ECLI:NL:RBZWB:2025:1978

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 april 2025
Publicatiedatum
7 april 2025
Zaaknummer
11542681 \ VV EXPL 25-12 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing ontruiming en huurachterstand in kort geding tussen Stichting Ettense Baan en Avenida Interiors B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 april 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Ettense Baan en Avenida Interiors B.V. De eisende partij, Stichting Ettense Baan, heeft een vordering ingesteld tegen Avenida Interiors, die niet verschenen is. De vordering omvatte ontruiming van het gehuurde pand en betaling van huurachterstand. De procedure is gestart met een dagvaarding op 19 februari 2025, gevolgd door verschillende brieven en een mondelinge behandeling op 27 maart 2025. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen verweer is gevoerd door Avenida Interiors, wat betekent dat de vorderingen van Ettense Baan toegewezen kunnen worden, mits er sprake is van een spoedeisend belang. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er voldoende spoedeisend belang is bij de ontruiming, maar heeft de gevorderde contractuele boete afgewezen. De ontruimingstermijn is vastgesteld op zeven dagen na betekening van het vonnis. De kantonrechter heeft de huurachterstand van € 72.487,16 toegewezen, maar de primaire vordering tot huurachterstand tot en met juni 2025 is afgewezen. Ook zijn de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten toegewezen, waarbij de kantonrechter de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten heeft gematigd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 11542681 \ VV EXPL 25-12
Vonnis in kort geding van 3 april 2025
in de zaak van
STICHTING ETTENSE BAAN,
te Breda,
eisende partij,
hierna te noemen: Ettense Baan,
gemachtigde: mr. J. Slager,
tegen
AVENIDA INTERIORS B.V.,
te Apeldoorn,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Avenida Interiors,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 19 februari 2025 met producties 1 tot en met 6;
- de brief van Ettense Baan van 25 februari 2025 met producties 7 tot en met 11;
- de brief van Ettense Baan van 13 maart 2025 met producties 12 en 13;
- de mondelinge behandeling van 27 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- het tegen Avenida Interiors verleende verstek.

2.De vordering

2.1.
Ettense Baan vordert:
I. ontruiming van het gehuurde binnen twee dagen na betekening van het te wijzen vonnis;
en verder betaling van:
II. primair: € 101.673,24 aan huurachterstand berekend tot en met juni 2025;
subsidiair: € 43.301,08 aan huurachterstand berekend tot en met februari 2025 en € 14.593,04 per maand, vanaf maart 2025 tot en met de ontruiming;
III. € 3.000,00 aan contractuele boete;
IV. € 15.250,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
V. de proces- en nakosten;
alle bedragen te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente.
2.2.
Ettense Baan heeft aan het gevorderde - kort gezegd - ten grondslag gelegd dat Avenida Interiors tekort is geschoten in haar verplichtingen uit de huurovereenkomst door de huur niet (tijdig) te betalen.

3.De beoordeling

3.1.
Tegen de vorderingen van Ettense Baan is geen verweer gevoerd. Dat brengt mee dat de vorderingen zullen worden toegewezen, indien en voor zover Ettense Baan een spoedeisend belang heeft bij de vorderingen en de vorderingen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen.
Spoedeisend belang, contractuele boete
3.2.
Van een spoedeisend belang van Ettense Baan bij haar vorderingen is naar het oordeel van de kantonrechter, gelet op de aard van de vorderingen, genoegzaam gebleken, behalve voor wat betreft de gevorderde contractuele boete. Die vordering wordt daarom afgewezen.
Ontruiming
3.3.
De gevorderde ontruiming komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, met dien verstande dat de ontruimingstermijn zal worden bepaald op zeven dagen na betekening van dit vonnis.
Huurachterstand
3.4.
De primair gevorderde huurachterstand ziet op huur tot en met juni 2025, dus ook op maanden ná de ontruiming. Gelet daarop komt die vordering de kantonrechter onrechtmatig of ongegrond voor.
3.5.
Wel toewijsbaar is de subsidiaire vordering. Avenida Interiors zal worden veroordeeld tot betaling van (€ 14.115,00 (onbetaald bedrag van de factuur van 1 juni 2024) + € 58.372,16 (de huur over januari 2025 tot en met april 2025 van € 14.593,04 per maand)) € 72.487,16 aan achterstallige huur. De daarover gevorderde wettelijke handelsrente zal worden toegewezen zoals in de beslissing vermeld.
Buitengerechtelijke incassokosten
3.6.
Met betrekking tot de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten overweegt de kantonrechter het volgende.
3.7.
Partijen zijn een vergoeding overeengekomen die van de wettelijke regeling afwijkt. Omdat Avenida Interiors heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf mag van de wettelijke regeling worden afgeweken. Daarom zal de vordering worden getoetst aan de oriëntatiepunten in het Rapport BGK-integraal, waarbij acht wordt geslagen op de wettelijke tarieven die geacht worden redelijk te zijn (Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, hierna: het Besluit). De vordering van € 15.250,00 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 1.814,84 bij € 72.487,16 in hoofdsom. Niet gesteld of gebleken is dat de werkelijke kosten van Ettense Baan hoger zijn dan het toepasselijke tarief van het Besluit. De kantonrechter wijst daarom € 1.814,84 toe. De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Proceskosten
3.8.
Avenida Interiors is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Ettense Baan worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
122,35
- griffierecht
1.461,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.261,35
3.9.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt Avenida Interiors om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis het pand aan [adres], met al wie en al wat zich daarin of daarop vanwege haar bevindt, te ontruimen en ontruimd te houden, alsook de bedrijfsruimte in goede onderhouden staat, aan Ettense Baan ter vrije beschikking te stellen met overgave van alle sleutels, een en ander conform hetgeen daarover in de huurovereenkomst en in de Algemene Bepalingen (zie artikel 23) is bepaald;
4.2.
veroordeelt Avenida Interiors om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis te betalen aan Ettense Baan € 72.487,16 aan achterstallige huur tot en met april 2025, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over de verschuldigde huurtermijnen, telkens te rekenen vanaf de vervaldata van die huurtermijnen tot de dag van voldoening;
4.3.
veroordeelt Avenida Interiors om binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis te betalen aan Ettense Baan € 1.814,84 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW als deze kosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis zijn betaald;
4.4.
veroordeelt Avenida Interiors in de proceskosten van € 2.261,35, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Avenida Interiors niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
4.5.
veroordeelt Avenida Interiors tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
4.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2025.