ECLI:NL:RBZWB:2025:2039

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 maart 2025
Publicatiedatum
9 april 2025
Zaaknummer
C/02/432482/KG ZA 25-93 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Mr. Van den Heuvel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Waardeloosverklaring hypothecaire inschrijving in kort geding

In deze zaak heeft [eiseres] B.V. een kort geding aangespannen tegen V.INE B.V., een reeds ontbonden vennootschap, met als doel de hypothecaire inschrijving op een perceel ongedaan te maken. De procedure begon met een dagvaarding op 6 maart 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 19 maart 2025. De eiseres heeft het perceel verkocht en moet dit uiterlijk 25 maart 2025 onbezwaard aan de koper leveren. Uit de Basisadministratie Kadaster blijkt dat er nog een hypotheekrecht ten behoeve van VINE op het perceel staat ingeschreven, terwijl VINE per 15 oktober 2022 is ontbonden. De voorzieningenrechter oordeelt dat de hypothecaire inschrijving waardeloos verklaard kan worden, omdat de geldvordering waarvoor het hypotheekrecht is gevestigd inmiddels volledig is afgelost. De rechter verklaart [eiseres] niet ontvankelijk in haar vordering tegen VINE, omdat deze rechtspersoon niet meer bestaat. Echter, [eiseres] heeft wel een zelfstandig belang bij de waardeloosverklaring van de hypothecaire inschrijving. De voorzieningenrechter wijst de vordering tot waardeloosverklaring toe en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis gaat in kracht van gewijsde, omdat [eiseres] heeft verklaard af te zien van hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/432482 / KG ZA 25-93
Vonnis in kort geding van 20 maart 2025
in de zaak van
[eiseres] B.V,
statutair gevestigd te [plaats] ,
eiseres,
hierna te noemen [eiseres] ,
advocaat: mr. R. Bunt,
tegen
de reeds ontbonden vennootschap
V.INE B.V,
laatstelijk gevestigd te Breda,
gedaagde,
hierna te noemen VINE ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 6 maart 2025 met producties 1 t/m 8,
- de mondelinge behandeling van 19 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de verstekverlening tegen de niet verschenen gedaagde.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft in eigendom het perceel met opstallen, kadastraal bekend als [kadastraal perceel] .
2.2.
[eiseres] heeft het perceel verkocht en moet dit uiterlijk 25 maart 2025 onbezwaard aan de koper leveren.
2.3.
Uit de Basisadministratie Kadaster blijkt dat op het perceel nog een hypotheekrecht ten behoeve van VINE staat ingeschreven.
2.4.
VINE is per 15 oktober 2022 ontbonden. Het uittreksel uit het handelsregister vermeldt dat op 8 november 2022 is geregistreerd dat de ontbonden rechtspersoon is opgehouden te bestaan omdat geen bekende baten meer aanwezig zijn met ingang van 15 oktober 2022.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert als voorlopige voorziening bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de hypothecaire inschrijving waardeloos te verklaren,
3.2.
Zij stelt daartoe het volgende. VINE en Vinum BV (hierna: Vinum ) hielden ooit ieder 50% van de aandelen in [eiseres] . Vinum heeft alle aandelen in [eiseres] overgenomen van VINE tegen betaling van een geldbedrag van € 876.021,=. Ter financiering van die aankoop sloten VINE en Vinum een met hypotheekrecht gesecureerde geldleningsovereenkomst. Het hypotheekrecht is met instemming van [eiseres] gevestigd op het bedrijfspand met ondergrond en verdere aanhorigheden van [eiseres] . Deze hypothecaire inschrijving is waardeloos omdat de geldvordering waarvoor het hypotheekrecht is gevestigd inmiddels volledig is afgelost. Het hypotheekrecht is echter ten onrechte niet doorgehaald en VINE kan dit niet doen omdat zij inmiddels is ontbonden en vereffend. [eiseres] heeft het perceel met opstallen verkocht aan een derde en moet dit uiterlijk 25 maart 2025 onbezwaard leveren.

