4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
op 17 juli 2024 te Tilburg als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Spoorlaan zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend,
- een mobiele telefoon in zijn hand vast te houden en zijn blik eenmaal op die mobiele telefoon gericht te houden en zijn aandacht niet voortdurend op de weg voor zich
te houdenen
- ter plaatse waar een driekleurig verkeerslicht voor het in zijn, verdachtes, richting rood licht uitstraalde, niet te stoppen voor het rode licht en de aldaar op het wegdek geplaatste gele stopstreep en
- vervolgens - met toenemende snelheid - de voetgangersoversteekplaats op te rijden en aldaar geen voorrang te verlenen aan de overstekende voetgangers,
waardoor het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig, in aanrijding is gekomen met voetgangers, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer 1] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten, een dubbele gecompliceerde enkelbreuk (waarvoor
eenoperatie
nodig was).
2
op 17 juli 2024 te Tilburg als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Spoorlaan,
- een mobiele telefoon in zijn hand heeft vast gehouden en zijn blik eenmaal op die mobiele telefoon heeft gericht en zijn aandacht niet voortdurend op de weg voor zich heeft gehouden en
- ter plaatse waar een driekleurig verkeerslicht voor het in zijn, verdachte s, richting rood licht uitstraalde, niet heeft gestopt voor het rode licht en de aldaar op het wegdek geplaatste gele stopstreep en
- vervolgens — met toenemende snelheid - de voetgangersoversteekplaats is opgereden en aldaar geen voorrang heeft verleend aan de overstekende voetgangers,
waardoor het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig, in aanrijding is gekomen met voetgangers, te weten [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
door welke gedragingen van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt en het verkeer op die weg werd gehinderd;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.