7.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentie van 30 (dertig) dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat deze jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd na te melden voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat:
* verdachte zich door een gecertificeerde instelling te bepalen periode en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht (maximaal tot het einde van de proeftijd);
* verdachte meewerkt aan de hulpverlening die de jeugdreclassering nodig acht;
* verdachte onderwijs volgt volgens het lesrooster;
* verdachte zich houdt aan de regels en afspraken van school.
* verdachte op geen enkel wijze- direct of indirect- contact heeft of zoekt met [benadeelde] , geboren op [geboortedag 2] 2008, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod gedurende de proeftijd nodig vindt;
- bepaalt dat
van rechtswege gelden de bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
* dat verdachte medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, de medewerking van huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- draagt de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering te Amsterdam, op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- draagt de politie op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarde die ziet op het contactverbod met het slachtoffer;
- veroordeelt verdachte tot
een werkstraf van 80 (tachtig) uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht,
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
40 (veertig) dagen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan benadeelde partij [benadeelde] van € 197,98 (honderd zeven en negentig euro en acht en negentig cent) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 24 april 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan benadeelde partij [benadeelde] van €1.000,00 euro (duizend euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 24 april 2024,
- bepaalt dat verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij ten aanzien van de gevorderde schade voor de jas voor het resterende bedrag niet -ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- verklaart de benadeelde partij voor het overige deel van de gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht
- wijst de vordering van de benadeelde partij ten aanzien van de overige gevorderde schade af.
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde] € 1.197,87 te betalen, bestaande uit € 197,87 materiële schade en € 1.000,00 immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 24 april 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 0 (nul) dagen gijzeling kan worden toegepast;
- bepaalt dat verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel door verdachte of (een van) de mededaders de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij voor rechtsbijstand heeft gemaakt, te weten:
€ 542,- ;
- wijst de vordering voor zover deze ziet op de kosten van rechtsbijstand voor het over af;
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Tempel, voorzitter, mr. R. de Jong, mr. L. de Jong, allen kinderrechters, in tegenwoordigheid van L.P.C. Akkermans-Bruijs, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 8 april 2025