4.De beoordeling

4.1.
[eiseres] heeft voldoende spoedeisend belang bij de vordering, omdat de percelen niet onbelast kunnen worden geleverd zolang het hypotheekrecht van VINE niet is doorgehaald.
ontvankelijkheid
4.2.
Uit de inschrijving bij de Kamer van Koophandel blijkt dat VINE per 15 oktober 2022 is ontbonden en dat daarom de registratie is beëindigd. Overeenkomstig artikel 2:19 lid 6 BW is de onderneming opgehouden te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening is beëindigd. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan een rechtspersoon die slechts is ontbonden maar nog wel bestaat (ten behoeve van de vereffening, artikel 2:19 lid 5 BW) wellicht nog openbaar worden gedagvaard, maar dit kan niet gelden voor een rechtspersoon die niet meer bestaat omdat deze geen partij meer kan zijn in een procedure. [eiseres] zal daarom in haar vordering jegens VINE niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.
4.3.
[eiseres] is echter wel aan te merken als onmiddellijk belanghebbende in de zin van artikel 3:29 lid 1 BW en daarom heeft zij een zelfstandig belang om de inschrijving van het hypotheekrecht waardeloos te (laten) verklaren, nu degene die de verklaring had behoren af te geven - VINE - dat niet kan doen omdat zij niet meer bestaat.
waardeloosverklaring
4.4.
Artikel 3:274 lid 1 BW bepaalt dat wanneer een hypotheek is tenietgegaan, de schuldeiser verplicht is om aan de rechthebbende op het bezwaarde goed bij authentieke akte te verklaren dat de hypotheek is vervallen. In lid 3 staat dat artikel 3:29 BW van overeenkomstige toepassing is wanneer die verklaring niet wordt afgegeven. Artikel 3:29 lid 1 BW bepaalt dat wanneer de vereiste verklaring niet wordt afgegeven, de rechtbank de inschrijving waardeloos verklaart op de vordering van de onmiddellijk belanghebbende. Dit kan ook in kort geding.
4.5.
Voldoende aannemelijk is dat de ten behoeve van VINE gevestigde hypotheek is teniet gegaan door aflossing van de schuld. Uit de door [eiseres] overgelegde jaarrekeningen van VINE over de jaren 2012-2016 volgt dat op 31-12-2015 nog sprake was van een lening van Vinum met een saldo van € 426.021,= en dat per
31-12-2016 het saldo van de lening nihil was. Ook volgens de verklaring van [naam] , verbonden aan [adviesbureau] , is de laatste aflossingstermijn van de lening in 2016 voldaan. Op grond van het voorgaande is voldoende aannemelijk geworden dat de lening is afgelost. Dit betekent dat de gevorderde waardeloosverklaring van de hypothecaire inschrijving toegewezen kan worden.
kracht van gewijsde
4.6.
Op grond van artikel 3:29 lid 4 BW kan de in dit vonnis te geven verklaring van waardeloosheid niet eerder worden ingeschreven dan nadat dit vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. Dit vonnis gaat pas in kracht van gewijsde als er geen rechtsmiddel meer tegen open staat. De hoge beroepstermijn bedraagt vier weken. [eiseres] heeft in haar dagvaarding verklaard dat zij afziet van haar recht op hoger beroep en dat zij zal berusten in dit vonnis (artikel 334 Rv). Dat betekent dat er geen rechtsmiddel tegen dit vonnis open staat en dat dit vonnis per vandaag in kracht van gewijsde gaat. Dit brengt met zich mede dat de bewaarder van de openbare registers van het Kadaster onmiddellijk kan overgaan tot inschrijving van het vonnis en doorhaling van de hypothecaire inschrijving zoals volgt uit artikel 3:29 lid 4 BW jo artikel 334 Rv.
proceskosten
4.7.
Omdat VINE niet meer bestaat en [eiseres] in haar vordering jegens VINE niet-ontvankelijk is verklaard zal zij de eigen kosten moeten dragen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verklaart [eiseres] niet ontvankelijk in haar vordering,
5.2.
verklaart waardeloos in de zin van artikel 3:29 BW de hypothecaire inschrijving in de openbare registers van het Kadaster op 14 mei 2013,van het hypotheekrecht op het perceel met opstallen, kadastraal bekend als [kadastraal perceel] , ten behoeve van V.Ine BV en ten laste van [eiseres] BV door [notaris] van [notariskantoor] te [plaats] ,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
bepaalt dat [eiseres] haar eigen proceskosten draagt,
5.5.
verstaat dat er geen rechtsmiddel tegen dit vonnis open staat en dat het per vandaag in kracht van gewijsde gaat,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Heuvel en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.