ECLI:NL:RBZWB:2025:2108

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 februari 2025
Publicatiedatum
11 april 2025
Zaaknummer
11156089 - MB VERZ 24-464
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens snelheidsovertreding op de Philipsweg te Oostburg

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 februari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 11 km per uur harder dan toegestaan op een (auto)weg buiten de bebouwde kom. De overtreding vond plaats op de Philipsweg te Oostburg op 11 mei 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar de officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze.

Betrokkene voerde aan dat hij de gedraging niet had verricht en dat er geen bebording was die de toegestane snelheid aangaf. De kantonrechter oordeelde echter dat de betrokkene onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie stelde dat de verbalisant ter plaatse was en de bebording had gecontroleerd. De kantonrechter concludeerde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de aanwezigheid van de bebording en dat de officier van justitie geen nader onderzoek hoefde te doen.

De kantonrechter verwierp de argumenten van betrokkene en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. W.H.C. van Eck, bijgestaan door griffier L.I.M. Appels, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de vereisten wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11156089 \ MB VERZ 24-464
CJIB-nummer : 4062 5422 5808 1286
uitspraakdatum : 21 februari 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[naam]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 21 februari 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 11 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1) op de Philipsweg te Oostburg op 11 mei 2023 om 10:19 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene stelt dat hij geen bebording is gepasseerd die de toegestane snelheid aanduid. Betrokkene heeft hierbij zijn rijroute opgegeven. Daarnaast stelt betrokkene zich op het punt dat er geen staandehouding heeft plaatsgevonden.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Betrokkene heeft geen duidelijke rijroute opgegeven. Uit het zaaksoverzicht blijkt dat de verbalisant ter plekke fysiek aanwezig was. Hierdoor mag, onder verwijzing naar ECLI:NL:GHARL:2020:1803, worden aangenomen dat de verbalisant de bebording heeft gecontroleerd op aanwezigheid en deugdelijkheid.

Overwegingen

Betrokkene heeft de volgende route aangegeven: vanaf Waterlandkerkje de doorgaande weg naar St. Kruis verlaten en de afslag nemen naar Oostburg. Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt hieruit onvoldoende hoe betrokkene is gereden naar het punt waar de gedraging is geconstateerd. Dit betekent dat de officier van justitie geen nader onderzoek behoefde te doen naar de aanwezigheid van de bebording.
Daarnaast wordt er volgens vaste rechtspraak van uitgegaan dat bij incidentele controles de verbalisant voorafgaand aan de controle de aanwezigheid van bebording controleert. De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om daar in dit geval anders over te denken en verwerpt de stelling van betrokkene dat deugdelijke bebording ontbrak.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier L.I.M. Appels, en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: