In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 april 2025 een beschikking gegeven inzake het ontslag van een executeur op eigen verzoek. De verzoekster, mevrouw [verzoekster], heeft verzocht om ontslag als executeur van de nalatenschap van haar overleden moeder, mevrouw [erflaatster]. De reden voor dit verzoek zijn de verstoorde onderlinge familieverhoudingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoekster op 12 september 2024 een verzoekschrift heeft ingediend, waarin zij om ontslag vroeg en tegelijkertijd mw. mr. [executeur] als opvolgend executeur heeft voorgesteld. De heer [belanghebbende], als belanghebbende, heeft zich verzet tegen dit verzoek en wenst zelf de taak van executeur op zich te nemen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de verstoorde familieverhoudingen een benoeming van een neutrale, professionele executeur noodzakelijk maken. Daarom is mw. mr. [executeur] benoemd als opvolgend executeur.
Daarnaast heeft de kantonrechter zich gebogen over de beloning van de opvolgend executeur. In het testament van erflaatster was bepaald dat de executeur geen recht had op loon. Echter, de kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van onvoorziene omstandigheden, zoals het overlijden van de oorspronkelijk benoemde executeur en de verstoorde familieverhoudingen, waardoor het redelijk is om de beloning van de opvolgend executeur anders te regelen. De kantonrechter heeft bepaald dat de opvolgend executeur recht heeft op loon conform het gebruikelijke uurtarief van haar kantoor. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.