ECLI:NL:RBZWB:2025:1912

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 april 2025
Publicatiedatum
3 april 2025
Zaaknummer
02-007083-24
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak aanranding en veroordeling voor vervaardigen, bezit en verspreiden van kinderporno met toepassing van jeugdstrafrecht

Op 3 april 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van aanranding en het vervaardigen, bezitten en verspreiden van kinderporno. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de aanranding, omdat niet kon worden bewezen dat er sprake was van dwang. De rechtbank oordeelde echter dat de verdachte wel schuldig was aan het vervaardigen en verspreiden van kinderporno, waarbij hij een minderjarige heeft aangezet tot het maken van naaktfoto's en video's. De rechtbank legde een voorwaardelijke jeugddetentie van twee maanden op, met een proeftijd van drie jaar, en een werkstraf van 60 uur. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, dat nog steeds psychische gevolgen ondervindt van de daden van de verdachte. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met het slachtoffer en toezicht door de jeugdreclassering. De benadeelde partij, het slachtoffer, heeft een schadevergoeding van €3.000,- toegewezen gekregen voor immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-007083-24
vonnis van de meervoudige kamer van 3 april 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag 1] 2002 te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats]
raadsvrouw mr. K.C.A.M. Oomen, advocaat te Breda.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 20 maart 2025, waarbij de officier van justitie, mr. A. Verhoeven, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
- in de periode van 13 augustus 2022 tot en met 28 september 2022 [aangeefster] heeft aangerand door haar onder meer te dwingen tot het verrichten van ontuchtige handelingen bij zichzelf en haar te dwingen naaktfoto's en filmpjes van zichzelf te maken en sturen (feit 1)
- in de periode van 13 augustus 2022 tot en met 28 september 2022 naaktfoto's en filmpjes van het minderjarige [aangeefster] heeft vervaardigd (feit 2)
- in de periode van 13 augustus 2022 tot en met 21 juli 2023 naaktfoto's en filmpjes van het minderjarige [aangeefster] in zijn bezig heeft gehad en heeft verspreid (feit 3).

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 1 primair, feit 2 en feit 3 heeft begaan.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak van feit 1 primair en subsidiair. Voor wat betreft feit 2 refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank. Dat geldt ook voor feit 3 ten aanzien van het bezit van kinderporno. Van het verspreiden van kinderporno dient verdachte te worden vrijgesproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 1 primair
De rechtbank stelt vast dat verdachte aan [aangeefster] heeft gevraagd seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten, daarvan foto’s te maken en naar verdachte te sturen. Gelet op de jurisprudentie van de Hoge Raad over de interactie met betrekking tot het seksuele contact (ECLI:NL:HR 2011:BP1379) is de rechtbank van oordeel dat verdachte, door dergelijke foto’s van aangeefster te vragen, iets van haar heeft verlangd waardoor sprake is geweest van interactie.
Dwang
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling wegens feitelijke aanranding van de eerbaarheid als bedoeld in artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) is vereist dat de dader een zodanige psychische druk op het slachtoffer heeft uitgeoefend of deze in een zodanige afhankelijkheidspositie heeft gebracht dat deze zich niet tegen de seksuele handeling kon verzetten. Er kan sprake zijn van dwang in een situatie waarin het voor het slachtoffer erg moeilijk is zich aan bepaalde handelingen te onttrekken. Verzet van het slachtoffer is niet vereist.
Verdachte heeft erkend dat hij aangeefster heeft gevraagd om naaktfoto’s van zichzelf te maken en naar hem toe te sturen. Aangeefster heeft daarover aangegeven dat zij de naaktfoto’s in eerste instantie vrijwillig had gestuurd en ook uit het dossier blijkt van wederkerig contact. Hoewel aangeefster verklaart dat zij zich na verloop van tijd gedwongen voelde om naaktfoto’s te blijven sturen, volgt die dwang niet uit andere objectieve bewijsmiddelen in het dossier. Omdat verdachte hierover tegenstrijdig verklaart en zijn verklaring ter terechtzitting in het licht van zijn persoonlijke problematiek (terughoudend) moet worden bezien, kan aan zijn verklaring ter zitting over de al dan niet uitgeoefende dreiging/dwang onvoldoende gewicht worden toegekend. Dit maakt dat niet is komen vast te staan dat verdachte een zodanige psychische druk op aangeefster heeft uitgeoefend waartegen zij zich niet kon verzetten. De vereiste dwang kan daarom niet worden bewezen. De rechtbank zal verdachte van het primair ten laste gelegde vrijspreken.
