ECLI:NL:RBZWB:2025:2165

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 maart 2025
Publicatiedatum
14 april 2025
Zaaknummer
02-226998-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden voor veroordeelde met verstandelijke beperking en autismespectrumstoornis

Op 31 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden van een veroordeelde, geboren in 2000. De officier van justitie had op 12 februari 2025 een vordering ingediend tot verlenging van de tbs met voorwaarden met twee jaar. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld op basis van verschillende rapporten, waaronder die van de reclassering en een psycholoog. De reclassering heeft geconstateerd dat de veroordeelde zich goed inzet voor behandeling en dat hij momenteel in een forensische psychiatrische instelling verblijft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich gedurende de afgelopen twee jaar goed heeft ontwikkeld en dat hij abstinent is van drugs en alcohol. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de spanningen die een verlengingszitting met zich meebrengt voor de veroordeelde. Gezien de positieve ontwikkeling en de noodzaak voor een goede overdracht naar een forensische begeleid wonensetting, heeft de rechtbank besloten de tbs met voorwaarden met twee jaar te verlengen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-226998-22
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 31 maart 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[veroordeelde]
geboren op [geboortedag 1] 2000 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende op de [FPA] , [adres]

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 12 februari 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met voorwaarden met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [veroordeelde] ;
- het rapport van psycholoog drs. [psycholoog] van 16 januari 2025, waarin het advies van de inrichting is vermeld;
- het rapport van de reclassering van 29 januari 2025, waarin wordt ingegaan op de naleving van de voorwaarden.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda van 17 maart 2023, wegens overtreding van artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht, veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf en een tbs met voorwaarden, met als bijzondere voorwaarden:
* dat veroordeelde zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* dat veroordeelde meewerkt aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder
andere in:
- dat veroordeelde zich meldt op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt
hoe vaak dat nodig is.
- dat veroordeelde één of meer vingerafdrukken laat nemen en laat een geldig
identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van veroordeelde vast te stellen.
- dat veroordeelde zich aan de aanwijzingen van de reclassering houdt. De reclassering
kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om
veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- dat veroordeelde de reclassering aan een actuele foto helpt waarop zijn gezicht
herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
- dat veroordeelde meewerkt aan huisbezoeken;
- dat veroordeelde de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of
behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- dat veroordeelde zich niet op een ander adres vestigt zonder toestemming van de
reclassering;
- dat veroordeelde meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en
instanties die contact hebben met veroordeelde, als dat van belang is voor het toezicht;
* dat veroordeelde meewerkt aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC),Forensisch Psychiatrisch Afdeling (FPA), Forensische Psychiatrische Kliniek (FPK) of
andere instelling (zoals een verslavingsinstelling) als de reclassering dat nodig vindt en als
veroordeelde daarmee instemt. Deze time-out duurt totdat de reclassering of veroordeelde deze beëindigt, maar maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens
maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
* dat veroordeelde zich laat opnemen bij een forensische klinische instelling. Het
beveiligingsniveau en behandelduur wordt beoordeeld door de NIFP rapporteurs en is mede
te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing.
De opname start zodra de aangewezen FPK of FPA een bed voor hem vrij heeft. De opname
duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg. begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
* dat veroordeelde zich, aansluitend aan de klinische behandeling, ambulant laat behandelen
door een ambulante zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt
zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de
aanwijzingen die de zorgverlener geelt voor de behandeling. Het innemen van medicijnen
kan onderdeel zijn van de behandeling;
* dat veroordeelde, indien de reclassering dit noodzakelijk acht, aansluitend aan de klinische
behandeling verblijft in een instelling voor beschermd of begeleid wonen, te bepalen door
de reclassering. Het verblijft duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
* dat veroordeelde niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der
Nederlanden gaat, zonder toestemming van de reclassering;
* dat veroordeelde geen drugs gebruikt, dit houdt in volledige abstinentie. Hij werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
* dat veroordeelde geen alcohol gebruikt, dit houdt in volledige abstinentie. De reclassering
bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest);
* dat veroordeelde meewerkt aan de controle van het gebruik van alcohol en drugs om het
middelengebruik te beheersen en/of te monitoren. De reclassering kan urineonderzoek en
ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak
veroordeelde wordt gecontroleerd;
* dat veroordeelde op geen enkele wijze, direct of indirect, contact mag hebben met het
[slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 1971 en
[medeveroordeelde] , geboren op [geboortedag 3] 1997, zolang het openbaar ministerie dit contactverbod noodzakelijk acht;
* dat veroordeelde de reclassering inzicht geeft in zijn financiën en schulden en meewerkt aan het treffen van betalingsregelingen, indien de reclassering dit nodig acht.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met voorwaarden is op 3 april 2023 aangevangen.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 31 maart 2025 is de officier van justitie, mr. I.M. Peters, gehoord.
Tevens is [veroordeelde] gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.J.V.H. Stoffels, advocaat te Zevenbergen.
Voorts is de deskundige mevrouw [deskundige] van de reclassering, gehoord.

