Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
€ 453,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 februari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het handelen in strijd met een gesloten verklaring op de Capelleweg te Kruiningen op 12 juni 2023. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 21 februari 2025 heeft de gemachtigde van betrokkene, die optrad namens Verkeersboete.nl, aangevoerd dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden. Betrokkene stelde dat hij door een omleiding de Capelleweg was ingereden en dat veel automobilisten in dezelfde veronderstelling verkeerden. De gemachtigde verwees naar artikel 5 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) en stelde dat er een reële mogelijkheid tot staandehouding had moeten zijn, waardoor de boete ten onrechte op kenteken was opgelegd.
De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie verzocht het beroep gegrond te verklaren, maar gaf aan dat er onvoldoende duidelijkheid in het dossier was. De kantonrechter oordeelde dat niet was komen vast te staan dat de gedraging was verricht, omdat het dossier onvoldoende duidelijkheid bood. Hierdoor werd de boete ten onrechte opgelegd en verklaarde de kantonrechter het beroep gegrond. De beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, werden vernietigd. Betrokkene kreeg het betaalde bedrag van € 119,- terug en de officier van justitie werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene, die in totaal € 1.230,50 bedroegen.