ECLI:NL:RBZWB:2025:2226

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 april 2025
Publicatiedatum
16 april 2025
Zaaknummer
24/2917 en 24/2918
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van WOZ-waarde van onroerende zaken door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 17 april 2025, worden de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant beoordeeld. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde van twee onroerende zaken vastgesteld op 1 januari 2022, waartegen belanghebbende bezwaar had gemaakt. De rechtbank behandelt de beroepen onder de zaaknummers BRE 24/2917 en BRE 24/2918.

Belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. A. Bakker, heeft zijn beroep tegen de WOZ-beschikking van het object [adres 1] te [plaats] ingetrokken, waardoor dit beroep niet meer aan de orde is. De rechtbank heeft vervolgens de WOZ-waarde van het tweede object, een garagebox gelegen aan [adres 2] te [plaats], beoordeeld. De heffingsambtenaar heeft met een taxatiematrix aangetoond dat de waarde van dit object niet te hoog is vastgesteld. Belanghebbende heeft geen inhoudelijke gronden aangevoerd tegen de vastgestelde waarde, waardoor de rechtbank geen verdere bespreking nodig acht.

De rechtbank concludeert dat het beroep met betrekking tot de garagebox ongegrond is en dat de WOZ-waarde en de aanslag onroerendezaakbelastingen voor het belastingjaar 2023 gehandhaafd blijven. Belanghebbende krijgt zijn griffierecht niet vergoed. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 24/2917 en 24/2918
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 april 2025 in de zaak tussen
[belanghebbende],uit [plaats], belanghebbende,
(gemachtigde: mr. A. Bakker verbonden aan Maatschap WOZ Juristen),
en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant (gemeente Bergen op Zoom),de heffingsambtenaar.

1.Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de (in een document weergegeven) uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van 25 januari 2024.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft de waarde van de onderstaande onroerende zaken (de objecten) op 1 januari 2022 (de waardepeildatum) vastgesteld (de beschikkingen). Met deze waardevaststelling zijn aan belanghebbende ook de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Bergen op Zoom voor het jaar 2023 opgelegd (de aanslagen).
Zaaknummer
Object
Waarde
BRE 24/2917
[adres 1] te [plaats]
€ 200.000
BRE 24/2918
[adres 2] te [plaats]
€ 19.000
1.3.
De heffingsambtenaar heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard.
1.4.
De heffingsambtenaar heeft op het beroepen gereageerd met een verweerschrift.
1.5.
De rechtbank heeft de beroepen op 6 maart 2025 op zitting behandeld. Namens de heffingsambtenaar zijn verschenen [naam] en [taxateur]. Belanghebbende en zijn gemachtigde zijn zonder kennisgeving niet verschenen. De gemachtigde van belanghebbende is via het systeem Digitale Toegang op 8 januari 2024, 15:22 uur, onder vermelding van plaats, datum en tijdstip uitgenodigd de zitting bij te wonen. De rechtbank stelt daarmee vast dat de gemachtigde correct en op de juiste wijze voor de zitting is uitgenodigd.

2.Feiten

2.1.
Belanghebbende is eigenaar van de volgende objecten. De objecten hebben de volgende kenmerken:
Object
Soort object
Bouwjaar
Oppervlakte
[adres 1] te [plaats]
Galerijflat (woning)
1960
99 m2
[adres 2] te [plaats]
Garagebox
1970
22 m2

3.Beoordeling door de rechtbank

[adres 1] te [plaats]
3.1.
Op 20 maart 2025 heeft belanghebbende zijn beroep tegen de WOZ-beschikking en de aanslag van het object [adres 1] te [plaats] ingetrokken (zaaknummer BRE 24/2917). Dat beroep wordt daarom niet meer besproken.
Naar aanleiding van de intrekking heeft de rechtbank gemachtigde van belanghebbende via het systeem Digitale Toegang op 26 maart 2025 verzocht om de rechtbank mede te delen of deze intrekking ook bedoeld is voor het samenhangede zaaknummer (zaaknummer BRE 24/2918). De rechtbank heeft daarop geen reactie ontvangen.
[adres 2] te [plaats]
3.2.
Partijen zijn het – kennelijk – niet eens over de hoogte van de WOZ-waarde van het object [adres 2] te [plaats]. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de heffingsambtenaar met de door hem overgelegde taxatiematrix aannemelijk gemaakt dat de waarde van het object niet te hoog is vastgesteld. Voorts constateert de rechtbank dat door belanghebbende in beroep geen inhoudelijke gronden ter zake van de waarde van dit object zijn aangevoerd. De rechtbank acht een verdere bespreking dan ook niet nodig.
3.3.
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de waarde van het object voor het belastingjaar 2023 niet te hoog vastgesteld.

4.Conclusie en gevolgen

4.1.
Het beroep met betrekking tot het object [adres 2] te [plaats] (zaaknummer BRE 24/2918) zal ongegrond worden verklaard. Dit betekent dat de WOZ-waarde en de aanslag OZB gehandhaafd blijven.
4.2.
Omdat het beroep ongegrond is krijgt belanghebbende zijn griffierecht niet vergoed.

5.Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, rechter, in aanwezigheid van M.M.I. van Dijk-Saris, griffier, op 17 april 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.