ECLI:NL:RBZWB:2025:1709
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- Mr. Phillips
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing in het kader van ondertoezichtstelling van minderjarigen
Op 13 maart 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing die was gegeven aan de vader van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak werd behandeld in het kader van een ondertoezichtstelling die was ingesteld op 9 augustus 2024. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Brabant, had de schriftelijke aanwijzing op 11 november 2024 aan de vader gegeven, maar deze was niet nageleefd. De vader had geen contact opgenomen met de GI, ondanks herhaalde verzoeken en een vooraankondiging van de schriftelijke aanwijzing. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 maart 2025 was de vader niet aanwezig, terwijl de moeder en vertegenwoordigers van de GI wel aanwezig waren. De kinderrechter oordeelde dat de GI bevoegd was om de schriftelijke aanwijzing te geven en dat deze op zorgvuldige wijze tot stand was gekomen. De kinderrechter bekrachtigde de schriftelijke aanwijzing, omdat de vader niet voldeed aan zijn verplichtingen en de ontwikkeling van de minderjarigen in het geding was. De kinderrechter benadrukte het belang van samenwerking tussen de ouders en de GI voor de ontwikkeling van de minderjarigen.