Uitspraak
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2011 te [geboorteplaats] Syrië;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2015 te [geboorteplaats] Syrië.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 maart 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorzieningen in het kader van een echtscheidingsprocedure. De vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. E. El-Sharkawi, verzoekt om de voorlopige toevertrouwing van de minderjarige kinderen aan haar en het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning. De man, verweerder in deze procedure, heeft de Syrische nationaliteit en spreekt de Nederlandse taal niet. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 maart 2025 zijn beide partijen verschenen, waarbij de man zonder advocaat en tolk aanwezig was. De rechtbank heeft geconstateerd dat er spanningen zijn in de thuissituatie, wat ook invloed heeft op de minderjarigen. De vrouw heeft aangegeven dat de man verbaal agressief is en dat de kinderen zich onveilig voelen. De man ontkent deze beschuldigingen en stelt dat de vrouw impulsief is. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd dat de kinderen aan de vrouw worden toevertrouwd, gezien de spanningen tussen de ouders. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarigen is dat zij aan de vrouw worden toevertrouwd en dat zij het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning krijgt. De man moet de woning binnen 14 dagen verlaten. De rechtbank heeft ook benadrukt dat hulpverlening voor beide ouders en de kinderen noodzakelijk is.