven en bevat afspraken over de levering van anti-decubitus hulpmiddelen (hierna: “AD-middelen”). Het AD-contract kende oorspronkelijk een looptijd van twee jaar (1 januari 2021 tot en met 31 december 2022). Het AD-contract is driemaal stilzwijgend verlengd met één jaar en loopt nu in ieder geval door tot en met 31 december 2025.
f. In 2021 sloten Medipoint en Joerns c.s. enerzijds en CZ anderzijds de overeenkomst “Leverancier van bedden 2022-2023” (hierna het: “Bedden-contract”). Het Bedden-contract is ook een standaardovereenkomst met tarieven en bevat afspraken over de levering van bedden. Het Bedden-contract kende oorspronkelijk een looptijd van twee jaar (1 januari 2022 tot en met 31 december 2023). Het Bedden-contract kan driemaal stilzwijgend worden verlengd met één jaar en loopt nu in ieder geval door tot en met 31 december 2026.
g. In 2022 sloten Medipoint en Joerns c.s. enerzijds en CZ anderzijds de overeenkomst “Kortdurende uitleenhulpmiddelen 2023” (hierna het: “KU-contract”). Het KU-contract is eveneens een standaardovereenkomst met tarieven en bevat afspraken over de levering van kortdurende uitleenhulpmiddelen. Het KU-contract kende oorspronkelijk een looptijd van één jaar (1 januari 2023 tot en met 31 december 2023). Het KU-contract is tweemaal stilzwijgend verlengd met één jaar en loopt nu in ieder geval door tot en met 31 december 2025.
h. Het AD-contract, het Bedden-contract en het KU-contract worden hierna gezamenlijk de “Hulpmiddelencontracten” genoemd.
i. De tarieven van het AD-contract zijn over de volledige looptijd gelijk gebleven aan het vorige AD-contract.
j. De tarieven voor het Bedden-contract zijn door CZ sinds 2016 niet meer verhoogd.
k. CZ heeft bij het ingaan van het KU-contract op 1 januari 2023 de tarieven ten opzichte van het voorgaande jaar met 2,3% geïndexeerd.
l. CZ, Medipoint en Joerns c.s. zijn de afgelopen jaren met elkaar in gesprek geweest over de noodzaak te komen tot passende indexeringen in de Hulpmiddelencontracten.
m. CZ heeft op 16 december 2024 een aanbod gedaan aan Medipoint waarin CZ - samengevat - aanbood om (i) zo spoedig mogelijk een kostprijsonderzoek naar de Hulpmiddelencontracten te laten uitvoeren en afronden (het Kostprijsonderzoek) onder de door CZ geformuleerde voorwaarden, (ii) de tarieven voorlopig te verhogen met 2,88%, en (iii) de tarieven met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025 bij te stellen indien uit het Kostprijsonderzoek zou blijken dat de tarieven van CZ niet reëel zijn voor een redelijk efficiënt functionerende zorgaanbieder.
n. Medipoint geeft in haar reactie van 20 december 2024 aan dit aanbod niet te accepteren en geeft onder meer te kennen dat: (i) CZ de voorwaarden van het Kostprijsonderzoek eenzijdig bepaalt, (ii) CZ het heeft nagelaten om eerder een kostprijsonderzoek te organiseren, en (iii) de handreiking van CZ niet tegemoetkomt aan de vorderingen van Medipoint. Medipoint wenst dat CZ de tarieven uit de Hulpmiddelencontracten indexeert met de cumulatieve NZa-prijsindex waarbij de personele kosten voor 70% meewegen en de materiele kosten voor 30%, zonder dat daaraan de voorwaarde wordt verbonden van een kostprijsonderzoek.
o. CZ heeft het aanbod van 16 december 2024 per e-mail van 19 december 2024 en per brief van 31 december 2024 uitgebreid (hierna: “het Aanbod”) waarbij CZ aanbood
om de tarieven uit het Bedden-contract - in aanvulling op de initieel aangeboden
voorlopige indexatie van alle Hulpmiddelencontracten met 2,88% - voorlopig te
verhogen met 10%.
p. Dit Aanbod is door Medipoint niet geaccepteerd. Per brief van 8 januari 2025 heeft Medipoint te kennen gegeven dat haars inziens het Kostprijsonderzoek en het verzoek tot indexatie van elkaar moeten worden gescheiden en dat zij invloed wenst uit te kunnen oefenen op het Kostprijsonderzoek.
q. CZ heeft een opdrachtformulering verstrekt aan Gupta Strategists B.V. (hierna: “Gupta”) voor het uitvoeren van een kostprijsonderzoek, op basis waarvan Gupta op 18 februari 2025 en 27 februari 2025 projectvoorstellen heeft gedaan aan CZ.
