ECLI:NL:RBZWB:2025:2126

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 februari 2025
Publicatiedatum
11 april 2025
Zaaknummer
11219012 MB VERZ 24-583
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens onduidelijke gedraging

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 februari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring, specifiek bord C 8 van bijlage I RVV 1990, op de Rijksweg N57 te Burgh-Haamstede op 17 december 2023. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 21 februari 2025 heeft betrokkene aangevoerd dat hij geen bord C 8 heeft gepasseerd en dat de situatie onwerkbaar is door de plaatsing van slagbomen door Rijkswaterstaat. De zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren, omdat de feitcode die aan de boete was gekoppeld niet juist was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verbalisant feitcode R555 had moeten gebruiken in plaats van R556, wat leidde tot onduidelijkheid over de boete.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de boete ten onrechte was opgelegd, omdat de gedraging niet voldoende was vastgesteld. Het beroep is gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd zijn vernietigd. Tevens is bepaald dat het bedrag van € 119,- dat betrokkene als zekerheid heeft betaald, door de officier van justitie moet worden terugbetaald. Deze uitspraak is gedaan door kantonrechter W.H.C. van Eck, bijgestaan door griffier L.I.M. Appels, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11219012 \ MB VERZ 24-583
CJIB-nummer : 4062 5422 6251 6940
uitspraakdatum : 21 februari 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 21 februari 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: handelen in strijd met een geslotenverklaring: bord C 8 bijlage I RVV 1990 op de Rijksweg N57 te Burgh-Haamstede op 17 december 2023 om 12:42 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene stelt dat hij geen bord C8 is gepasseerd. Daarnaast is het vanaf 2021 verplicht om op landbouwvoertuigen een kentekenplaat te voeren. Hierdoor mogen landbouwvoertuigen 40 kilometer per uur rijden. Bord C 8 en C 9 beschrijven dat deze weg gesloten is voor voertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 kilometer per uur. Er is geen andere mogelijkheid voor betrokkene om bij klanten op Schouwen-Duiveland te komen. Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat hij vroeger via een parallelweg op Schouwen-Duiveland kwam, maar dat Rijkswaterstaat daar nu slagbomen heeft geplaatst. Betrokkene stelt dat de situatie onwerkbaar is.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Aan betrokkene is een boete opgelegd voor feitcode R555 met als omschrijving “Handelen in strijd met een geslotenverklaring voor langzame motorvoertuigen: bord C 8 van bijlage I RVV 1990”. Uit het dossier en de stellingen van betrokkene is gebleken dat deze feitcode niet juist is.
Overwegingen
Aan betrokkene is een boete opgelegd voor feitcode R555 met als omschrijving “Handelen in strijd met een geslotenverklaring voor langzame motorvoertuigen: bord C 8 van bijlage I RVV 1990”. Uit het dossier en de stellingen van betrokkene is gebleken dat deze feitcode niet juist is. De verbalisant had feitcode R556 moeten gebruiken met als omschrijving “Handelen in strijd met een geslotenverklaring: bord C 9 van bijlage I RVV 1990”.
Voor betrokkene was niet voldoende duidelijk waar de boete betrekking op had. Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd. Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 119,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier L.I.M. Appels, en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2025.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: