ECLI:NL:RBZWB:2025:230
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Ebben
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een factuur en verweer tegen verschuldigdheid wegens contractsovername
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert de besloten vennootschap GBOU B.V. (hierna: Gbou) betaling van een factuur van € 9.075,00 van de besloten vennootschap FRISS HOLDING B.V. (hierna: Friss Holding). Gbou heeft in 2020 werkzaamheden verricht voor Friss Holding in het kader van een project in de gemeente Waadhoeke, waarvoor zij een factuur heeft gestuurd. Friss Holding heeft de factuur onbetaald gelaten en voert als verweer aan dat de overeenkomst is overgedragen aan een andere vennootschap, Friss Holding Sexbierum BV i.o., en dat zij niet de juiste partij is om aangesproken te worden voor de betaling.
De rechtbank oordeelt dat Gbou de werkzaamheden heeft verricht en dat Friss Holding als contractspartij gehouden is om te betalen. Het verweer van Friss Holding dat de overeenkomst rechtsgeldig is overgedragen, wordt verworpen, omdat er geen instemming van Gbou is met de overdracht. De rechtbank wijst de vordering van Gbou toe, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. Friss Holding wordt veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.586,22 worden begroot. Het vonnis is uitgesproken op 8 januari 2025 door mr. Ebben.