Uitspraak
1.[bestuurder] ,
[B.V.],
1.De procedure
2.De feiten
Waarborg en huur januari [huurder 2] - [huurder 1]” betaald aan [verhuurder] .
3.Het geschil
- primair € 3.838,65 en subsidiair € 1.490,22 aan schadevergoeding, zowel primair als subsidiair te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 10 januari 2024, althans de dag van dagvaarding, tot de dag van volledige betaling,
- primair € 615,73 en subsidiair € 270,47 aan buitengerechtelijke kosten,
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als deze kosten niet binnen veertien dagen na de datum van het vonnis zijn betaald, en de betekeningskosten in geval van betekening van het vonnis.