Feit 1 subsidiair
Voor wat betreft het subsidiair ten laste gelegde feit overweegt de rechtbank dat dit wel wettig en overtuigend kan worden bewezen. Zoals hiervoor al is overwogen heeft verdachte aangeefster, die toen pas 14 jaar was, aangezet tot het verrichten van seksuele handelingen bij zichzelf en tot het maken van naaktfoto’s en het versturen daarvan. Bovendien wist verdachte dat aangeefster minderjarig was (hij dacht zelf vijftien jaar) en heeft hij van dat leeftijdsverschil en het psychisch overwicht misbruik gemaakt. Dat verdachte vanwege zijn persoonlijke problematiek op een lager niveau functioneert doet daar niet aan af. De rechtbank verwerpt dat verweer dan ook en acht het subsidiair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2
Omdat verdachte feit 2 heeft bekend en door de verdediging geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen (bijlage III) als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 2 heeft begaan.
Feit 3
Verdachte heeft bekend dat hij het compilatiefilmpje met daarin de naaktfoto’s van aangeefster heeft vervaardigd en die foto’s en het filmpje al die tijd in zijn bezit heeft gehad. Dat geldt ook voor het bezit van de filmpjes waarop te zien is dat aangeefster bij zichzelf seksuele handelingen verricht. Voor wat betreft het verspreiden van de naaktfoto’s en de filmpjes overweegt de rechtbank dat uit de verklaringen van aangeefster en haar moeder blijkt dat die bestanden alleen naar verdachte zijn gestuurd. Bovendien bevestigt verdachte in de chat op 12 september 2022 richting aangeefster dat hij een screenrecord heeft van zeven minuten aan beeldmateriaal. Naar het oordeel van de rechtbank kan het dan ook niet anders dan dat verdachte degene is geweest die de naaktfoto’s en het filmpje via Telegram heeft verspreid. De rechtbank acht het verspreiden daarom wettig en overtuigend bewezen. Dat is anders voor wat betreft het delen van het filmpje via AirDrop. De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet is komen vast te staan dat verdachte degene is geweest die de filmpjes (vervolgens) via AirDrop heeft verspreid. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1. subsidiair
op tijdstippen in de periode van 13 augustus 2022 tot en met 28 september 2022 te Tilburg en Breda door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht te weten door
- het aanzienlijke leeftijdsverschil van verdachte op [aangeefster] , geboren op
[geboortedag 2]2008, en
- via social media, contact met die [aangeefster] te hebben en vervolgens actief contact met die [aangeefster] te onderhouden in privégesprekken,
[aangeefster] , geboren op
[geboortedag 2]2008, die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, telkens opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, door het
- maken van naaktfoto's en naaktfilmpjes waarop haar (deels) ontblote billen en/of borsten en/of vagina, en/of haar vagina met ingebracht voorwerp en/of vingers van die [aangeefster] te zien zijn en
- toesturen en tonen van deze naaktfoto's en naaktfilmpjes via Snapchat, aan hem, verdachte, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
2.
