ECLI:NL:RBZWB:2025:2233
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en verzuimboete ongegrond verklaard
Op 15 april 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken BRE 24/4336, 24/4339 en 24/4340, waarbij belanghebbende in beroep ging tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst. De inspecteur had een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opgelegd over het tijdvak van 21 juni 2022 tot en met 20 juni 2023, ter hoogte van € 1.396, en een verzuimboete van € 698 opgelegd. Belanghebbende betwistte de naheffingsaanslag en de boete, maar de rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat belanghebbende de auto had geschorst maar deze op 31 mei 2023 gebruik had gemaakt van de openbare weg. De rechtbank oordeelde dat de schorsing van rechtswege was geëindigd, waardoor de belasting weer verschuldigd was. De rechtbank verwierp ook de bezwaren van belanghebbende tegen de rekeningen, omdat deze niet-ontvankelijk waren verklaard. De rechtbank concludeerde dat de beroepen ongegrond waren en dat belanghebbende geen griffierecht terugkreeg en geen vergoeding van proceskosten ontving.