ECLI:NL:RBZWB:2025:2377

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 april 2025
Publicatiedatum
22 april 2025
Zaaknummer
C/02/433758 / FA RK 25-1694
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • B. Benjaddi
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie voor een minderjarige met psychische problemen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 april 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een minderjarige, aangeduid als betrokkene. De rechtbank heeft de aanvraag van de officier van justitie tot voortzetting van de crisismaatregel, zoals bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), beoordeeld. Betrokkene, geboren in 2010, verblijft momenteel in een ggz-instelling en heeft te maken met ernstige psychische problemen, waaronder een autismespectrumstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene rust nodig heeft, die zij thuis niet kan krijgen, en dat een langere opname doelmatig is om haar en haar gezinsleden te beschermen tegen gevaarlijke situaties.

Tijdens de mondelinge behandeling op 4 april 2025 zijn betrokkene, haar ouders en een kinderpsychiater gehoord. De kinderpsychiater heeft verklaard dat betrokkene moeite heeft met het omgaan van haar emoties en dat medicatie noodzakelijk is voor haar herstel. De ouders van betrokkene hebben ook hun zorgen geuit over haar welzijn en de noodzaak van een langere opname benadrukt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor betrokkene, wat de voortzetting van de crisismaatregel rechtvaardigt. De rechtbank heeft de gevraagde machtiging verleend voor de duur van drie weken, tot en met 25 april 2025, en heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

De rechtbank heeft in haar beoordeling rekening gehouden met de ernst van de situatie en de noodzaak om betrokkene te beschermen tegen zichzelf en haar omgeving. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor betrokkene om in cassatie te gaan tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/433758 / FA RK 25-1694
Datum uitspraak: 4 april 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2010 in [geboorteplaats],
hierna te noemen: betrokkene,
wonend in [woonplaats],
verblijvende bij [ggz-instelling], [adres],
advocaat mr. A.Ch. Osté te Dongen.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 3 april 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 4 april 2025 bij de accommodatie van [ggz-instelling] aan [adres]. Daarbij zijn aanwezig en gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • kinderpsychiater, de heer [naam];
  • de ouders van betrokkene.

2.Wat vaststaat

Betrokkene verblijft met een crisismaatregel bij bovengenoemde accommodatie. De burgemeester van Gilze en Rijen heeft de crisismaatregel op 2 april 2025 genomen.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen met de volgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