op tijdstippen in de periode van 13 augustus 2022 tot en met 28 september 2022, te Tilburg en Breda
- afbeeldingen, te weten foto's en video’s en
een- gegevensdrager te weten een mobiele telefoon (Samsung), bevattende afbeeldingen,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [aangeefster] (geboren op
[geboortedag 2]2008), is betrokken heeft vervaardigd, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de vinger
s/hand zichzelf betasten en aanraken van haar eigen geslachtsdeel, billen en/of borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [bestandsnaam 1] .jpg, [bestandsnaam 1] .thm, [bestandsnaam 1] .mov, [bestandsnaam 2] .jpg van toonmap)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden
waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling ( [bestandsnaam 3] .mp4 van pv bevindingen [bestandsnaam 4] , [bestandsnaam 1] .jpg, [bestandsnaam 1] .thm, [bestandsnaam 1] .mov, [bestandsnaam 2] .jpg van toonmap)
3
op tijdstippen in de periode van 13 augustus 2022 tot en met 21 juli 2023 te Tilburg en Breda in Nederland, telkens
- afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of
een
- gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon (Samsung), bevattende afbeeldingen,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [aangeefster] (geboren op
[geboortedag 2]2008), is betrokken
heeft verspreid en verworven en in bezit gehad en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de vinger
s/hand zichzelf betasten en/of aanraken van haar eigen geslachtsdeel, billen en/of borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [bestandsnaam 1] .jpg, [bestandsnaam 1] .thm, [bestandsnaam 1] .mov, [bestandsnaam 2] .jpg van toonmap)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling ( [bestandsnaam 3] .mp4 van pv bevindingen [bestandsnaam 4] , [bestandsnaam 1] .jpg, [bestandsnaam 1] .thm, [bestandsnaam 1] .mov, [bestandsnaam 2] .jpg van toonmap).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert het jeugdstrafrecht toe te passen en een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van twee maanden met een proeftijd van drie jaar op te leggen met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden met de aanvullingen die door de jeugdreclassering zijn gegeven. Daarnaast vordert de officier van justitie een contactverbod met aangeefster en vordert zij de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden. Ook vordert zij een werkstraf voor de duur van zestig uur.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit eveneens toepassing van het jeugdstrafrecht. Verdachte kan zich vinden in de taakstraf van zestig uur, maar verzoekt een matiging van de voorwaardelijke jeugddetentie en te volstaan met een proeftijd van twee jaar. Verdachte zal zich aan de bijzondere voorwaarden en het contactverbod houden. Tevens wordt verzocht rekening te houden met een overschrijding van de redelijke termijn.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De ernst van de feiten
Verdachte heeft het toen veertienjarige slachtoffer ertoe bewogen om seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten, daar foto’s en filmpjes van te maken en naar verdachte te sturen. Verdachte heeft van deze foto’s een compilatiefilmpje gemaakt en de foto’s en filmpjes vervolgens verspreid via Telegram en geruime tijd in zijn bezit gehad. Verdachte heeft door deze handelswijze op ernstige wijze de lichamelijke en psychische integriteit van het slachtoffer geschonden en haar gevoel van vertrouwen en veiligheid ernstig geschaad. Het is een feit van algemene bekendheid dat dit soort feiten, juist aan minderjarigen die nog in een seksuele ontwikkelingsfase verkeren, schade toebrengen. Bovendien heeft verdachte door het plaatsen van het beeldmateriaal op internet het slachtoffer bewust enorme schade toegebracht. Iets wat op internet staat, is bijna onmogelijk te verwijderen. Nog jarenlang kan het slachtoffer door herkenning door derden van de seksuele afbeeldingen geconfronteerd worden met het feit dat haar vertrouwen door verdachte is beschaamd. Dat dit ook gebeurt, blijkt ook uit de ter zitting voorgedragen slachtofferverklaring. Tevens is door het slachtoffer toegelicht dat zij nog steeds psychische gevolgen ondervindt van wat haar is overkomen. Dit rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel uit het strafblad van verdachte van 3 februari 2025, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld. De rechtbank constateert dat artikel 63 Sr van toepassing is.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsrapport van 12 februari 2025, waaruit blijkt dat de reclassering zich zorgen maakt om de toename in frequentie en ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten. Het toezicht van de jeugdreclassering verloopt naar omstandigheden redelijk goed. Beschermende factoren zijn het reclasseringstoezicht, de huisvesting binnen de beschermde woonvorm en de gestarte behandeling, gericht op de seksualiteit van verdachte. De reclassering acht het wenselijk en noodzakelijk om de huidige hulpverleningstrajecten voort te zetten en ziet voldoende aanknopingspunten om toepassing van het jeugdstrafrecht te adviseren. Verdachte functioneert op een beneden gemiddeld intelligentieniveau, er zijn vermoedens dat hij op een sociaal-emotioneel lager niveau functioneert dan zijn kalenderleeftijd, hij handelt impulsief en heeft moeite om de gevolgen van zijn handelen in te schatten.
De risico’s op recidive en letsel kunnen niet worden ingeschat en het risico op onttrekking aan de voorwaarden wordt ingeschat als gemiddeld. De reclassering adviseert een voorwaardelijke straf op te leggen met daarbij als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandeling, begeleid wonen, het hebben van dagbesteding, het vermijden van contact met minderjarigen en het vermijden van kinderporno.
