ECLI:NL:RBZWB:2025:197

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
16 januari 2025
Zaaknummer
11053684 CV EXPL 24-1405
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging koopovereenkomst elektrische auto wegens dwaling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 januari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument, aangeduid als [eiseres], en de besloten vennootschap Track-Motion B.V. De zaak betreft de koop van een elektrische auto, een Audi E-tron, die volgens de advertentie niet voldeed aan de geadverteerde specificaties, zoals accuvermogen en actieradius. [Eiseres] heeft haar vorige auto ingeruild en een bedrag contant bijbetaald, maar na de aankoop bleek dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die zij op basis van de advertentie had. [Eiseres] heeft de koopovereenkomst vernietigd op grond van dwaling, omdat zij verkeerde informatie had ontvangen van Track-Motion. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de koopovereenkomst vernietigd moet worden en dat Track-Motion verplicht is om de koopsom terug te betalen, verminderd met een schadevergoeding voor het gebruik van de auto. De rechter heeft ook de proceskosten toegewezen aan [eiseres].

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 11053684 \ CV EXPL 24-1405
Vonnis van 15 januari 2025
in de zaak van
[eiseres]
wonend te [plaats]
eisende partij
hierna te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. G.C.L. van de Corput
tegen
de besloten vennootschap
Track-Motion B.V.
gevestigd en zaakdoende te Apeldoorn
gedaagde partij
hierna te noemen: Track-Motion
gemachtigde: mr. E.F.M. Baert

1.De zaak in het kort

In deze zaak procederen partijen over de koop van een auto. Die voldoet volgens [eiseres] niet aan de specificaties in de advertentie van Track-Motion. Om de auto te kunnen kopen heeft [eiseres] haar vorige auto ingeruild en een bedrag contant bijbetaald. Nu wil zij dat de koop ongedaan wordt gemaakt. Track-Motion heeft de ingeruilde auto inmiddels verkocht.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 juni 2024;
- de mondelinge behandeling van het geschil op 1 oktober 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de akte van Track-Motion;
- de antwoordakte van [eiseres] .
2.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres] haar eis gewijzigd. Track-Motion heeft daartegen geen bezwaar gemaakt.
2.3.
Aan het slot van de mondelinge behandeling werd de zaak voor vonnis verwezen naar de rolzitting van 27 november 2024. Voordat vonnis werd gewezen heeft Track-Motion bij akte een schikkingsvoorstel aan [eiseres] gedaan. In haar antwoordakte heeft [eiseres] laten weten dat zij het voorstel afwijst. Dit betekent dat nu alsnog vonnis zal worden gewezen.

3.De feiten

3.1.
In juni 2023 heeft [eiseres] gereageerd op een advertentie van Track-Motion waarin Track-Motion een auto van het merk Audi met [kenteken] te koop aanbood (hierna kortweg: de auto). De advertentie vermeldde onder andere dat de auto een type E-tron 50 quattro edition betrof, met een accu van 95 kWh en een actieradius van 450 km. De kilometerstand op de teller bedroeg 23.450 km. De auto zou onder meer zijn voorzien van een zogenoemd dodehoekdetectiesysteem.
3.2.
Tussen Track-Motion en [eiseres] is een overeenkomst tot stand gekomen waardoor [eiseres] van Track-Motion de auto met het vermelde kenteken heeft gekocht. Daaraan voorafgaand heeft [eiseres] de levering van enkele niet in de geadverteerde prijs begrepen ‘opties’ bedongen, tegen betaling van een meerprijs.
3.3.
Ter voldoening van de op 22 juni 2023 aan haar gefactureerde koopsom van
€ 62.194,- inclusief btw heeft [eiseres] haar auto, een Mercedes A-klasse (hierna: de Mercedes), aan Track-Motion in eigendom overgedragen en € 23.194,- in contanten betaald.
3.4.
Korte tijd nadat [eiseres] de auto in haar bezit had is gebleken dat die niet van het geadverteerde type was, niet de geadverteerde maar een mindere accucapaciteit had, dat de actieradius beperkter was dan in de advertentie was vermeld en dat de auto niet was voorzien van een dodehoekdetectiesysteem.

