In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 februari 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1986, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van het verzoekschrift op 31 januari 2025. Tijdens de mondelinge behandeling, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder betrokkene en zijn advocaat. De officier van justitie was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, gediagnosticeerd als schizofreniespectrumstoornis. Betrokkene ontkent deze diagnose en beweert dat hij zorg nodig heeft voor parasieten onder zijn huid. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er ernstig nadeel kan ontstaan als betrokkene zijn medicatie niet consequent gebruikt, wat leidt tot gevaarlijk gedrag, waaronder brandstichting.
De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot verplichte zorg in de vorm van medicatietoediening en medische controles. De overige verzochte zorgvormen zijn afgewezen, omdat hiervoor geen noodzaak is vastgesteld. De rechtbank heeft benadrukt dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en om de veiligheid van hemzelf en zijn omgeving te waarborgen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Benjaddi, rechter, en is op schrift gesteld op 6 maart 2025.