3.2.
Medipoint stelt dat zij een (zeer) langdurige afhankelijkheids- en contractrelatie heeft met CZ, waarbij het voor Medipoint praktisch gezien nagenoeg onmogelijk is om (langdurig) zonder overeenkomst met CZ actief te zijn. Volgens Medipoint is zij voor haar bedrijfsvoering en voortbestaan afhankelijk van de vergoedingen van zorgverzekeraars zoals CZ. Medipoint meent dat CZ al jaren, en ook in 2025/2026, geen reële tarieven biedt voor de hulpmiddelenzorg die Medipoint op grond van de Hulpmiddelencontracten levert aan CZ-verzekerden door niet te indexeren. Het weigeren van CZ de Hulpmiddelencontracten tijdig passend onvoorwaardelijk te indexeren, ondanks de objectief gestegen kosten, is volgens Medipoint in strijd met de redelijkheid en billijkheid, waardoor de (te lage) tariefafspraken buiten toepassing moeten blijven, omdat het beroep op deze tariefafspraken in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
In de visie van Medipoint handelt CZ voorts ook in strijd met de jurisprudentie en de Gedragscode Goed Zorgverzekeraarschap. Haars inziens is de werkwijze van CZ onrechtmatig en strijdig met zelfregulering waar leden van Zorgverzekeraars Nederland (zoals CZ) aan gebonden zijn. Volgens haar weet CZ dat CZ verplicht is om reële tarieven in haar contracten te hanteren. Medipoint meent dat CZ ten onrechte nalaat de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (“OVA”) te verdisconteren in de tarieven die CZ aan Medipoint biedt.
Medipoint geeft aan dat zij te maken had en heeft met prijsstijgingen die niet kunnen worden opgevangen met de tarieven die CZ biedt, terwijl het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (“VWS”) wel het macrokader hulpmiddelen heeft geïndexeerd voor toegenomen kosten op het gebied van loon- en prijsbijstellingen. CZ weigert echter om deze beschikbare financiële ruimte aan te wenden voor de
hulpmiddelencontractering met Medipoint.
Sinds 2021 zijn niet alleen de kosten voor personeel gestegen, maar ook de kosten voor materiaal en kapitaal, terwijl er ook sprake is van een onvoorziene structureel hogere inflatie, aldus Medipoint. Volgens Medipoint dienen de prijsindexcijfers van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gehanteerd te worden ter compensatie van de hogere materiaal- en kapitaallasten. Hierbij dient volgens Medipoint uitgegaan te worden van een verhouding van 70% personele kosten, 30% materiële kosten en 0% kapitaal.
In de visie van Medipoint hadden de tarieven van CZ van het AD-contract met 22,72% moeten stijgen, de tarieven van het Bedden-contract met 15,91% moeten stijgen en de tarieven van het KU-contract met 8,78% moeten stijgen, ten einde Medipoint te compenseren voor de gestegen personeel- en materiaalkosten.
Medipoint stelt dat zij voor het jaar 2025 een spoedeisend belang heeft bij haar vordering, nu dit contractjaar nog maar net is aangevangen en zo snel mogelijk in rechte moet worden vastgesteld dat CZ in redelijkheid en billijkheid gehouden is om de tarieven per direct voor 2025 opwaarts bij te stellen, gezien de ontbrekende indexeringen. Dit geldt volgens Medipoint temeer, nu het gedrag en de prijsvorming die CZ hanteert, effect zal hebben op het inkoopgedrag van andere zorgverzekeraars bij het inkooptraject voor 2026 (dat in 2025 plaats heeft), hetgeen leidt tot een
race to the bottomwaarbij iedere zorgverzekeraar de ander probeert te overtreffen met kortingen op de tarieven die worden geboden aan Medipoint. Uit de winst- en verliesrekening van Medipoint blijkt het significante negatieve rendement van de Hulpmiddelencontracten van CZ, hetgeen de noodzaak tot indicatie én het spoedeisend belang onderstreept, aldus Medipoint.
