Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure heeft CCV GROUP B.V., hierna te noemen CCV, een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die voorheen H.O.D.N. [bedrijf] was. De eisende partij vorderde betaling van € 284,42, vermeerderd met rente en kosten, omdat de gedaagde in gebreke was gebleven met de betaling van servicekosten voor een doorlopend servicecontract voor een mobiele pinautomaat. De gedaagde heeft verweer gevoerd en aangevoerd dat hij zijn bedrijf per 1 oktober 2022 heeft verkocht aan een derde, die verantwoordelijk zou zijn voor de kosten. CCV heeft echter geen conclusie van repliek genomen, waardoor zij haar stellingen onvoldoende heeft gehandhaafd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van CCV moet worden afgewezen, omdat de eisende partij niet heeft gereageerd op de gemotiveerde betwisting van de gedaagde. Tevens is CCV veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn begroot op € 50,00. Dit vonnis is uitgesproken op 19 maart 2025 door de kantonrechter S. Swaanen.