Ter zitting heeft de [jeugdreclasseerder] daar nog aan toegevoegd dat bij verdachte sprake is van een licht verstandelijke beperking, PDD-NOS en ADHD. Verdachte woont beschermd (RIBW) en er zal een gedragsinterventie via [organisatie] worden ingezet. De bedoeling is dat [maatschappelijk werk] verdachte gaat begeleiden bij het afronden van een eerder opgelegde taakstraf. De begeleiding van [maatschappelijk werk] moet als bijzondere voorwaarde worden toegevoegd. De jeugdreclasseerder adviseert de bijzondere voorwaarden voor verdachte zo duidelijk mogelijk te specificeren, waarbij het de bedoeling is dat verdachte drie keer in de week naar [maatschappelijk werk] gaat, één uur in de week een gesprek heeft met de orthopedagoog van [organisatie] en één keer in de vier weken face to face contact heeft met de jeugdreclassering en dat verdachte opneemt als de jeugdreclasseerder belt en terug appt als zij hem een bericht stuurt. Toezicht op het internetgebruik kan het beste eens per maand plaatsvinden door [organisatie] . Een proeftijd van drie jaar wordt wenselijk geacht, omdat de jeugdreclassering pas net betrokken is en het lang(er) kan duren voordat de behandeling beklijft, en verdachte intrinsiek gemotiveerd raakt om zijn gedrag te wijzigen.
Jeugdstrafrecht
Hoewel verdachte ten tijde van de delicten 21 en 22 jaar was, zal de rechtbank het jeugdstrafrecht toepassen, zoals die door de reclassering is geadviseerd en door de officier van justitie gevorderd. Gelet op de persoonlijkheid van verdachte, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de door de jeugdreclassering nader gegeven toelichting ter zitting op de eerdere rapportage, ziet de rechtbank hiertoe aanleiding.
Strafoplegging
De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Gelet op het taakstrafverbod van artikel 77ma Sr kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een voorwaardelijke jeugddetentie. Daarnaast ziet de rechtbank aanleiding om een onvoorwaardelijke werkstraf op te leggen. Hoewel de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie, volgt zij toch de eis gelet op de ernst van de feiten en de impact daarvan op het slachtoffer. De rechtbank ziet aanleiding om de gevorderde bijzondere voorwaarden op te leggen en deze ook dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Gelet op de persoonlijke problematiek van verdachte is een langdurige begeleiding van verdachte aangewezen. Daarom zal de rechtbank de maximale proeftijd van drie jaar opleggen.
Redelijke termijn
Op grond van artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (hierna: HGEU) en artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) dient de verdachte binnen een redelijke termijn te worden berecht. Op 19 oktober 2023 is verdachte aangehouden en verhoord. De rechtbank overweegt dat op dat moment aan verdachte kenbaar is gemaakt dat hij wordt verdacht van dit feit. De redelijke termijn is daarom gestart op 19 oktober 2023. Tot aan dit vonnis is een periode van één jaar en vijf maanden verstreken.
Omdat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden, is de redelijke termijn in deze zaak zestien maanden. Dat betekent dat de redelijke termijn is geschonden.
De overschrijding van de redelijke termijn is gering. Daarom wordt volstaan met de enkele vaststelling dat inbreuk is gemaakt op artikel 47 HGEU en artikel 6, eerste lid, EVRM.
Conclusie
Alles afwegend acht de rechtbank een voorwaardelijke jeugddetentie van twee maanden met een proeftijd van drie jaar met daarbij de geadviseerde en aangevulde bijzondere voorwaarden passend en geboden. Daarnaast legt de rechtbank op een werkstraf voor de duur van zestig uur, subsidiair dertig dagen vervangende jeugddetentie.

7.De benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [aangeefster] ter zake van de bewezenverklaarde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 5.500,- aan immateriële schade.
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de vordering integraal kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit de vordering benadeelde partij te matigen en voor het overige af te wijzen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De benadeelde heeft aangevoerd dat zij nadelige (psychische) gevolgen heeft ondervonden van het bewezenverklaarde handelen van verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank brengt de aard en de ernst van de normschending door verdachte mee dat de relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat sprake is van een aantasting in de persoon op andere wijze dan door lichamelijk letsel of aantasting in zijn eer of goede naam. Dit betekent dat de immateriële schade voor vergoeding in aanmerking komt. Gelet op alle omstandigheden en de bedragen die in vergelijkbare gevallen zijn toegekend, acht rechtbank vergoeding van een bedrag van € 3.000,- billijk. De rechtbank zal de vordering van immateriële schade voor het overige niet-ontvankelijk verklaren. Dat deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het moment dat de schade is ontstaan, te weten 12 september 2022. Op dat moment heeft verdachte namelijk gedreigd het filmpje op Telegram te plaatsen.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen. Gelet op de toepassing van artikel 77c Sr zal de rechtbank de duur waarvoor gijzeling kan worden toegepast, bepalen op nul dagen.

