ECLI:NL:RBZWB:2025:2341

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 april 2025
Publicatiedatum
18 april 2025
Zaaknummer
C/02/433277 / FA RK 25-1449
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Scheltema Beduin
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornis en verwaarlozing

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 april 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1954. De officier van justitie heeft verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, omdat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en bipolaire-stemmingsstoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar psychische toestand, wat zich uit in verwaarlozing van haar woning en gezondheid. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat, een verpleegkundig specialist en een curator. De betrokkene heeft aangegeven geen hulp te willen accepteren, terwijl de behandelaar zich zorgen maakt over haar toestand en de risico's die dit met zich meebrengt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/433277 / FA RK 25-1449
Datum uitspraak: 3 april 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1954 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats],
advocaat mr. M.W. Dieleman te Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 20 maart 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 3 april 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, mr. Dieleman;
  • de heer [naam 1], verpleegkundig specialist FACT, behandelaar;
  • de heer [naam 2], curator.

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene noemt een flink aantal jaartallen uit het verleden en vertelt wat zij destijds allemaal heeft meegemaakt. Verder is betrokkene heel duidelijk in haar wens om geen behandeling te ondergaan of hulp te accepteren.
3.2.
De curator van betrokkene geeft aan zich zorgen te maken om betrokkene. Er is waterschade geweest in haar woning en doordat daar geen werkende verwarming is, is er geen warmte om dat vocht eruit te krijgen. Dat is slecht voor de gezondheid van betrokkene. De waterschade bevond zich om en nabij de elektriciteitsmeter, hetgeen ook een risico met zich meebrengt. Zij heeft inmiddels wel weer elektriciteit. Verder wordt betrokkene regelmatig buiten verward aangetroffen door de buren.
3.3.
De behandelaar van betrokkene stelt dat betrokkene paranoïde psychotisch ontregeld is en dat er een stemmingscomponent is. Dat eerste was tijdens de mondelinge behandeling niet duidelijk zichtbaar, maar wel evident is dat de stemming van betrokkene behoorlijk verhoogd is. De kans is aanwezig dat dat doorschiet naar een psychose. De zorgen omtrent betrokkene bestaan langdurig en de verwachting is dat de situatie alleen maar verergert als betrokkene niet behandeld wordt. Daarnaast heeft betrokkene een geschiedenis met psychotische ontregeling. Het ernstig nadeel zit met name in de achterdochtige gedachten en het geknoei met de stroom. Daarnaast zijn er vraagtekens bij de voeding van betrokkene. Er worden dingen beschimmeld aangetroffen terwijl eetbaar voedsel wordt weggegooid, al ligt er ten tijde van de mondelinge behandeling ook voedsel in de koelkast dat nog te eten is. Verder is het oordeelsvermogen van betrokkene volgens de behandelaar erg beperkt, waardoor zij niet kan inschatten hoeveel zorg ze nodig heeft. Het niet laten behandelen van de somatische klachten komt door de verstoorde realiteitstoetsing. Als het verzoek wordt toegewezen, is na een korte opname een ambulante behandeling mogelijk.
3.4.
De advocaat van betrokkene bepleit afwijzing van het verzoek. Volgens hem is er onvoldoende ernstig nadeel om een zorgmachtiging te rechtvaardigen. De informatie uit het dossier, strookt niet met de wijze waarop men betrokkene en haar woning gedurende de mondelinge behandeling ziet. Dat is de ene kant van het verhaal. Aan de andere kant erkent de advocaat dat hij er niet altijd bij is, waardoor het moeilijk is om te kijken wat er allemaal precies speelt. In ieder geval is duidelijk dat betrokkene geen enkele vorm van hulp vrijwillig accepteert. Betrokkene wil met rust gelaten worden en vanuit haar perspectief heeft ze geen klachten. De advocaat merkt ook nog op dat cultuur- en taalproblemen niet verward moeten worden met mentale verwarring en dergelijke dingen.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk onder meer schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, bipolaire-stemmingsstoornissen en neurobiologische ontwikkelingsstoornissen. Bij betrokkene uit dit zich in de vorm van paranoïde psychotische ontregeling in het kader van en schizoaffectieve stoornis, bipolaire type en LVB problematiek. Het enkele feit dat de paranoïde psychotische ontregeling tijdens de mondelinge behandeling niet zichtbaar was, is voor de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de inhoud van de medische verklaring.
4.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
4.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondeling behandeling blijkt dat er in de woning van betrokkene geen warm water en geen verwarming is. Het gebrek aan verwarming heeft geleid tot schimmel in de woning en betrokkene laat de waterschade niet herstellen. Betrokkene heeft vanuit achterdocht elektrische apparaten gedemonteerd, terwijl deze op de stroom waren aangesloten. Ook rommelt zij met waterleidingen. Een vrijwilliger uit de buurt, die dezelfde taal spreekt als betrokkene, stelt dat betrokkene verwaarloosd en verward is. Betrokkene leeft eenzaam en geïsoleerd en houdt contact af vanuit haar paranoïde gedachtegang. Daarnaast weigert betrokkene de nodige somatische zorg voor onderbeen oedemen. De rechtbank volgt hierbij het standpunt van de behandelaar dat het niet laten behandelen van de somatische klachten voortkomt uit de verstoorde realiteitstoetsing van betrokkene. Tevens heeft betrokkene recentelijk lange tijd op straat staan schreeuwen en heeft ze haar spullen op straat gegooid.
4.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
4.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Betrokkene weigert alle hulp. Zij is een chronische zorgmijder en houdt alle medische, maar ook praktische, zorg af. De praktische zorg houdt zij af vanuit haar uit de stoornis voortvloeiende verstoorde realiteitstoetsing. Daarom is verplichte zorg nodig. De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.7.
De rechtbank wil hierbij specificeren dat het opnemen in een accommodatie van betrokkene zo kort mogelijk, maar zo lang als noodzakelijk dient te zijn. Het beperken van de bewegingsvrijheid is slechts voor gedurende de opname.
4.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.9.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1954 in [geboorteplaats], inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
3 oktober 2025;
5.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2025 door mr. Scheltema Beduin, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en op schrift gesteld op 17 april 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.