Uitspraak
1.De procedure
- het tegen Avenida Interiors verleende verstek.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 april 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Ettense Baan en Avenida Interiors B.V. De eisende partij, Stichting Ettense Baan, heeft een vordering ingesteld tegen Avenida Interiors, die niet verschenen is. De vordering omvatte ontruiming van het gehuurde pand en betaling van huurachterstand. De procedure is gestart met een dagvaarding op 19 februari 2025, gevolgd door verschillende brieven en een mondelinge behandeling op 27 maart 2025. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen verweer is gevoerd door Avenida Interiors, wat betekent dat de vorderingen van Ettense Baan toegewezen kunnen worden, mits er sprake is van een spoedeisend belang. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er voldoende spoedeisend belang is bij de ontruiming, maar heeft de gevorderde contractuele boete afgewezen. De ontruimingstermijn is vastgesteld op zeven dagen na betekening van het vonnis. De kantonrechter heeft de huurachterstand van € 72.487,16 toegewezen, maar de primaire vordering tot huurachterstand tot en met juni 2025 is afgewezen. Ook zijn de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten toegewezen, waarbij de kantonrechter de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten heeft gematigd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.