ECLI:NL:RBZWB:2025:1920

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 maart 2025
Publicatiedatum
3 april 2025
Zaaknummer
11101929 \ CV EXPL 24-1702 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van Vliet
  • mr. Van ’t Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van reparatiekosten na aankoop van een vrachtwagen met verborgen gebreken

In deze civiele zaak heeft eiser, H.O.D.N. [bedrijf 1], op 8 juni 2023 een vrachtwagen gekocht van gedaagde, M.H.O.D.N. [bedrijf 2]. Eiser beroept zich op een ondertekende verklaring waarin is vastgelegd dat gebreken aan het voertuig die binnen drie maanden na de aankoop ontstaan, voor 50% voor rekening van gedaagde komen. Eiser stelt dat de vrachtwagen gebrekkig is en vordert betaling van de helft van de reparatiekosten, zijnde € 8.569,89. De kantonrechter heeft echter onvoldoende informatie om een beslissing te nemen en heeft daarom een mondelinge behandeling gelast.

De procedure is gestart met een tussenvonnis van 29 mei 2024, gevolgd door een conclusie van repliek en een conclusie van dupliek. Eiser vordert in totaal € 10.772,42, inclusief rente en incassokosten, en legt de vordering ten grondslag aan wanprestatie van gedaagde. Gedaagde voert verweer en betwist de vordering, stellende dat eiser niet heeft voldaan aan zijn bewijsplicht en dat er geen sprake is van wanprestatie aan zijn zijde.

De kantonrechter heeft besloten dat een mondelinge behandeling noodzakelijk is om de zaak verder te bespreken. Tijdens deze behandeling zullen partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunten nader toe te lichten en zal de kantonrechter vragen stellen over de overeenkomst en de gestelde gebreken aan de vrachtwagen. De mondelinge behandeling is gepland voor een nader te bepalen datum in het gerechtsgebouw te Breda.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 11101929 \ CV EXPL 24-1702
Vonnis van 19 maart 2025
in de zaak van
[eiser] H.O.D.N. [bedrijf 1],
te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: Incassocenter B.V.,
tegen
[gedaagde] (M).H.O.D.N. [bedrijf 2],
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: LegalGuard.

1.De zaak in het kort

[eiser] heeft op 8 juni 2023 een vrachtwagen van [gedaagde] gekocht. [eiser] doet een beroep op een door beide partijen ondertekende verklaring waarin volgens hem staat dat gebreken aan het voertuig die binnen drie maanden na de aankoop ontstaan en tijdens de koop niet waarneembaar waren voor 50% voor rekening van [gedaagde] komen. [eiser] stelt dat de vrachtwagen gebrekkig is en vordert betaling van de helft van de volgens hem gemaakte reparatiekosten. Dit is een bedrag van € 8.569,89. De kantonrechter heeft onvoldoende informatie om over de vordering een beslissing te nemen en vindt het noodzakelijk de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen te bespreken.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 29 mei 2024 en de daarin opgenomen stukken;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[eiser] heeft op 8 juni 2023 een vrachtwagen van [gedaagde] gekocht.
3.2.
Op 8 juni 2023 hebben [eiser] en [gedaagde] de volgende verklaring ondertekend:

Hierbij verklaren koper en verkoper (…) dat tot maximaal 3 maanden na de koop en aflevering van onderstaande voertuig op 08-06-2023 (…) de Koper gebreken aan de motor van het voertuig die gedurende bovenstaande 3 maanden bij normaal gebruik ontstaan en gebreken die ten tijde van de koop niet waarneembaar waren, binnen 8 dagen meldt bij de Verkoper. Bij een tijdig gemeld gebrek zal de Koper de Verkoper in gelegenheid moeten stellen het gebrek te controleren. Indien het gebrek door de Verkoper gegrond wordt bevonden, zal er gezamenlijk worden besloten hoe en waar het gebrek gerepareerd zal worden. De kosten voor de reparatie zullen voor de helft worden betaald door de Koper en voor de andere helft door de Verkoper.
Eventuele gevolgschade door een gemeld gebrek kan niet verhaald worden op de Verkoper.
Met het ondertekenen van dit document verklaren wij het bovengenoemde gelezen, begrepen en akkoord te hebben bevonden. (…)
3.3.
Per factuur met [factuurnummer 1] gedateerd op 14 augustus 2023 heeft [eiser] een bedrag van € 8.569,89 bij [gedaagde] in rekening gebracht. Op deze factuur staat ‘volgens contract afgesproken bij melding van verborgen gebreken binnen 3 maanden dat koper en verkoper de kosten zouden delen op basis van 50% voor een ieder’.
3.4.
Per factuur met [factuurnummer 2] gedateerd op 14 augustus 2023 heeft [eiser] een bedrag van € 6.069,24 bij [gedaagde] in rekening gebracht. Op deze factuur staat ‘reparatie van Daf (…)’.
3.5.
Per e-mail van 28 augustus 2023 schrijft [gedaagde] aan [eiser] het volgende:

Ik heb een factuur ontvangen waar ik niks mee kan.
Graag wil ik je wijzen op onze overeenkomst (contract) die je bij de verkoop van de vrachtwagen heb getekend.
Alle afspraken die wij hebben gemaakt, wat ook in onze overeenkomst staat. Zijn niet gegaan zoals daarin staat beschreven. Ik vind het heel vervelend allemaal hoe het is gegaan en wil je best ergens mee te gemoed komen.
Wellicht is het een idee om dit eerst met jouw boekhouder te bespreken? (…)”
3.6.
In december 2023 en januari 2024 sommeert de gemachtigde van [eiser] [gedaagde] € 10.496,64 te betalen. Aan deze sommaties heeft [gedaagde] geen gehoor gegeven.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert - samengevat - betaling van € 10.772,42 (€ 8.569,89 aan hoofdsom, € 647,10 aan rente over de hoofdsom, € 1.285,48 aan incassokosten en € 269,95 aan BTW over incassokosten) met wettelijke handelsrente en de proceskosten met wettelijke handelsrente.
4.2.
[eiser] legt aan de vordering het volgende ten grondslag. [eiser] vordert nakoming, in het bijzonder betaling van de openstaande factuur. [gedaagde] heeft [eiser] verzocht facturen ten behoeve van de reparatie van de vrachtwagen toe te sturen en hierbij ook de factuurgegevens gezonden. [eiser] heeft conform de afspraken in de overeenkomst een factuur gezonden voor de helft van de reparatiekosten. Doordat [gedaagde] weigert de helft van de reparatiekosten te voldoen, is sprake van wanprestatie.
4.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
4.4.
[gedaagde] voert het volgende aan. [eiser] heeft niet in lijn met de koopovereenkomst gehandeld. Het is aan [eiser] om toe te lichten en aan te tonen dat het gaat om gebreken aan de motor die bij normaal gebruik van het voertuig zijn ontstaan en die ten tijde van de koop niet waarneembaar waren. [eiser] heeft niet aan zijn bewijsplicht voldaan. [gedaagde] is niet in de gelegenheid gesteld het gebrek te controleren en [gedaagde] betwist het bestaan (de grondslag) en de hoogte van de vordering. Aangezien [eiser] zich niet aan de gemaakte afspraken conform de koopovereenkomst heeft gehouden, kan er aan de zijde van [gedaagde] geen sprake zijn van wanprestatie.
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De vraag die in deze procedure centraal staat, is of [gedaagde] de reparatiekosten die [eiser] heeft gemaakt voor de vrachtwagen die hij van [gedaagde] heeft gekocht gedeeltelijk moet betalen.
5.2.
Nadat aanvankelijk een datum voor een mondelinge behandeling was bepaald, hebben partijen verzocht de procedure schriftelijk voort te zetten. Op verzoek van partijen is de mondelinge behandeling niet doorgegaan en zijn zij in de gelegenheid gesteld een conclusie van repliek en conclusie van dupliek in te dienen. In de conclusie van dupliek verzoekt [gedaagde] om het inlassen van een comparitie (mondelinge behandeling) als de vordering van [eiser] niet wordt afgewezen.
5.3.
Hoewel de eerder geplande mondelinge behandeling op verzoek van partijen niet is doorgegaan, vindt de kantonrechter het toch noodzakelijk de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen te bespreken. De kantonrechter heeft onvoldoende informatie om over de vordering een beslissing te nemen, zodat zij aanleiding ziet een mondelinge behandeling te bepalen.
5.4.
Tijdens de mondelinge behandeling zullen partijen in de gelegenheid worden gesteld om de kantonrechter nader in te lichten over de zaak. In ieder geval wil de kantonrechter door partijen nader geïnformeerd worden over de volgende onderwerpen:
  • de grondslag van de vordering (in de dagvaarding noemt [eiser] nakoming en wanprestatie);
  • de (inhoud van de) overeenkomst van 8 juni 2023 en de door partijen op die dag ondertekende verklaring zoals weergegeven onder randnummer 3.2 van deze uitspraak;
  • de door [eiser] gestelde gebreken aan de vrachtwagen en de overgelegde facturen van garages (productie 5 bij de dagvaarding);
  • de hoogte van de vordering van [eiser] ;
  • de facturen 14 augustus 2023 met nummers [factuurnummer 1] en [factuurnummer 2] van [eiser] ;
  • het contact dat tussen partijen over de door [eiser] gestelde gebreken heeft plaatsgevonden nadat [eiser] de vrachtwagen van [gedaagde] heeft gekocht.
5.5.
Voor het geval men tijdens de mondelinge behandeling een beroep wil doen op nog niet overgelegde schriftelijke stukken wordt verwacht dat een kopie daarvan minimaal 10 dagen voor de zittingsdatum wordt verzonden naar de kantonrechter en naar de gemachtigde van de wederpartij.
5.6.
Op de mondelinge behandeling wordt aan partijen en/of hun gemachtigden de gelegenheid geboden de juridische standpunten nader toe te lichten. Daarbij mag gebruik worden gemaakt van beknopte spreekaantekeningen. Uitgebreide mondelinge en schriftelijke uiteenzettingen zijn echter niet toegestaan. De kantonrechter bepaalt op welk moment tijdens de mondelinge behandeling gelegenheid wordt geboden om deze spreekaantekeningen voor te houden.
5.7.
Tot slot zal tijdens de mondelinge behandeling worden onderzocht of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden en/of met partijen worden overlegd hoe het vervolg van de procedure zal verlopen.
5.8.
Partijen kunnen zich tijdens de mondelinge behandeling laten bijstaan door een eigen adviseur en/of gemachtigde.
5.9.
De kantonrechter wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter gelegenheid van de mondelinge behandeling gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten.
5.10.
Tijdens of na de mondelinge behandeling kan de kantonrechter direct mondeling uitspraak doen.
5.11.
Alvorens een datum en tijdstip voor de mondelinge behandeling te bepalen, zal de kantonrechter partijen in de gelegenheid stellen hun verhinderdata door te geven voor de maanden mei tot en met augustus 2025.
5.12.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
beveelt een mondelinge behandeling en verschijning van partijen, bijgestaan door hun gemachtigden, voor het geven van inlichtingen, het nader onderbouwen van hun stellingen en het beproeven van een minnelijke regeling, in het gerechtsgebouw te Breda, Stationslaan 10, op een door de kantonrechter vast te stellen datum en tijd,
6.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 2 april 2025, voor het opgeven van verhinderdata door partijen en hun gemachtigden voor de maanden
mei tot en met augustus 2025, waarna dag en uur van de mondelinge behandeling zullen worden bepaald,
6.3.
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de kantonrechter het tijdstip van de mondelinge behandeling zelfstandig zal bepalen,
6.4.
bepaalt dat na de vaststelling van het tijdstip van de mondelinge behandeling dit in beginsel niet zal worden gewijzigd,
6.5.
wijst partijen er op, dat voor de mondelinge behandeling
90 minutenzal worden uitgetrokken,
6.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Vliet en door mr. Van ’t Nedereind in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2025.