ECLI:NL:RBZWB:2025:2404
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering door UWV op basis van arbeidsongeschiktheidseisen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 april 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de weigering van het UWV om haar een WIA-uitkering toe te kennen, beoordeeld. Het UWV had op 31 maart 2023 besloten om eiseres per 23 december 2022 geen WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid gebruik heeft gemaakt van rapporten van verzekeringsartsen en een psycholoog, die de belastbaarheid van eiseres hebben beoordeeld. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de medische oordelen van de verzekeringsartsen en dat de gestelde beperkingen passend zijn bij de ervaren psychische klachten van eiseres.
De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, die stelde dat zij meer beperkt zou moeten worden, verworpen. De rechtbank oordeelt dat de medische beoordeling zorgvuldig heeft plaatsgevonden en dat de FML (Functionele Mogelijkheden Lijst) van 12 maart 2023 de juiste belastbaarheid van eiseres weergeeft. De rechtbank heeft ook de geschiktheid van de aan eiseres geduide functies beoordeeld en komt tot de conclusie dat deze functies binnen de belastbaarheid van eiseres vallen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het UWV terecht de WIA-uitkering heeft geweigerd per 23 december 2022. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding en het griffierecht wordt niet vergoed.