8.Beslag

8.1
Verbeurdverklaring
Het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp (telefoon Samsung) is vatbaar voor verbeurdverklaring.
Gebleken is dat het voorwerp aan verdachte toebehoort en de strafbare feiten zijn begaan met behulp van dit voorwerp. Op de telefoon is immers de kinderporno aangetroffen en middels de telefoon zijn de foto’s en filmpjes verspreid.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 63, 77c, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 240b, 248a van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het onder 1 primair ten laste gelegde feit;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 subsidiair:door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht
een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd
feit 2:een afbeelding en gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd
feit 3:een afbeelding en gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een
werkstraf van 60 (zestig) uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht,
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
30 (dertig) dagen;
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentie van 2 (twee) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 (drie) jaar;
- bepaalt dat deze jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd na te melden voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich zal melden bij de jeugdreclassering William Schrikker Groep te Amsterdam en daarna (tot maximaal het eind van de proeftijd) eens in de vier weken met de jeugdreclassering een face to face gesprek heeft, hij opneemt als de jeugdreclasseerder belt en betrokkene een bericht terug stuurt, zo lang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal laten behandelen door [organisatie] (orthopedagoog) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de jeugdreclassering. De behandeling is gestart en verdachte heeft één uur per week een gesprek. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de jeugdreclassering nodig vindt, waarbij verdachte zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende deze behandeling door of namens voornoemde instelling aan verdachte zullen worden gegeven, ook als dat inhoudt het innemen van medicijnen;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal laten begeleiden door [maatschappelijk werk] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de jeugdreclassering. Verdachte zal daar drie keer in de week naartoe gaan, waarbij verdachte zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende deze behandeling door of namens voornoemde instelling aan verdachte zullen worden gegeven;
* dat verdachte gedurende de proeftijd, zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang te weten RIBW Brabant, of een soortgelijke instelling, en zich zal houden aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de jeugdreclassering heeft opgesteld;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal inspannen voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding met een vaste structuur, zo lang de jeugdreclassering noodzakelijk acht. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
* dat verdachte gedurende de proeftijd geen (seksueel) contact met minderjarigen zoekt;
* dat verdachte zal vermijden dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en
- fysieke en digitale omgevingen vermijdt waarin hij in aanraking kan komen met kinderpornografisch materiaal;
- fysieke en digitale omgevingen vermijdt waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
- tijdens de gesprekken in het kader van de meldplicht of huisbezoeken met de reclassering bespreekt hoe hij denkt deze omgevingen te vermijden;
- geen gebruik maakt van virtuele machines, versleutelprogramma’s of applicaties die helpen de identiteit te verbergen (zoals een VPN), tenzij de reclassering toestemming geeft voor het gebruik voor bijvoorbeeld werk of voor bankzaken;
- games met chatfunctie, die specifiek ontwikkeld zijn voor minderjarigen, vermijdt.
Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek.
Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd.
Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle.
De controle op digitale gegevensdragers vindt elke maand plaats door [organisatie] . De controle is gericht op de vraag of betrokkene kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van betrokkene. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
* dat verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [aangeefster] , geboren op [geboortedag 2] 2008, zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht, de politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de jeugdreclassering uit te voeren door de William Schrikker Groep als gecertificeerde instelling;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
* dat verdachte medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, de medewerking van huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- draagt deze gecertificeerde instelling op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de aan de voorwaardelijke straf verbonden voorwaarden en het op de naleving van die voorwaarden uit te oefenen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
Benadeelde partij
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangeefster] van € 3.000,- bestaande uit aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 12 september 2022 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangeefster] (feit 3), € 3.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 12 september 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 0 dagen gijzeling kan worden toegepast;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Beslag
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
1. STK GSM, omschrijving: G2617391, zwart.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.M. Schotanus, voorzitter, mr. C.H.W.M. Sterk en
mr. N.W.A. Dekens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.W. Schalk, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 3 april 2025.
Mr. Dekens is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.