ECLI:NL:RBZWB:2025:1741

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 maart 2025
Publicatiedatum
27 maart 2025
Zaaknummer
C/02/432657 / FA RK 25-1139
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Van Dun
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging Wvggz; afwijzing cameratoezicht als niet noodzakelijk

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 maart 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1965. De officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, omdat betrokkene onder invloed van emotionele schommelingen en overmatig alcoholgebruik de controle over zichzelf verliest. Betrokkene heeft een lange geschiedenis van hulpverlening, zowel vrijwillig als gedwongen, en is bekend met een Borderline persoonlijkheidsstoornis, een stoornis in het gebruik van alcohol en een angststoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar psychische stoornis, wat leidt tot lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is om betrokkene te beschermen en haar te helpen bij het stabiliseren van haar geestelijke en fysieke gezondheid.

De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, maar het verzoek om cameratoezicht afgewimpeld, omdat de noodzaak hiervoor niet is gebleken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde vormen van verplichte zorg evenredig en effectief zijn, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De zorgmachtiging is verleend tot en met 21 september 2025, en de rechtbank heeft de overige verzoeken afgewezen. Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Van Dun, rechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/432657 / FA RK 25-1139
Datum uitspraak: 21 maart 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1965 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats 1],
advocaat mr. R.T.A.G. Keller te Tilburg.
De rechtbank merkt in deze zaak als belanghebbende aan:
[de curator] B.V.te [plaats 2], als curator over betrokkene,
hierna te noemen: de curator.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 5 maart 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 21 maart 2025 bij [accommodatie] te [plaats 1]. Daarbij zijn verschenen en gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • de heer [naam 1], regiebehandelaar bij Novadic Kentron;
  • mevrouw [naam 2], behandelaar bij Novadic Kentron;
  • de heer [naam 3], trajectregisseur bij [accommodatie];
  • mevrouw [naam 4], namens de curator (digitaal via een tweezijdige beeld- en geluidsverbinding).

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om ten aanzien van betrokkene een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De standpunten

