In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 april 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2021. De kinderrechter heeft de Stichting Nidos, de gecertificeerde instelling, verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen tot 16 april 2026. De vader van de minderjarige, die het eenhoofdig ouderlijk gezag heeft, heeft ingestemd met deze verlenging. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er positieve ontwikkelingen zijn in de opvoedvaardigheden van de vader, maar dat er nog steeds onduidelijkheid bestaat over het verblijfsrecht van de vader en de minderjarige, wat leidt tot spanningen en een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor de minderjarige. De kinderrechter heeft de wettelijke vereisten voor verlenging van de ondertoezichtstelling als voldaan beschouwd en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat deze per direct van kracht is. De kinderrechter heeft ook benadrukt dat aandacht moet worden besteed aan de identiteitsontwikkeling van de minderjarige, vooral nu zij naar school zal gaan.