3.3.
Joerns c.s. stellen (nagenoeg) identieke vorderingen in tegen CZ en leggen daaraan (nagenoeg) identieke stellingen ten grondslag.
3.4.
In de visie van CZ bestaat er geen juridische of feitelijke grondslag die CZ ertoe verplicht de tarieven te wijzigen. Samengevat voert CZ daartoe de volgende argumenten aan:
( i) Medipoint en Joerns c.s. hebben geen belang bij de onderhavige procedure vanwege het Aanbod om het Kostprijsonderzoek te laten uitvoeren en afronden, mét voorlopige indexatie en terugwerkende kracht;
(ii) Medipoint en Joerns c.s. hebben ook geen spoedeisend belang bij de onderhavige procedure, nu zij niet aannemelijk hebben gemaakt dat een bodemprocedure in redelijkheid niet kan worden afgewacht;
(iii) Medipoint en Joerns c.s. hebben geen feiten en omstandigheden gesteld die aanleiding geven tot het aanpassen c.q. openbreken van de rechtsgeldig ondertekende Hulpmiddelencontracten. De door Medipoint en Joerns c.s. aangehaalde jurisprudentie ziet op de precontractuele fase en niet op de contractuele fase waar CZ, Medipoint en Joerns c.s. zich momenteel in bevinden;
(iv) De rechtsverhouding tussen CZ enerzijds en Medipoint en Joerns c.s. anderzijds kenmerkt zich door contractsvrijheid;
( v) CZ biedt reële tarieven en betwist dat sprake is geweest en/of sprake zal zijn van
negatieve financiële gevolgen voor Medipoint en/of Joerns c.s.;
(vi) Uit het van toepassing zijnde rechtskader volgt geen verplichting om een volledig
kostendekkend tarief te bieden aan eenieder. Er is ook geen sprake van een afhankelijkheidsrelatie nu Medipoint voor slechts 20% afhankelijk is van CZ en dus voor 80% van haar omzet afhankelijk is van andere zorgverzekeraars dan CZ. Bij Joerns c.s. is evenmin sprake van een afhankelijkheidsrelatie
CZ dient op grond van de jurisprudentie in specifieke omstandigheden slechts een tarief te bieden waarvoor een redelijk efficiënt functionerende zorgaanbieder diensten kan leveren met de vereiste kwaliteit, waarbij niet hoeft te worden uitgegaan van individuele cijfers. CZ biedt dergelijke tarieven.
(vii) In uitzonderlijke gevallen kunnen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid met
zich brengen dat CZ een bijzondere zorgvuldigheid in acht heeft te nemen jegens
zorgaanbieders die zou resulteren in een verplichting om de tarieven te indexeren.
Daar is in dit geval geen sprake van.
Naar de mening van CZ dienen de vorderingen van Medipoint en Joerns c.s. dan ook te worden afgewezen.
Incidentele vordering tot tussenkomst, subsidiair voeging
3.5.
Op grond van artikel 217 Rv kan een ieder die een belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig geding, vorderen zich daarin te mogen voegen of daarin te mogen tussenkomen.
CZ heeft desgevraagd ter zitting aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de door Joerns c.s. gevorderde tussenkomst in het tussen Medipoint en CZ aanhangige geding.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat Joerns c.s. voldoende belang heeft bij de incidentele vordering tot tussenkomst en heeft - mede gelet op het feit dat CZ geen bezwaar heeft tegen de tussenkomst - dan ook ter zitting besloten dat het Joerns c.s. is toegestaan tussen te komen in de zaak tussen Medipoint en CZ.
Spoedeisend belang
3.6.
De primaire vorderingen van Medipoint en Joerns c.s. zien op een verhoging van de geldende tarieven krachtens de drie Hulpmiddelencontracten.