3.1.
De regiebehandelaar heeft, samengevat, aangegeven dat betrokkene onder invloed van haar emotionele schommelingen en buitensporig alcoholgebruik de controle over zichzelf verliest. Zo neemt zij tot dertig keer per dag telefonisch contact op met de hulpdiensten via het noodnummer 112 en wordt zij in beschonken toestand buiten aangetroffen zonder passende kleren aan, met als gevolg dat zij onderkoeld raakt. Een gedwongen opname en verblijf in de accommodatie is noodzakelijk om het patroon van maatschappelijke teloorgang te doorbreken. Betrokkene is al meermaals op vrijwillige basis opgenomen geweest in de accommodatie. Dit is aanvankelijk steeds goed verlopen, maar op een gegeven moment, wanneer zij tegenslag ervaart, kan zij de zucht naar alcohol niet langer weerstaan en wil zij met ontslag. De opname en het verblijf zal naar verwachting met een zorgmachtiging dan ook grotendeels op vrijwillige basis plaatsvinden. Echter, wanneer zij tegen het advies van de behandelaren de accommodatie wil verlaten, is het belangrijk dat zij kan worden tegengehouden en verplicht om daar te blijven. Daarnaast staat betrokkene op een wachtlijst voor verblijf in een woonvoorziening en daarvoor is eveneens een zorgmachtiging vereist. Over de overige verzochte vormen van verplichte zorg, heeft de regiebehandelaar aangegeven dat “uitoefenen van toezicht op betrokkene” nodig is om cameratoezicht te kunnen inzetten. Dit zal enkel nodig zijn als betrokkene bij binnenkomst in de accommodatie in een beschonken toestand verkeerd en er toezicht nodig is vanwege een mogelijk risico op een onttrekkingsdelier of een epileptische aanval. Als richtlijn geldt dat cameratoezicht enkel in de eerste twee weken van de opname nodig zal zijn. In de praktijk zal dit eerder gedurende de eerste 72 uren zijn. Overigens wordt cameratoezicht nooit zonder medeweten van betrokkene ingezet. Bij het intakegesprek wordt bovendien een toestemmingsformulier ingevuld. Echter, wanneer dit bij binnenkomst niet mogelijk is omdat betrokkene in een beschonken toestand verkeert, wordt de beslissing genomen door de behandelaren totdat een goed gesprek weer mogelijk is. Volgens de regiebehandelaar heeft betrokkene nog niet eerder een onttrekkingsdelier of epilepsie meegemaakt.
3.2.
De trajectregisseur heeft ter aanvulling daarop, samengevat, aangegeven dat het bewonderingswaardig is dat betrokkene, wanneer zij in een nuchtere toestand verkeert, zelf inziet dat zij zorg nodig heeft en dat zij tegengehouden moet worden als zij in beschonken toestand aangeeft dat zij de accommodatie wil verlaten.
3.3.
De curator heeft, samengevat, aangegeven dat zij aansluit bij het standpunt van de behandelaren. De curator gunt betrokkene dat zij weer kan genieten van haar leven en zij de mogelijkheden benut die zij in nuchtere toestand heeft.
3.4.
Namens en door betrokkene is, samengevat, aangevoerd dat zij geen op- of aanmerkingen heeft over de psychische stoornis en het daaruit voortkomend ernstig nadeel. Daarnaast is tot nu toe gebleken dat hulpverlening op vrijwillige basis ontoereikend is voor het voorkomen dan wel het wegnemen van ernstig nadeel bij betrokkene. Betrokkene ziet daarom in dat verplichte zorg nodig is. Echter heeft zij bezwaar tegen het inzetten van cameratoezicht op haar kamer als verplichte vorm van zorg, nu haar kamer de enige plek is waar zij haar privacy heeft. De mogelijkheid dat er cameratoezicht wordt ingezet, leidt bij betrokkene tot veel spanningen.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene is al langere tijd bekend met een Borderline persoonlijkheidsstoornis, een stoornis in het gebruik van alcohol en een angststoornis. Dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis is door en namens betrokkene ook erkend.
4.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank overweegt in dat verband dat betrokkene onder invloed van voormelde psychische stoornissen last heeft van emotionele schommelingen en er sprake is van overmatig alcoholgebruik. Betrokkene raakt bovendien snel overprikkeld en overvraagd. Het overmatige alcoholgebruik leidt regelmatig tot overlast, waarbij betrokkene onder andere diefstallen pleegt en zij zichzelf prostitueert. Vanwege haar overmatige alcoholgebruik en gedrag komt betrokkene veelvuldig in aanraking met de hulpdiensten en staat haar woonsituatie onder druk. Ook heeft zij last van verschillende lichamelijke problemen.
4.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig. Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Betrokkene heeft een lange hulpverleningsgeschiedenis, zowel in het vrijwillig kader als met gedwongen zorg en een ISD-traject. Wanneer betrokkene in een nuchtere toestand verkeert, ziet zij zelf in dat zij zorg nodig heeft. Maar wanneer zij opgenomen is en zij tegenslag ervaart, lukt het haar niet om voldoende weerstand te bieden tegen de zucht naar alcohol en de noodzakelijk geachte zorg blijvend te accepteren. Hulpverlening op vrijwillige basis is daarom ontoereikend gebleken voor het wegnemen dan wel het voorkomen van ernstig nadeel. Verplichte zorg is daarom nodig bij wijze van ‘stok achter de deur’, om indien nodig te kunnen doorpakken en betrokkene in bescherming te kunnen nemen en haar tegen te kunnen houden indien zij zich wil onttrekken aan de noodzakelijk geachte zorg.
4.5.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Hieronder valt onder meer het verplicht toelaten van de contacten met het ambulante behandelteam;
- opnemen in een accommodatie.
De rechtbank zal het verzoek voor zover dat ziet op het opnemen van de verplichte vorm van zorg “uitoefenen van toezicht op betrokkene” afwijzen. Naar het oordeel van de rechtbank is de noodzaak voor die verplichte zorg immers niet gebleken en ook niet voorzienbaar, nu deze vorm van verplichte zorg enkel wordt verzocht om cameratoezicht te kunnen inzetten wanneer betrokkene bij binnenkomst in de accommodatie in beschonken toestand zou verkeren en in dat geval tijdig te kunnen ingrijpen wanneer betrokkene een onttrekkingsdelier of een epileptische aanval doormaakt. Echter, gebleken is dat dit tot nu toe tijdens de vrijwillige opnames niet nodig is geweest, terwijl behandelaren bij de mondelinge behandeling hebben gezegd dat cameratoezicht, indien medisch geïndiceerd, hoe dan ook wordt ingezet.
4.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.
4.8.
Gelet op al het voorgaande zal de rechtbank het verzoek toewijzen en een zorgmachtiging voor betrokkene verlenen voor de (verzochte) duur van zes maanden, tot en met 21 september 2025.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging voor [betrokkene], geboren op [geboortedag] 1965 in [geboorteplaats], inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 4.5. kunnen worden getroffen;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 21 september 2025;
5.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2025 door mr. Van Dun, rechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos, griffier en op schrift gesteld op 27 maart 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.