4.1.
Op de vraag van de rechtbank aan betrokkene of zij iets wil zeggen, knikt betrokkene ‘nee’. Ook geeft zij geen antwoord op de vraag of zij nog in de accommodatie wil blijven. De rechtbank besluit daarop betrokkene geen verdere vragen te stellen.
4.2.
De kinderpsychiater verklaart, samengevat, als volgt. Gezien wordt dat betrokkene moeilijk met haar gevoelens om kan gaan. Zij voelt zich naar en heeft niet de tools om zichzelf te kunnen kalmeren. De ‘melt downs’ die betrokkene heeft, zijn erger in verband met haar hormonen. Wanneer betrokkene haar medicatie neemt, zal het beter met haar gaan. Het vraagt tijd om tot dat inzicht te komen. Betrokkene is er nu van overtuigd dat zij geen medicatie wil nemen. Dat zorgt ervoor dat de spanning bij haar hoog blijft. Op dit moment is er bij betrokkene geen acuut psychotisch toestandsbeeld. Wel is zij heel boos en prikkelbaar. De vraag of een langere opname doelmatig is, is moeilijk te beantwoorden. Betrokkene heeft een goede klik met hulpverlening vanuit [stichting]. Daar heeft zij een autismecoach. Betrokkene wordt geadviseerd om gebruik van medicatie te herstarten en om met de ambulant behandelaar aan de slag te gaan. De opname kan doelmatig zijn, zodat er even sprake is van afstand, maar kan ook ineffectief zijn omdat betrokkene overprikkeld kan raken door andere groepsleden en een opname zou dan kunnen leiden tot destructieve coping van negatief gedrag. Als betrokkene nu naar huis gaat, is dat ook met alle risico’s van dien. Uit deze twee risico’s moet gekozen worden. De opname kan succesvol zijn als betrokkene ervoor kiest om haar medicatie te nemen en om de samenwerking aan te gaan.
4.3.
De ouders van betrokkene brengen, samengevat, naar voren dat betrokkene in een gemoedstoestand terecht is gekomen, waar zij niet zelf meer uit kon komen. Medicatie is hiervoor nodig. Het lukt betrokkene niet om de medicatie vrijwillig in te nemen. Er is de afgelopen dagen veel gebeurd. Betrokkene heeft nu rust nodig. De ouders hopen dat betrokkene met een langere opname de rust kan pakken die zij nodig heeft. Intussen kunnen er thuis verschillende dingen in werking worden gezet. De ouders verwachten dat betrokkene thuis niet de rust kan vinden die zij nu nodig heeft. In het belang van de veiligheid van betrokkene, moet de opname langer voortduren. Het door de kinderpsychiater geschetste risico dat een langere opname ook negatief kan uitvallen, moet worden genomen in de hoop dat betrokkene vanuit de rust die zij krijgt kan zeggen dat zij medicatie gaat accepteren.
4.4.
De advocaat voert, samengevat, aan dat dit een lastige situatie is. Waar de advocaat normaal voor een afwijzing van het verzoek zou pleiten, lijkt dat nu voor betrokkene niet het beste.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade.
5.3.
De rechtbank neemt daarbij onder andere in aanmerking dat betrokkene agressief en fysiek is geweest. Betrokkene heeft haar ouders geslagen en met huisraad gegooid. In de afgelopen periode is meerdere keren politie-assistentie nodig geweest om betrokkene te kalmeren.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk neurobiologische ontwikkelingsstoornissen. Betrokkene is bekend met een autismespectrumstoornis.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting van de kinderpsychiater tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- opnemen in een accommodatie.
5.6.1
Gelet op de toelichting van de kinderpsychiater, waarnaar de rechtbank hier kortheidshalve verwijst, zijn de zorgvormen ‘toedienen van vocht en voeding’, en ‘het verrichten van medische handelingen en andere therapeutische maatregelen’ niet nodig. De noodzaak van alle overige verzochte vormen van verplichte zorg is genoegzaam gebleken.
5.6.2
Gelet op de toelichting van de kinderpsychiater wordt onder de verplichte zorg ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, verstaan dat betrokkene contact heeft met haar ambulant behandelteam en zij de door hen gegeven aanwijzingen opvolgt. De rechtbank wijst deze vorm van verplichte zorg op deze wijze toe. Het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen is niet nodig.
5.7.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Betrokkene gaat geen gesprek aan en weigert medicatie.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Op dit moment kan betrokkene niet naar huis. De afgelopen periode was heftig voor betrokkene en voor haar gezinsleden. Duidelijk is dat betrokkene rust nodig heeft. Deze rust kan zij thuis nu nog niet krijgen. De rechtbank verwacht dat een langere opname betrokkene deze rust wel kan bieden, zonder dat zij zichzelf en haar gezinsleden daarbij in gevaar brengt. Daarbij kan tijdens de opname ook met betrokkene het gesprek worden aangegaan over het accepteren van medicatie en kan ambulante hulpverlening verder worden georganiseerd. Naar het oordeel van de rechtbank maakt het voornoemde dat een langere opname doelmatig is.
5.10.
Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.11.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2010 in [geboorteplaats], wat inhoudt dat de volgende maatregelen kunnen worden toegepast;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, zoals is weergegeven onder rechtsoverweging 5.6.2;
- opnemen in een accommodatie.
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 april 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 april 2025 door mr. Benjaddi, rechter, in aanwezigheid van mr. Vos, griffier, en op schrift gesteld op 18 april 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.