CZ meent dat Medipoint en Joerns c.s. geen (spoedeisend) belang meer hebben bij hun vorderingen vanwege het Aanbod van CZ van december 2024, waarin CZ aanbood om (i) zo spoedig mogelijk een Kostprijsonderzoek naar de Hulpmiddelencontracten te laten uitvoeren en afronden, (ii) de tarieven voorlopig te verhogen met 2,88 % en aanvullend met 10% voor het Bedden-contract en 2,88% voor het AD-Contract en het KU-contract en (iii) de tarieven met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025 bij te stellen indien het Kostprijsonderzoek daartoe aanleiding geeft. CZ heeft een opdrachtformulering verstrekt aan Gupta voor het uitvoeren van het Kostprijsonderzoek. CZ heeft daarbij aangegeven dat de uitkomsten van het Kostprijsonderzoek wat haar betreft bindend zijn voor partijen, in die zin, dat als de voorlopige verhoging van de tarieven achteraf terecht zou blijken, deze gelden mogen worden behouden, en dat als de voorlopige verhoging ontoereikend zou blijken te zijn, deze zal worden opgehoogd, en dat als zou blijken dat er teveel is betaald door CZ, het teveel betaalde zal worden teruggevorderd.
Medipoint en Joerns c.s. hebben aangegeven dat het Kostprijsonderzoek - hoewel op zichzelf een goede stap - gepaard gaat met bezwaren. Zo vrezen Medipoint en Joerns c.s. dat het Kostprijsonderzoek vele maanden in beslag zal gaan nemen en niet afgerond zal zijn vóór 1 oktober 2025. CZ moet van de NZa uiterlijk 1 april 2025 haar inkoopbeleid
2026 (e.v.) hebben gepubliceerd. De zorginkoop 2026 dient medio november 2025 van de NZa te zijn afgerond. Medipoint en Joerns c.s. menen dat het Kostprijsonderzoek niet vóór oktober 2025 zal zijn afgerond, waardoor niet kan worden voorkomen dat CZ ook in haar inkoopbeleid voor 2026 nalaat om reële en kostendekkende tarieven te bieden.
CZ heeft zich op haar beurt gemotiveerd op het standpunt gesteld dat haars inziens het Kostprijsonderzoek - na de voorbereidende fase - binnen 2 maanden uitgevoerd zal zijn en dat het volledige Kostprijsonderzoek vóór oktober 2025 zal zijn afgerond en de uitkomsten daarvan dus nog verdisconteerd kunnen worden in de tarieven voor 2026.
Medipoint en Joerns c.s. geven verder aan, dat in het Kostprijsonderzoek zal worden onderzocht of de door CZ geboden tarieven reëel zijn voor de gemiddelde kosten van een redelijk efficiënt functionerende zorgaanbieder (en niet alleen voor Medipoint en Joerns c.s.), ook gelet op het doelmatigheidspotentieel. Medipoint en Joerns c.s. menen dat de inrichting van hun ondernemingen (waarin het doelmatigheidspotentieel al maximaal is benut) niet zal aansluiten bij de maatman die in het kostprijsonderzoek als maatstaf zal worden genomen. Zij wijzen verder op het noodzakelijk moeten aanpassen van hun onderneming en bedrijfsvoering wat investeringen zal vergen die opgebracht moeten worden, waarbij ook acht geslagen moet worden op de eisen die op het gebied van verduurzaming aan hun worden gesteld.
3.7.
De voorzieningenrechter is met partijen van oordeel dat een kostprijsonderzoek in beginsel een geschikte methode is om een geschil omtrent tarieven te beslechten indien alle betrokken partijen de kans krijgen om input te leveren en een redelijke mate van objectiviteit wordt gewaarborgd.
De duur van het onderzoek
Het feit dat het aangeboden kostprijs onderzoek - waartoe CZ reeds opdracht heeft verstrekt aan Gupta - niet met absolute zekerheid vóór 1 oktober 2025 zal zijn voltooid, vormt naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen reden om dit aanbod, als onvoldoende om het spoedeisende karakter van de vorderingen te pareren, af te wijzen. De onzekerheid over de duur van het tijdspad van het Kostprijsonderzoek zit volgens Medipoint en Joerns c.s. met name in de voorbereidende fase van dit onderzoek. Het is echter juist de duur van deze voorbereidende fase waarop Medipoint en Joerns c.s. overwegende invloed kunnen uitoefenen door daaraan voortvarend hun medewerking te verlenen ten einde deze fase te bespoedigen. Bovendien geldt dat de voorlopig gehanteerde verhogingen (2,88% + 10% voor het Bedden-contract en 2,88% voor het AD-contract en het KU-contract) zullen doorlopen gedurende het tijdsbestek van het Kostprijsonderzoek.
