Uitspraak
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
“Voorafgaand aan het onderzoek werden meerdere pogingen ondernomen om aan adequaat referentiemateriaal te komen van de heer [gedaagde] om het onderzoek mogelijk te maken. Volgens opgave had de heer [gedaagde] geen beschikking over oudere documenten. Die zouden alle verloren zijn gegaan. Dan was er de optie om schrijfproeven af te nemen. De heer [gedaagde] kan volgens opgave niet meer schrijven met zijn rechterhand vanwege een ongeluk dat hij helaas heeft gehad, maar kan uitsluitend schrijven met de schrijf-ongewone hand, zijn linkerhand.”In zijn conclusies geeft de deskundige aan:
“In dit geval is het referentiemateriaal dusdanig beperkend dat er geen meer vergaand conclusie kan worden gegeven. Er kan te weinig waarde worden gehecht aan de overeenkomsten die zijn waargenomen mede omdat de variatiebreedte van de schrijver [gedaagde] niet kan worden ingeschat. Er is meer referentiemateriaal nodig uit de tijd dat de heer [gedaagde] nog met zijn dominante hand kon schrijven.”
3.De beslissing
woensdag 2 april 2025voor het nemen van een akte door beide partijen over het voorschot van € 1.694,00 voor nader onderzoek door de deskundige,