ECLI:NL:RBZWB:2025:1997
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur inzake loonheffingen over publiekrechtelijk pensioen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van een belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst, die betrekking heeft op de inhouding van loonheffingen over de maanden september tot en met november 2023. De rechtbank heeft op 10 januari 2025 de zaak behandeld, waarbij de belanghebbende niet aanwezig was. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar tegen de inhouding van loonheffingen over september 2023 terecht niet-ontvankelijk is verklaard, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Voor de maanden oktober en november 2023 oordeelt de rechtbank dat de inspecteur terecht het bezwaar ongegrond heeft verklaard, omdat het pensioen dat de belanghebbende ontvangt als publiekrechtelijk pensioen kwalificeert en Nederland het heffingsrecht heeft. De rechtbank wijst ook het verzoek om een dwangsom en schadevergoeding af, omdat het beroep ongegrond is verklaard. De uitspraak van de inspecteur blijft in stand, en de belanghebbende krijgt geen griffierecht of proceskostenvergoeding terug.