ECLI:NL:RBZWB:2025:2376

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 april 2025
Publicatiedatum
22 april 2025
Zaaknummer
C/02/433761 / FA RK 25-1696
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Benjaddi
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie in een zaak betreffende verplichte zorg onder de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 april 2025 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een minderjarige betrokkene, geboren in 2008. De rechtbank heeft de machtiging verleend op verzoek van de officier van justitie, die stelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstig lichamelijk letsel en verwaarlozing. De betrokkene verblijft in een accommodatie en heeft een geschiedenis van verward gedrag en multi-drugsgebruik. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder een GZ-psycholoog en een kinderpsychiater, die de noodzaak van verplichte zorg onderbouwden. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene niet in staat is om goede keuzes te maken en dat verplichte zorg noodzakelijk is om hem te beschermen en te helpen. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor de duur van drie weken, tot en met 25 april 2025, en omvat onder andere het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van de betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/433761 / FA RK 25-1696
Datum uitspraak: 4 april 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2008 in [geboorteplaats],
hierna te noemen: betrokkene,
wonend in [woonplaats],
verblijvende bij [ggz-instelling], [adres],
advocaat: mr. J.H.P.M. Verhagen te Breda.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 3 april 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 4 april 2025 bij de accommodatie van [ggz-instelling] aan de [adres]. Daarbij zijn aanwezig en gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • GZ-psycholoog, de heer [naam 1];
  • kinderpsychiater, de heer [naam 2];
  • de ouders van betrokkene.
1.3.
Tevens was bij de mondelinge behandeling aanwezig, maar is niet gehoord een arts in opleiding tot psychiater, de heer [naam 3].

2.Wat vaststaat

Betrokkene verblijft met een crisismaatregel bij bovengenoemde accommodatie. De burgemeester van Geertruidenberg heeft de crisismaatregel op 2 april 2025 genomen.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen met de volgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene brengt, samengevat, naar voren dat hij nu beter functioneert. Betrokkene heeft gedoucht, eet sinds hij opgenomen is gewoon en kan nu ook slapen. Betrokkene krijgt zijn medicatie en ziet kleine verbeteringen. Zo kan hij zich beter concentreren. Volgens betrokkene gebruikt hij geen harddrugs. Daarmee is hij gestopt. Betrokkene ziet in dat zijn medicatie werkt. Betrokkene vindt het niet erg om langer opgenomen te blijven.
4.2.
De GZ-psycholoog verklaart, samengevat, als volgt. Betrokkene is door zijn ouders bij GGZ aangemeld. Op basis van de zorgen van de ouders is betrokkene naar het FACT verwezen. Hulpverlening van het FACT is echter niet meer passend voor de problematiek van betrokkene. Geprobeerd is om betrokkene in een vrijwillig kader op te nemen. Echter, betrokkene wilde dit niet. Thuis is de situatie uit de hand gelopen en was een crisismaatregel nodig.
4.3.
De kinderpsychiater verklaart, samengevat, dat bij betrokkene langzaam een verbetering wordt gezien in zijn toestandsbeeld. Betrokkene is binnengekomen met een verward toestandsbeeld. Gezien wordt dat betrokkene achterdochtig is en dat er wanen zijn. Er hebben meerdere incidenten plaatsgevonden door het verwarde gedrag van betrokkene en was hij bij binnenkomst agressief. Ook is betrokkene bekend met multi-drugsgebruik. Waar de verwardheid van betrokkene precies vandaan komt, moet nog worden onderzocht. Mogelijk spelen er naast drugsgebruik hierin meerdere factoren een rol. Betrokkene heeft nu tijd nodig om te herstellen en daarnaast moet hij tot inzicht komen dat samenwerking belangrijk is. Wanneer betrokkene nu naar huis zou gaan, zal het opnieuw uit de hand lopen. Een opname in een vrijwillig kader wordt niet mogelijk geacht, omdat de duurzaamheid bij betrokkene om vrijwillig in zorg te zijn nu nog ontbreekt. Betrokkene wil hier zijn, vanwege zijn ouders. Van de verzochte vormen van verplichte zorg is het toedienen van vocht en voeding niet nodig. Betrokkene werkt mee aan het verrichten van medische handelingen. Ook wordt ‘uitoefenen van toezicht’ niet toegepast. ‘Insluiten’ kan nodig zijn, om betrokkene naar een andere ruimte te brengen en hem daar tijdelijk te houden, wanneer het uit de hand loopt.
4.4.
De ouders van betrokkene brengen, samengevat, naar voren dat zij het beste voor hem willen. Betrokkene heeft zorg nodig. De ouders handelen met de beste intenties en willen betrokkene een goede toekomst geven. Betrokkene is op dit moment niet in staat om zelf goede keuzes te maken, vandaar dat verplichte zorg nu nodig is.
4.5.
De advocaat bepleit, samengevat, dat betrokkene het beter vindt om nu niet naar huis te gaan. Betrokkene wil even een ‘time-out’. Tijdens de opname kan bekeken worden wat er precies met betrokkene aan de hand is. Betrokkene is akkoord met de opname en de medicatie.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.3.
De rechtbank neemt hierbij onder andere in aanmerking dat betrokkene niet tot goede zelfzorg komt, hij schreeuwt in de nachten, er sprake is van overbelasting van familie en betrokkene eet en drinkt door zijn achterdocht alleen wat hij zelf koopt.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting van de kinderpsychiater tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
5.6.1
Gelet op de toelichting van de kinderpsychiater, waarnaar de rechtbank hier kortheidshalve verwijst, zijn de zorgvormen ‘toedienen van vocht en voeding’, ‘het verrichten van medische handelingen en andere therapeutische maatregelen’ en ‘uitoefenen van toezicht’ niet nodig. De noodzaak van alle overige verzochte vormen van verplichte zorg is genoegzaam gebleken.
5.6.2
Gelet op de toelichting van de kinderpsychiater wordt onder de verplichte zorg ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen’,
enkel en alleenverstaan dat het gebruik van communicatiemiddelen mag worden beperkt. De rechtbank wijst deze vorm van zorg op deze wijze toe.
5.7.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Hoewel betrokkene aangeeft akkoord te zijn met een langere opname, lijkt dit alleen te zijn ingegeven door zijn wens om niet bij de ouders te wonen. De ouders zijn onderdeel van het waansysteem van betrokkene. De rechtbank heeft er dan ook geen vertrouwen in dat met betrokkene (behandel)afspraken zijn te maken over zorgverlening in een vrijwillig kader. Daarom is verplichte zorg nodig.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.10.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2008 in [geboorteplaats], wat inhoudt dat de volgende maatregelen kunnen worden toegepast:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, zoals is weergegeven onder rechtsoverweging 5.6.2;
- opnemen in een accommodatie.
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 april 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 april 2025 door mr. Benjaddi, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. Vos, griffier, en op schrift gesteld op 18 april 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.