In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 april 2025, wordt de zaak behandeld van een belanghebbende uit de Verenigde Staten die bezwaar heeft gemaakt tegen naheffingsaanslagen omzetbelasting. De naheffingsaanslagen zijn opgelegd door de inspecteur van de Belastingdienst over verschillende tijdvakken van 2015 tot en met 2018. De rechtbank beoordeelt of de bezwaren van de belanghebbende ontvankelijk zijn, aangezien deze zijn ingediend na de wettelijke termijn. De rechtbank concludeert dat de inspecteur de naheffingsaanslagen terecht heeft verzonden naar het adres waarop de belanghebbende geregistreerd stond in de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP). De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij tijdig bezwaar heeft gemaakt, omdat hij zijn adreswijziging niet correct heeft doorgegeven. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en de bezwaren niet-ontvankelijk. De belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.