4.Het geschil

4.1.
[eiseres] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
I. primair: voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst is vernietigd, althans de koopovereenkomst te vernietigen op grond van dwaling, onder de verplichting voor Track-Motion, op straffe van verbeurte van een dwangsom, om binnen een week na het te wijzen vonnis de Mercedes aan [eiseres] terug te leveren, althans de inruilwaarde van € 39.000,- te betalen en het bijbetaalde bedrag van € 23.194,- aan haar over te maken, vermeerderd met de wettelijke rente;
II. subsidiair: de koopovereenkomst te ontbinden, onder de verplichting voor Track-Motion, op straffe van verbeurte van een dwangsom, om binnen een week na het te wijzen vonnis de Mercedes aan [eiseres] terug te leveren, althans de inruilwaarde van
€ 39.000,- te betalen en het bijbetaalde bedrag van € 23.194,- aan haar over te maken, vermeerderd met de wettelijke rente;
III. meer subsidiair: de koopovereenkomst gedeeltelijk te ontbinden, onder veroordeling van Track-Motion om aan [eiseres] een bedrag van € 15.000,- te voldoen;
IV. en in alle gevallen Track-Motion te veroordelen in de kosten van het geding.
4.2.
Track-Motion voert verweer. Dat verweer strekt tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met veroordeling van de [eiseres] in de kosten van de procedure.
4.3.
Op hetgeen partijen ter onderbouwing van hun standpunten naar voren hebben gebracht wordt hierna, voor zover nodig, ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
In haar dagvaarding stelt [eiseres] dat zij consument is en Track-Motion een autobedrijf. Verondersteld wordt dat [eiseres] daarmee bedoelt dat hun transactie een consumentenkoop betreft, zoals omschreven in artikel 7:5 lid 1, onder a van het Burgerlijk Wetboek: de koop met betrekking tot een roerende zaak die wordt gesloten door een verkoper die handelt in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit en een koper, natuurlijk persoon, die handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit. Track-Motion bestrijdt dat niet. Ervan uitgaande dat sprake is van een consumentenkoop moet het geschil worden beoordeeld met inachtneming van de bijzondere bepalingen die daaromtrent in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn opgenomen.
5.2.
Krachtens artikel 7:17 lid 1 BW moet de afgeleverde zaak, in dit geval de auto, aan de overeenkomst beantwoorden. Volgens lid 2 van dezelfde wetsbepaling beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien.
5.3.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Track-Motion, bij monde van haar directeur-eigenaar [naam] , erkend dat de aan [eiseres] verkochte auto niet een accu met een capaciteit van 95 kWh bezit en dat in de advertentie waar [eiseres] op heeft gereageerd onjuist is vermeld dat de theoretische actieradius van deze auto 450 km is. Daarmee staat vast dat de afgeleverde zaak niet beantwoordt aan de door partijen gesloten overeenkomst.
5.4.
In een geval dat het afgeleverde niet aan de overeenkomst beantwoordt kan de koper eisen dat de verkoper het ontbrekende alsnog aflevert of de afgeleverde zaak vervangt, aldus artikel 7:21 lid 1, aanhef en onder a, respectievelijk c BW. Indien het enkel zou gaan om de aflevering c.q. het inbouwen van het ontbrekende dodehoekdetectiesysteem of over een van de andere ‘opties’ die voorafgaande aan de koop zijn bedongen, dan zouden partijen daar over kunnen debatteren maar het vervangen van de accu van de auto door een accu met een grotere capaciteit, waar [eiseres] aanvankelijk om heeft gevraagd, is technisch niet mogelijk, aldus Track-Motion ter zitting. [eiseres] heeft er niet voor gekozen om vervanging van de auto te eisen door een auto die wel de geadverteerde kenmerken bezit. Zij behoefde dat ook niet te doen, net zo min als dat zij behoefde in te gaan op het aanbod van Track-Motion bij e-mail van 25 juli 2023 om de koop ongedaan te maken, welk aanbod Track-Motion overigens in een e-mail van 30 augustus 2023 weer heeft ingetrokken. [eiseres] heeft er evenmin voor gekozen om op de voet van het bepaalde in artikel 7:22 lid 1 BW de overeenkomst buitengerechtelijk te ontbinden, dan wel de koopprijs te verminderen. Uiteindelijk heeft zij er voor gekozen de koopovereenkomst te vernietigen, en wel op de grond dat die overeenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling die te wijten is aan inlichtingen vanwege Track-Motion, althans aan het door Track-Motion niet geven van inlichtingen over de onjuiste voorstelling van zaken, althans aan de onjuiste veronderstelling van zaken bij zowel Track-Motion, als bij haarzelf (artikel 6:228 lid 1 BW).
5.5.
