ECLI:NL:RBZWB:2025:1992

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 april 2025
Publicatiedatum
7 april 2025
Zaaknummer
10972449 CV EXPL 24-723
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Kool
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit in consumentenkoopovereenkomst met betrekking tot de levering van een caravan

In deze zaak heeft eiser een caravan gekocht van gedaagde, waarbij een deel van de koopsom is betaald en de rest is voldaan door het inruilen van een oude caravan. Gedaagde heeft de nieuwe caravan echter nooit geleverd, waarop eiser de overeenkomst heeft ontbonden. Gedaagde heeft zich beroepen op opschorting van zijn betalingsverplichting, maar dit beroep is door de kantonrechter afgewezen. De kantonrechter oordeelt dat de ontbinding van de overeenkomst terecht is, omdat gedaagde zijn verplichtingen niet is nagekomen. Eiser vordert nu betaling van de koopsom voor de ingeruilde caravan, en de kantonrechter heeft deze vordering toegewezen. De kantonrechter heeft ook de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, evenals de proceskosten, die gedaagde moet betalen. Het vonnis is uitgesproken op 2 april 2025.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 10972449 \ CV EXPL 24-723
Vonnis van 2 april 2025
in de zaak van
[eiser],
te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: LegalGuard,
tegen
[gedaagde] , H.O.D.N. [bedrijf],
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
In deze zaak is op 1 mei 2024 een tussenvonnis gewezen, waarin is bepaald dat een mondelinge behandeling zou worden gehouden.
Op 25 februari 2025 heeft [gedaagde] de rechtbank een verzoek om uitstel van de mondelinge behandeling gestuurd. De kantonrechter heeft besloten dat de behandeling doorgaat, aangezien deze al eerder op verzoek van [gedaagde] is uitgesteld en verder uitstel zou leiden tot onredelijke vertraging van de procedure. [gedaagde] is erop gewezen dat hij zich, indien hij niet zelf kan verschijnen, door een gemachtigde kan laten vertegenwoordigen.
1.2.
Op 4 maart 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. [eiser] is verschenen. [gedaagde] is niet verschenen.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben op 8 juli 2023 twee koopovereenkomsten gesloten. Op grond van een koopovereenkomst heeft [eiser] een Eriba-caravan (hierna: de Eriba) voor € 20.350,00 gekocht. [eiser] heeft € 3.350,00 aan [gedaagde] betaald en voor het restant heeft [eiser] zijn Hobby-caravan (hierna: de Hobby) aan [gedaagde] verkocht voor € 17.000,00.
2.2.
[eiser] heeft de Hobby op 14 juli 2023 bij [gedaagde] afgeleverd.
2.3.
Door [gedaagde] is op 15 juli 2023 per WhatsApp hagelschade en een kras op de Hobby gemeld aan [eiser] .
2.4.
Op 12 september 2023 heeft [eiser] [gedaagde] verzocht om de Eriba binnen veertien dagen af te leveren op het woonadres van [eiser] . [gedaagde] reageerde diezelfde dag door te wijzen op de schade aan de Hobby. Hij schreef de Eriba te zullen leveren, maar dat de schade aan de Hobby moet worden vergoed.
2.5.
[eiser] heeft de koopovereenkomst voor de Eriba op 12 oktober 2023 per brief ontbonden en [gedaagde] verzocht de koopsom van € 17.000,00 voor de Hobby te voldoen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] te betalen:
I. € 17.000,00 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 september 2023,
II. € 1.143,45 aan buitengerechtelijke incassokosten,
III. de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiser] stelt dat de overeenkomst met betrekking tot de Eriba terecht buitengerechtelijk is ontbonden. Daarom vordert hij nakoming van de overeenkomst voor de Hobby, door betaling van de koopsom.
3.3.
[gedaagde] betwist dat hij de koopsom voor de Hobby aan [eiser] moet betalen, omdat de Hobby niet aan de overeenkomst voldoet door een kras en hagelschade. Volgens [gedaagde] is [eiser] bovendien annuleringskosten verschuldigd vanwege de beëindiging van de overeenkomst. Als deze kosten zijn betaald, kan de Eriba alsnog geleverd worden. Als de Eriba niet meer geleverd hoeft te worden, moeten de schade en annuleringskosten worden verrekend met de koopsom van € 17.000,00.
3.4.
Op de standpunten van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] zich beroept op opschorting van zijn betalingsverplichting en vervolgens op verrekening met de gestelde schade aan de Hobby en de annuleringskosten. Dit beroep slaagt niet, om de volgende redenen.
4.1.1.
[eiser] is geen annuleringskosten aan [gedaagde] verschuldigd, omdat de overeenkomst voor de Eriba is ontbonden en niet geannuleerd.
4.1.2.
[eiser] is geen schadevergoeding verschuldigd aan [gedaagde] voor de gestelde schade aan de Hobby. [gedaagde] heeft de hagelschade niet onderbouwd, terwijl [eiser] deze betwist. Omdat [gedaagde] niet op de mondelinge behandeling is verschenen en het standpunt van [eiser] niet heeft weerlegd, concludeert de kantonrechter dat de hagelschade niet is aangetoond. De door [gedaagde] overgelegde foto’s bevestigen die evenmin. Hetzelfde geldt voor de kras op de caravan: hoewel zichtbaar op een foto, leidt dit niet tot schadeplichtigheid van [eiser] . Als professionele verkoper had [gedaagde] de kras bij levering moeten opmerken, bovendien belemmert deze het normaal gebruik van de Hobby niet. Hij mocht niet verwachten dat een gebruikte caravan uit 2016 vrij zou zijn van een kras.
4.2.
De overeenkomst over de Eriba is terecht buitengerechtelijk ontbonden, aangezien [gedaagde] de Eriba nooit aan [eiser] heeft geleverd. Daardoor blijft alleen de overeenkomst over de Hobby in stand, die moet worden nagekomen. Dit betekent dat [gedaagde] de koopsom van € 17.000,00 aan [eiser] moet betalen. De gevorderde hoofdsom wordt daarom toegewezen.
4.3.
De gevorderde wettelijke rente over € 17.000,00 vanaf 26 september 2023 tot aan het moment dat de vordering is voldaan wordt als onweersproken toegewezen.
4.4.
Tegen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten is geen afzonderlijk verweer gevoerd. Het bedrag van € 1.143,45 is conform het bedrag waar het Besluit buitengerechtelijke incassokosten recht op geeft zal dan ook worden toegewezen.
4.5.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
137,39
- griffierecht
706,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.790,39
4.6.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 17.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 september 2023 tot aan het moment dat de vordering is voldaan,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 1.143,45,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.790,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de wettelijke rente over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan.
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Kool en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2025.