3.Het advies van de reclassering

De reclassering heeft in het rapport d.d. 29 januari 2025 verslag gedaan over de voortgang van de maatregel. Uit dit verslag is gebleken dat [veroordeelde] op dit moment bij [FPA] verblijft en dat hij zich daar goed inzet voor behandeling. Hij heeft zijn therapieën gevolgd. Op dit moment is het behandelplafond bereikt. [veroordeelde] zal naar verwachting begeleiding nodig blijven hebben. Risicofactoren hangen samen met zijn verstandelijke beperking, zijn sociaal emotionele ontwikkeling en zijn autismespectrumstoornis. De persoonlijkheidsstoornis (NAO met borderline en antisociale trekken) lijkt niet meer aanwezig. Het recidiverisico is binnen de huidige setting gemiddeld, maar zonder toezicht en begeleiding schat de reclassering de kans op de recidive in als gemiddeld-hoog. Er loopt nu een aanmelding bij IFZ/DIZ voor een beschermde woonvorm. De reclassering adviseert de tbs met voorwaarden met twee jaar te verlengen.
Ter zitting heeft de deskundige nog aangevuld dat [veroordeelde] op termijn terecht kan
bij Forensisch wonen de [zorginstelling] in [plaats] bij het [locatie]. Dit is een beschermd wonen vorm. Hij staat nu op de wachtlijst. De deskundige verwacht dat [veroordeelde] nog zeker twee jaar nodig heeft om te wennen bij de [zorginstelling] en om te kijken waar hij na de tbs-maatregel naartoe kan. Een tussentijdse zitting bij de rechtbank na een jaar zorgt voor veel spanningsopbouw bij [veroordeelde] en dat komt hem niet ten goede. Om die redenen acht zij het passend de tbs met voorwaarden met twee jaar te verlengen.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

Uit het rapport van de psycholoog drs. [psycholoog] van 16 januari 2025 blijkt dat er sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een autismespectrumstoornis en een licht verstandelijke beperking. Daarnaast is sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een stoornis in het gebruik van cannabis (langdurig in remissie). De persoonlijkheidsstoornis lijkt thans niet meer aan de orde. De kans op herhaling wordt op dit moment bij de huidige hulpverlening als laag ingeschat. Zonder de tbs-maatregel kan deze kans oplopen naar matig.
De psycholoog adviseert de tbs met voorwaarden te verlengen met één jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met voorwaarden met twee jaar te verlengen gebleven.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft betoogd dat [veroordeelde] enerzijds graag van het stempel van tbs af wil, maar anderzijds nog wel langere tijd begeleiding nodig heeft en [veroordeelde] in aanloop naar deze zitting veel last van spanningen heeft gehad. Om die reden acht de verdediging het, net als de reclassering, uiteindelijk niet wenselijk om de tbs met een jaar te verlengen, omdat [veroordeelde] volgend jaar dan weer deze spanningen zal ervaren voorafgaand aan een tbs-verlengingszitting. Alles overwegend refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de vraag of de tbs met voorwaarden met één of met twee jaar dient te worden verlengd.

7.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs met voorwaarden eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de reclassering en de psycholoog wordt nog steeds voldaan aan deze wettelijke criteria.
De vraag die bij de rechtbank voorligt, is of de tbs met voorwaarden met één of met twee jaar dient te worden verlengd. De rechtbank merkt op dat [veroordeelde] zich gedurende de afgelopen twee jaar in de tbs met voorwaarden bewonderenswaardig goed heeft ontwikkeld en heel goed heeft meegewerkt. Hij heeft aan allerlei therapieën meegedaan, is al twee jaar abstinent en zit tevens aan zijn behandelingsplafond, zodat de tijd rijp is om overgeplaatst te worden naar een forensische begeleid wonensetting, de [zorginstelling] in [plaats]. Op dit moment is niet duidelijk wanneer [veroordeelde] geplaatst wordt bij de [zorginstelling] en hoe zijn woontraject daar gaat verlopen. De reclassering heeft gemotiveerd aangegeven dat zij denkt dat er nog meer dan een jaar nodig is om de behandeling en begeleiding bij de [zorginstelling] goed in te bedden. Ook is aangegeven hoeveel spanning een zitting bij [veroordeelde] oplevert en dat hem dat niet ten goede komt. De rechtbank ziet enerzijds de hoopvolle ontwikkeling die [veroordeelde] de afgelopen jaren heeft doorgemaakt en op basis daarvan zou geconcludeerd kunnen worden om de tbs met voorwaarden met maar één jaar te verlengen. Anderzijds wil de rechtbank dat de tijd wordt genomen voor een goede overdracht en inbedding bij de [zorginstelling], zodat de positieve lijn wordt doorgezet. Ook wil de rechtbank voorkomen dat over een jaar weer een verlengingszitting moet plaatsvinden met alle spanningen die dat voor [veroordeelde] met zich brengt. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het in het belang van [veroordeelde] is om de tbs met twee jaar te verlengen.

8.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van [veroordeelde] met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.A.M. Wijffels, voorzitter, mr. D.H. Hamburger en mr. L.W. Boogert, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier G.T.A. Knoop en is uitgesproken ter openbare zitting op 31 maart 2025.
De griffier is buiten staat de beslissing mede te ondertekenen.