[eiseres] vraagt om haar handelen te bevestigen door primair een verklaring van recht te vorderen, inhoudende dat de koopovereenkomst is vernietigd op grond van dwaling, althans om de vernietiging van de overeenkomst op die grond uit te spreken. Aangezien Track-Motion erkent dat de capaciteit van de accu van de auto minder is en de actieradius daarvan kleiner is dan volgens de advertentie waarop [eiseres] heeft gereageerd, terwijl [eiseres] in haar dagvaarding stelt dat zij op basis van deze eigenschappen geïnteresseerd was en zij uiteindelijk de auto met de veronderstelde eigenschappen heeft gekocht, wordt geoordeeld dat sprake is van een koopovereenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van een aan Track-Motion te wijten dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten. Een dergelijke overeenkomst is vernietigbaar (artikel 6:228 lid 1, aanhef en onder a BW). Omdat uit de in het geding gebrachte stukken niet blijkt dat [eiseres] voorafgaande aan deze procedure tegenover Track-Motion heeft verklaard dat zij de koopovereenkomst op die grond vernietigt bestaat geen grond om de gevorderde verklaring van recht uit te spreken. Wel zal op die grond bij de beslissing hieronder de koopovereenkomst worden vernietigd.
5.6.
Omdat krachtens artikel 3:53 lid 1 BW de vernietiging terugwerkt tot het tijdstip waarop de rechtshandelingen uit hoofde van de koopovereenkomst zijn verricht, moeten de gevolgen van die rechtshandelingen ongedaan worden gemaakt. Partijen hebben, achteraf beschouwd, zonder rechtsgrond iets aan elkaar gegeven en zijn daarom gerechtigd om dat van de andere partij als onverschuldigd betaald terug te vorderen (artikel 6:203 BW). Kort gezegd betekent dit dat [eiseres] de auto aan Track-Motion moet teruggeven en Track-Motion de koopsom moet terugbetalen, alsof er nooit een koopovereenkomst heeft bestaan. Dit is echter niet mogelijk. Ten eerste stelt Track-Motion dat zij de door [eiseres] ingeruilde Mercedes inmiddels aan een derde heeft verkocht en ten tweede is de door [eiseres] gekochte auto sinds juni 2023 in waarde gedaald doordat zij die auto al die tijd in gebruik heeft en doordat, naar Track-Motion onweersproken stelt, de marktwaarde van met elektromotoren uitgeruste auto’s (elektrische auto’s) aanzienlijk is gedaald sinds de koopovereenkomst werd aangegaan.
5.7.
Geconfronteerd met de mededeling van Track-Motion dat de Mercedes inmiddels aan een derde is verkocht heeft [eiseres] ter zitting aan de in haar vorderingen begrepen verplichting tot teruggave van de Mercedes als alternatief toegevoegd betaling van de destijds tussen partijen overeengekomen inruilwaarde van € 39.000,-. Bij 2.2 hierboven is al vastgesteld dat Track-Motion geen bezwaar heeft gemaakt tegen deze verandering van [eiseres] ’ eis. Gelet hierop en omdat naar het oordeel van de kantonrechter de verandering niet in strijd is met de eisen van een goede procesorde bestaat geen grond om de wijziging niet toe te staan (artikel 130 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Dit laat onverlet het verweer van Track-Motion dat de Mercedes bij verkoop door haar minder heeft opgebracht, namelijk € 31.000,-.
5.8.
Gezien haar factuur van 22 juni 2023 heeft Track-Motion de auto, inclusief enkele opties en een vergoeding voor een aankoopkeuring, aan [eiseres] verkocht voor € 62.194,-. Nu Track-Motion niet meer in staat is om de ingeruilde Mercedes aan [eiseres] terug te geven dient Track-Motion in beginsel de volledige verkoopprijs in contanten terug te geven. [eiseres] maakt echter sinds juni 2023 gebruik van de door haar gekochte auto. Omdat de koopovereenkomst met terugwerkende kracht ongedaan wordt gemaakt is [eiseres] in de periode dat zij de auto (heeft) gebruikt ongerechtvaardigd verrijkt. Immers heeft zij voor dat gebruik geen vergoeding betaald. Dit verplicht haar tot betaling van een schadevergoeding (artikel 6:212 BW). Wanneer, zoals in dit geval, de omvang van de schade als gevolg van het gebruik van de auto niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, kan zij worden geschat (artikel 6:97 BW). De kantonrechter zal daartoe op de hierna volgende wijze overgaan, waarbij aansluiting wordt gezocht bij een uitspraak van het gerechtshof te Arnhem van
19 oktober 2021 [1] .
5.9.
Volgens de factuur van Track-Motion van 22 juni 2023 bedroeg bij verkoop van de auto de kilometerstand 25.032 km. Hoeveel kilometers [eiseres] sindsdien met de auto heeft gereden is niet bekend. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 oktober 2024 zei
Track-Motion dat op 19 maart 2024 de teller 50.480 km aangaf. [eiseres] heeft dat niet weersproken. Zij verklaarde dat zij niet wist hoeveel kilometers zij op 1 oktober 2024 met de auto had gereden maar dat zij dacht dat de tellerstand hoger was dan 66.000 km. Inmiddels zijn opnieuw enkele maanden verstreken. Hoeveel kilometers [eiseres] uiteindelijk in de auto heeft gereden kan pas worden vastgesteld op het moment dat zij de auto aan
