ECLI:NL:RBZWB:2025:1671
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- M. Scheffers
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nakoming van betalingsverplichting uit aannemingsovereenkomst na faillissement
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert de curator van de failliete vennootschap [B.V. 1] betaling van een openstaande aanneemsom van € 155.868,00 van de gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De curator stelt dat de gedaagden de verplichtingen uit de aannemingsovereenkomst met [B.V. 1] hebben overgenomen van de particulier [particulier], maar deze niet hebben voldaan. De gedaagden betwisten de vordering en stellen dat de vordering van [B.V. 1] op hen teniet is gegaan door schuldovername en verrekening met [B.V. 3]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de curator onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat de gedaagden te kwader trouw hebben gehandeld en dat de schuldovername en verrekening rechtsgeldig zijn. De rechtbank wijst de vordering van de curator af en veroordeelt hem in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 19 maart 2025.