ECLI:NL:RBZWB:2025:2345

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 april 2025
Publicatiedatum
18 april 2025
Zaaknummer
25-005072
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over klaagschrift op grond van artikel 552a Sv inzake inbeslagname van een voertuig

Op 1 april 2025 vond er een zitting plaats in de raadkamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Middelburg, waar het klaagschrift van de klager werd behandeld. De klager, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. A.H.J. Bals, had een klaagschrift ingediend op 24 februari 2025, waarin hij verzocht om opheffing van het beslag op zijn auto, een Audi A3 Sportback, die op 17 februari 2025 in beslag was genomen. De klager stelde dat er geen redelijk onderzoeksbelang meer was en dat hij zich bezwaard voelde door de inbeslagneming. De officier van justitie, mr. C.P.G. Tax, was ook aanwezig en stelde dat de klager niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat hij schriftelijk afstand had gedaan van de auto en er een andere rechthebbende was, te weten [belanghebbende] B.V..

De rechtbank oordeelde dat het beslag op de auto al was geëindigd, omdat deze was teruggegeven aan de rechthebbende. De rechtbank verklaarde de klager niet-ontvankelijk in zijn beklag. Deze beslissing werd genomen door mr. J.C. Gillesse op 15 april 2025, in tegenwoordigheid van griffier mr. A.S.S. Fanis, en werd uitgesproken tijdens de openbare zitting op dezelfde dag. De klager en het Openbaar Ministerie hebben de mogelijkheid om binnen veertien dagen beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
raadkamernummer : 25-005072
datum : 1 april 2025
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klager] ,
geboren op [datum] 2005 te [plaats] ( [land] ),
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. A.H.J. Bals, Noordeinde 16, 4481 BJ Kloetinge,
hierna te noemen: de klager.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgeving van inbeslagneming op grond van artikel 94 Sv, waaruit blijkt dat op
  • het klaagschrift op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), ingediend op 24 februari 2025 ter griffie van deze rechtbank;
  • de reactie van de officier van justitie en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Op 1 april 2025 heeft het onderzoek door de raadkamer plaatsgevonden. Hierbij is de officier van justitie mr. C.P.G. Tax gehoord.
Klager en diens raadsman, mr. A.H.J. Bals, zijn behoorlijk opgeroepen, maar niet bij de behandeling van het klaagschrift verschenen.
De belanghebbende is behoorlijk opgeroepen, maar niet bij de behandeling van het klaagschrift verschenen. Dit is [belanghebbende] B.V.
Het klaagschrift strekt tot opheffing van het beslag met last tot teruggave aan de klager. Daartoe is aangevoerd dat het belang van strafvordering zich niet verzet tegen teruggave van de auto, nu een redelijk onderzoeksbelang ontbreekt. Klager voelt zich bezwaard door het voortduren van de inbeslagneming. Voorts is het volstrekt onaannemelijk dat een rechter, later oordelend, tot verbeurdverklaring zal beslissen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat klager niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn beklag, omdat hij schriftelijk afstand heeft gedaan van de auto. Nu sprake is van een andere rechthebbende, te weten [belanghebbende] B.V., is er beslist tot teruggave van de auto aan [belanghebbende] B.V.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift. Het klaagschrift is tijdig ingediend.
De rechtbank stelt vast dat het beslag gelegd op grond van artikel 94 Sv al is geëindigd omdat de auto reeds is teruggegeven aan de rechthebbende, te weten [belanghebbende] B.V.. De rechtbank zal klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart klager niet-ontvankelijk in het beklag.
Deze beslissing is op 15 april 2025 genomen door mr. J.C. Gillesse, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A.S.S. Fanis, griffier, en is uitgesproken op de openbare zitting van 15 april 2025.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).