ECLI:NL:RBZWB:2025:1724

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 maart 2025
Publicatiedatum
25 maart 2025
Zaaknummer
C/02/431560 FA RK 25-599
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Hopmans
  • mr. Brok
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van kinderalimentatie na echtscheiding met betrekking tot minderjarig kind

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 maart 2025 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de wijziging van kinderalimentatie. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.T.E. Kranenburg, verzoekt om wijziging van de eerder vastgestelde kinderalimentatie, die door de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. V.J.C. Pieters, werd betaald. De partijen zijn in het verleden gehuwd geweest en hebben een minderjarig kind, geboren in 2017. De oorspronkelijke beschikking betreffende de kinderalimentatie was vastgesteld op € 264,00 per maand. De vrouw verzoekt nu om de kinderalimentatie te verlagen naar € 78,00 per maand met ingang van 1 december 2024, en naar € 83,07 per maand met ingang van 1 januari 2025. De man heeft in een referteverklaring aangegeven geen verweer te willen voeren tegen het verzoek van de vrouw. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek van de vrouw gegrond is en heeft de wijziging van de kinderalimentatie toegewezen. De rechtbank heeft de nieuwe bedragen vastgesteld en deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Hopmans, rechter, in aanwezigheid van de griffier, mr. Brok.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Middelburg
Zaaknummer: C/02/431560 FA RK 25-599
beschikking van 20 maart 2025 betreffende wijziging kinderalimentatie
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats 1] ,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. M.T.E. Kranenburg, te Roosendaal,
en
[de man],
wonende te [woonplaats 2] ,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. V.J.C. Pieters, te Goes.
1. Het procesverloop
1.1. Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 5 februari 2025 ontvangen verzoekschrift wijziging kinderalimentatie, met bijlagen;
- het F2-formulier waarbij mr. Pieters zich stelt voor de man;
- de op 14 februari 2025 ontvangen referteverklaring van de man, ingediend door
mr. Pieters.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn gehuwd geweest. Bij beschikking van [datum] 2020 is in het huwelijk van
partijen de echtscheiding uitgesproken. De beschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Kapelle op 28 juli 2020.
2.2.
Uit hun huwelijk is het volgende, nu nog minderjarige kind geboren:
[minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2017.
2.3.
Bij genoemde beschikking van [datum] 2020 is bepaald dat de man
€ 264,00 per maand dient te betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige.

3.Het verzoek en de beoordeling daarvan

3.1.
De vrouw verzoekt de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, afgegeven op [datum] 2020 onder reknr C/02/357301 FA RK 19-1848 te wijzigen voor zover daarin de kinderalimentatie is bepaald en in plaats daarvan te bepalen dat:
- de man voldoet aan de vrouw een bedrag aan kinderalimentatie van € 78,00 per maand, met ingang van 1 december 2024 bij vooruitbetaling te voldoen. Vanaf 1 januari 2025 betaalt de man een kinderalimentatie van € 83,07 per maand bij vooruitbetaling te voldoen.
Met aanhechting van de draagkrachtberekening waaruit voormeld bedrag aan kinderalimentatie blijkt.
3.2.
Door middel van voormelde referteverklaring heeft de man laten weten geen verweer te willen voeren tegen het verzoek.
3.3
Aangezien het verzoek op de wet is gegrond en de man zich aan het oordeel van de rechtbank heeft gerefereerd, zal de rechtbank het verzoek van de vrouw op onderstaande wijze toewijzen. De draagkrachtberekening zal aan de beschikking worden gehecht.

4.De beslissing

De rechtbank
wijzigt voormelde beschikking d.d. [datum] 2020 van deze rechtbank als volgt:
bepaalt dat de daarbij vastgestelde bijdrage voor de verzorging en opvoeding van de [minderjarige] , geboren te [woonplaats 2] op [geboortedag] 2017, met ingang van 1 december 2024 wordt vastgesteld op € 78,= per maand en met ingang van 1 januari 2025 nader wordt vastgesteld op € 83,07 per maand aan de vrouw voor de toekomst bij vooruitbetaling te voldoen.
Deze beschikking is gegeven door mr. Hopmans, rechter, en, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. Brok, in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2025.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.