ECLI:NL:RBZWB:2025:1631

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 februari 2025
Publicatiedatum
20 maart 2025
Zaaknummer
C/02/431417 / FA RK 25-529
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • B. Benjaddi
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 20 februari 2025 vond een mondelinge behandeling plaats in de zaak betreffende een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Betrokkene, geboren in 1996, was niet aanwezig op de zitting omdat hij op vakantie was. Tijdens de eerdere mondelinge behandeling op 13 februari 2025 was betrokkene ook niet aanwezig, en zijn advocaat had geen contact met hem kunnen krijgen. De rechtbank besloot de behandeling aan te houden om betrokkene de kans te geven om gehoord te worden. De advocaat van betrokkene gaf aan dat hij niet gemachtigd was om een standpunt in te nemen zonder contact met zijn cliënt. De rechtbank benadrukte de onderzoeksplicht om te verifiëren of betrokkene op de hoogte was van de zitting en of hij gehoord wilde worden. De rechtbank besloot de mondelinge behandeling voort te zetten op een later tijdstip, waarbij een afschrift van het proces-verbaal naar betrokkene, zijn advocaat en GGZ WNB zou worden gestuurd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/431417 / FA RK 25-529
Proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 20 februari 2025
Aanwezig:
mr. Benjaddi, rechter,
Baremans, griffier.
Aan de orde is een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1996 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat mr. E. Bruijn te Amsterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 13 februari 2025, op de locatie
van GGZ WNB aan [adres] te [woonplaats] , waren aanwezig de advocaat van betrokkene (via een telefonische verbinding) en de heer J. Adan, verpleegkundig specialist. Betrokkene was niet aanwezig op de zittingslocatie, daarover had betrokkene bij zijn advocaat aangegeven niet bij de mondelinge behandeling aanwezig te zullen zijn vanwege een geplande vakantie. Uit zijn contact met betrokkene leidde de advocaat af dat betrokkene de mondelinge behandeling wenst bij te wonen om gehoord te worden over het verzoek.
1.2.
Daarop heeft de rechtbank beslist dat de behandeling van het verzoek wordt
aangehouden, waarbij betrokkene de gelegenheid wordt geboden om alsnog over het verzoek te worden gehoord tijdens de nadere mondelinge behandeling op donderdag 20 februari 2025 om 15:05 uur op de locatie van het FACT-team van GGZ WNB aan [adres] te [woonplaats] .

2.Vervolg

2.1.
Op 20 februari 2025 waren op de locatie van GGZ WNB aan de [adres]
te [woonplaats] aanwezig:
  • de heer [naam 1], psychiater;
  • mevrouw [naam 2], casemanager;
  • de advocaat van betrokkene via een telefonische verbinding.
2.2.
De psychiater en de casemanager geven aan dat het hen na de laatste
geplande mondelinge behandeling niet meer is gelukt om met betrokkene in contact te komen. Het is inmiddels langere tijd geleden dat zij contact hebben gehad met betrokkene. Nu bij de laatste mondelinge behandeling bleek dat betrokkene wegens een vakantie niet aanwezig was en hij ook tijdens de huidige mondelinge behandeling niet aanwezig is kunnen beiden instemmen met een aanhouding van de beslissing op het verzoek.
2.3.
De advocaat van betrokkene merkt op dat hij één of twee dagen voorafgaand
aan de laatste mondelinge behandeling van 13 februari 2025 voor het laatst contact met zijn cliënt heeft gehad. Met het oog op de huidige mondelinge behandeling heeft hij via een door zijn cliënt aangemaakte groepswhatsapp geprobeerd met zijn cliënt in contact te komen, maar is dit - evenals tijdens de vorige mondelinge behandeling - niet gelukt. Gelet daarop voelt hij zich op dit moment niet gemachtigd om namens zijn cliënt een standpunt over het verzoek in te nemen. Uit de berichten van zijn cliënt in de whatsappgroep heeft de advocaat in elk geval kunnen opmaken dat zijn cliënt waarschijnlijk met vakantie is of althans is geweest. Hoewel hij met zijn cliënt niet heeft kunnen bespreken wanneer hij zou terugkeren van vakantie, gaat hij er van uit dat het een vakantie betreft van maximaal een week. Ten slotte geeft de advocaat van betrokkene aan dat hij kan instemmen met aanhouding van de beslissing op het verzoek tot een nadere mondelinge behandeling in de week van 3 maart 2025.
2.4.
De rechtbank neemt in aanmerking dat in artikel 6:1 lid 1 Wvggz is bepaald dat
de rechter de betrokkene hoort na ontvangst van het verzoekschrift voor een zorgmachtiging, tenzij de rechter vaststelt dat de betrokkene niet in staat is of niet bereid is zich te doen horen. Het gaat hier om meer dan hetgeen reeds voortvloeit uit het fundamentele beginsel van een behoorlijke rechtspleging dat iedere partij de gelegenheid moet krijgen om haar standpunt naar voren te brengen voordat de rechter een beslissing neemt. Ook dient immers zoveel mogelijk gewaarborgd te zijn dat aan iemand niet verplichte zorg kan worden opgelegd zonder dat hij, zo hij dit wenst, zelf door de rechter wordt gehoord. Het is tegen deze achtergrond dat de onderzoeksplicht van de rechter naar de bereidheid van de betrokkene om zich te doen horen en de motivering van zijn vaststelling dat die bereidheid niet aanwezig was, moeten worden beoordeeld (Zie HR 16 juli 2021 ECLI:NL:HR:2021:1165, r.o. 3.2.).
2.5.
De rechtbank heeft hier een eigen onderzoeksplicht. Tijdens de mondelinge
behandeling kon niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat betrokkene op de hoogte is van de mondelinge behandeling. Hiertoe neemt de rechtbank in aanmerking dat tijdens de laatste mondelinge behandeling op 13 februari 2025 bleek dat betrokkene met vakantie was. Vervolgens is betrokkene opgeroepen voor een nieuwe mondelinge behandeling op 20 februari 2025. Daartoe is door de griffier van de rechtbank aan betrokkene een oproep gestuurd aangetekend en per gewone post op 13 februari 2025. Niet kan worden vastgesteld of betrokkene, mogelijk omdat hij (nog) met vakantie is, van deze oproep tijdig kennis heeft kunnen nemen. Het is aan de rechtbank om bij betrokkene na te gaan of hij wel of niet gehoord wil worden. Daarom bepaalt de rechtbank dat de mondelinge behandeling zal worden voortgezet op
[datum] 2025 om [uur] op de locatie van GGZ WNB aan [adres] te [woonplaats].
Een afschrift van dit proces-verbaal zal door de griffier van de rechtbank worden toegezonden aan: betrokkene, zijn advocaat en GGZ WNB .
Het afschrift van dit proces-verbaal geldt tevens als oproeping voor de voortzetting van de mondelinge behandeling op [datum] 2025 om [uur] uur te [woonplaats] .
Waarvan proces-verbaal.
verzonden op:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van het gerecht.