Op 23 januari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, die als gecertificeerde instelling optreedt. De minderjarigen zijn onder toezicht gesteld en verblijven momenteel bij hun vader. De kinderrechter heeft de situatie van de kinderen en de ouders beoordeeld, waarbij de ontwikkeling van de kinderen en hun welzijn voorop staan. De ouders hebben beiden doelen gesteld in hun traject, en de kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen zich goed ontwikkelen bij hun vader. De machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd van 30 januari 2025 tot 10 juni 2025, met de beslissing dat deze uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Dit betekent dat de beslissing onmiddellijk uitgevoerd kan worden, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft de ouders en de betrokken instanties gehoord en heeft de belangen van de kinderen als leidraad genomen in haar beslissing.