De uitgangspunten van het onderzoek
De voorzieningenrechter stelt vast dat Medipoint en Joerns c.s. onvoldoende gemotiveerd hebben weerlegd dat de aangeboden voorlopige verhogingen van de tarieven voldoende zijn om de gestelde eerste financiële nood te lenigen en de uitkomsten van het Kostprijsonderzoek te kunnen afwachten.
De door Medipoint en Joerns c.s. genoemde inhoudelijke bezwaren tegen het Kostprijsonderzoek betreffen aspecten die bij het Kostprijsonderzoek kunnen worden betrokken waarbij met name bij de opzet en uitkomsten van dit onderzoek, in de tariefbepaling in redelijke mate rekening zal dienen te worden gehouden met het bezwaar van Medipoint en Joerns c.s. aangaande het te hanteren uitgangspunt van de maatman zijnde
een redelijk efficiënt functionerende zorgaanbieder.
Nu het hier gaat om kostprijsbepalingen die voor het belangrijkste deel effect zullen hebben op het alsdan reeds verstreken deel van 2025, ligt het in de rede de maatman niet volledig geabstraheerd van de inrichting van de bedrijfsvoering van Medipoint en Joerns c.s. te definiëren. Dat, als het gaat om substantiële aanpassingen, rekening zal worden gehouden met investerings- en transitiekosten ligt voor de hand nu het immers gaat om de vraag of tarieven met terugwerkende kracht herziening behoeven waarbij wijzigingen in de bedrijfsvoering nu eenmaal niet met terugwerkende kracht kunnen worden doorgevoerd.
Tevens geven Medipoint en Joerns c.s. terecht aan dat het streven naar kostenefficiency in balans dient te blijven met het kunnen verlenen van goede, passende zorg.
Zo komen – bijvoorbeeld - de bezwaren tegen het hanteren van afhaallocaties en afhaalkluizen steekhoudend voor nu een praktijk van levering en installatie van hulpmiddelen aan huis voor bedlegerige cliënten toch bezwaarlijk daardoor vervangen zal kunnen worden. Bovendien valt niet goed in te zien hoe een dergelijke ingrijpende wijziging - met name voor matrassen en bedden - aan te merken is als passende zorg.
Geen spoedeisend belang
Het aanbod van het Kostprijsonderzoek – uitgevoerd met inachtneming van voornoemd evenwicht in de te hanteren uitgangspunten – in samenhang met de aangeboden voorlopige tariefsverhogingen voor het gehele jaar 2025, die de eerste financiële nood lenigen bij Medipoint en Joerns c.s., afgewogen tegen de zeer ingrijpende maatregel om in kort geding een bestaande privaatrechtelijke overeenkomst open te breken, waarvan de gevolgen zich mogelijk uiteindelijk ook uitstrekken tot andere aanbieders van hulpmiddelenzorg en andere partijen in de zorgsector, maakt dat er op dit moment geen spoedeisend belang is om een ordemaatregel te treffen.
In het licht van het vorenstaande, zullen de vorderingen van Medipoint en Joerns c.s. dan ook worden afgewezen.
3.8.
Medipoint en Joerns c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van CZ tot op heden begroot op een bedrag van:
- griffierecht € 714,00
- salaris advocaat: € 1.661,00
- nakosten
€ 178,00(plus verhoging als in het dictum vermeld)
Totaal: € 2.553,00
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen als in het dictum vermeld.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
wijst de vorderingen van Medipoint en Joerns c.s. af;
4.2.
veroordeelt Medipoint en Joerns c.s. in de proceskosten, die tot op heden aan de zijde van CZ worden begroot op een bedrag van € 2.553,00, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis en - voor het geval voldoening binnen deze termijn uitblijft en betekening van het vonnis plaatsvindt - te verhogen met een bedrag van € 92 plus de kosten van betekening, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten, inclusief nakosten, vanaf veertien dagen na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
4.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Weide en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2025.