Track-Motion teruggeeft. Het op dat moment vast te stellen aantal gereden kilometers in de periode dat de auto in het bezit van [eiseres] is geweest moet worden vermenigvuldigd met een prijs per kilometer. In navolging van het gerechtshof in het vermelde arrest zal voor die prijs de fiscaal onbelaste vergoeding voor reiskosten als uitgangspunt worden genomen. Die vergoeding bedroeg per 1 januari 2023 € 0,21 en per 1 januari 2024 € 0,23 per kilometer. Uitgaande van het gemiddelde van beide bedragen zal het aantal kilometers dat volgens de teller met de auto is gereden vanaf de kilometerstand van 25.032 km bij aankoop van de auto tot aan de teruggave daarvan, vermenigvuldigd met € 0,22 cent per kilometer, het bedrag zijn dat Track-Motion in mindering mag brengen op de door haar te restitueren koopsom van € 62.194,-.
5.10.
Track-Motion heeft er nog op gewezen dat de auto inmiddels in waarde is gedaald, zowel door het tijdsverloop, als door de omstandigheid dat, naar zij stelt, de markt voor elektrische auto’s volledig is ingestort. Dit kan haar echter niet baten. Zoals volgt uit hetgeen hierboven is overwogen verplicht de vernietiging van de koopovereenkomst [eiseres] tot teruggave van de auto alsof er nooit een koopovereenkomst is geweest en dus in de staat waarin zij de auto destijds heeft ontvangen. Inmiddels is de auto in waarde achteruit gegaan en kan [eiseres] de auto dus niet teruggeven in de staat waarin zij die heeft ontvangen. In zoverre schiet zij tekort in haar verbintenis tot teruggave. Dit kan haar echter niet worden toegerekend voor zover de waardevermindering heeft plaatsgevonden in een periode waarin zij redelijkerwijze met een verplichting tot teruggave geen rekening behoefde te houden (artikel 6:204 lid 1 BW). In dat geval mag zij in beginsel volstaan met teruggave van de auto in de staat waarin die zich op het moment van de teruggave bevindt, zonder dat zij verplicht is tot vergoeding van de waardevermindering [2] . Dit zou anders kunnen zijn wanneer [eiseres] zich vanaf het moment dat zij redelijkerwijze met een verplichting tot teruggave rekening moest houden niet zorgvuldig met de auto was omgegaan, maar daarvan is niet gebleken. Track-Motion heeft weliswaar op enig moment aangeboden om de koop ongedaan te maken, maar heeft dat aanbod na enkele weken alweer ingetrokken. Daarnaast wenste [eiseres] in die periode (nog) geen ongedaanmaking van de koopovereenkomst maar nakoming van de verplichtingen daaruit door Track-Motion. Onder die omstandigheden kan niet worden gezegd dat [eiseres] redelijkerwijze met een verplichting tot teruggave rekening moest houden. De feitelijke waardevermindering leidt daarom niet tot een verdere verlaging van het bedrag dat Track-Motion verplicht is terug te geven.
5.11.
De conclusie op grond van het bovenstaande is dat Track-Motion verplicht wordt om, zodra [eiseres] de auto teruggeeft, aan haar de koopsom terug te betalen minus de door partijen op het moment van teruggave te berekenen kilometervergoeding.
5.12.
De door [eiseres] gevorderde wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW zal worden toegewezen over het bedrag dat Track-Motion dient terug te betalen.
5.13.
Wat partijen verder nog hebben aangevoerd behoeft geen bespreking meer, omdat dit in het licht van hetgeen hierboven is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
5.14.
Track-Motion is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van [eiseres] worden vastgesteld op:
- kosten van de dagvaarding
139,42
- griffierecht
706,00
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2 punten × € 543,00)
Totaal
1.931,42

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
vernietigt op grond van dwaling de in juni 2023 tussen [eiseres] en Track-Motion gesloten koopovereenkomst met betrekking tot een auto van het merk Audi met [kenteken]
;
6.2.
veroordeelt Track-Motion om, zodra [eiseres] voormelde auto aan Track-Motion teruggeeft, aan [eiseres] te betalen het bedrag van € 62.194,-, te verminderen met een bedrag ter grootte van het aantal kilometers dat is gereden vanaf 25.032 km bij aankoop van de auto tot aan de teruggave daarvan, vermenigvuldigd met € 0,22, en te vermeerderen met de wettelijke rente over het saldo vanaf 22 juni 2023 tot aan de dag van betaling;
6.3.
veroordeelt Track-Motion in de proceskosten van € 1.931,42;
6.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 6.2 en 6.3 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben en is in het openbaar uitgesproken op
15 januari 2025.

Voetnoten

2.Vgl. Hoge Raad 12 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:236, rov. 3.15.1 en Hoge Raad 4 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1366, rov. 4.7.8.