Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met producties, ontvangen op 21 februari 2025;
- de op 4 maart 2025 ontvangen brief van JBB.
- de moeder en haar advocaat;
- de vader;
- de stiefmoeder;
- een vertegenwoordigster van JWB;
- een vertegenwoordiger van JBB.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
De kinderrechter heeft er vertrouwen in dat JBB en JWB goed verder samenwerken in het belang van de betrokken minderjarigen. Overdracht van deze zaak naar JBB zodat de kinderen onder de paraplu van JBB zouden vallen is daarvoor anders dan de moeder meent niet nodig. Overdracht aan JBB zou naar het oordeel van de kinderrechter zelfs contraproductief kunnen werken nu elke GI het beste zicht heeft op haar eigen werkterrein en de daarin beschikbare hulpverlening daar het beste weet te vinden.
Hieruit volgt dat de kinderrechter het namens de moeder ingediende verzoek om JWB te vervangen door JBB zal afwijzen.