ECLI:NL:RBZWB:2025:2436

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 april 2025
Publicatiedatum
24 april 2025
Zaaknummer
02-090796-23 en 10-681084-17 (tul)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het verwerven en voorhanden hebben van kinderporno met recidive

Op 24 april 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven en voorhanden hebben van kinderporno. De verdachte, geboren in 1965, werd veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en bijzondere voorwaarden. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 10 april 2025, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten presenteerden. De tenlastelegging omvatte het verspreiden, aanbieden, verwerven en in bezit hebben van kinderporno, waarbij de verdachte een gewoonte had gemaakt van deze misdrijven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten, met als bewijs onder andere een bekennende verklaring van de verdachte en de inbeslagname van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor vergelijkbare misdrijven. De vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf van 6 maanden, opgelegd bij een eerdere veroordeling, werd toegewezen. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op, waaronder toezicht door de reclassering en controles van digitale gegevensdragers.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummers: 02-090796-23 en 10-681084-17 (tul)
vonnis van de meervoudige kamer van 24 april 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats]
raadsman mr. L.R. Waaijer, advocaat te Breukelen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 10 april 2025, waarbij de officier van justitie mr. L.J. den Braber en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
Ter zitting is ook de vordering tot tenuitvoerlegging met bovenvermeld parketnummer behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte kinderporno heeft verspreid, heeft aangeboden, heeft verworven of in zijn bezit heeft gehad, terwijl hij van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat de bewezenverklaarde pleegperiode pas aanvangt op 7 juni 2020.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank tot een bewezenverklaring kan komen van het tenlastegelegde, omdat verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd. Wat de ten laste gelegde periode betreft, is aangevoerd dat deze onvoldoende concreet is. Pas vanaf de in het dossier genoemde datum van 9 december 2021 wordt het voldoende concreet. Daarom dient verdachte partieel te worden vrijgesproken van de in de tenlastelegging genoemde start van de periode tot 9 december 2021. Voorts is aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van het misdrijf, nu de feiten moeten worden gezien als een terugval van verdachte in zijn delictgedrag. Dit gebeurde alleen op de momenten dat hij tijdens het chatten met afbeeldingen werd geconfronteerd en daarvan opgewonden raakte.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
Aangezien verdachte ten aanzien van het verwerven en het in bezit hebben van afbeeldingen van kinderporno en gegevensdragers met daarop kinderporno een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank acht het tenlastegelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd bij de politie op 18 december 2023 en tijdens de zitting van 10 april 2025;
- het proces-verbaal van bevindingen doorzoeking ter inbeslagneming (pagina 94 van het eind proces-verbaal);
- de kennisgeving van inbeslagneming (pagina 145 van het eind proces-verbaal);
- het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal (pagina 117 van het eind proces-verbaal).
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Ten aanzien van de tenlastegelegde periode is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat verdachte, in verband met zijn detentie, pas vanaf 7 juni 2020 in de gelegenheid is geweest om kinderpornografische beelden te verwerven en voorhanden te hebben. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de bewezenverklaarde periode aanvangt op 7 juni 2020. Dat de datum van aanvang, zoals de verdediging heeft aangevoerd, pas in december 2021 zou liggen verwerpt de rechtbank, omdat van een deel van de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen de ‘aanmaakdatum’ en ‘datum laatst benaderd’ bekend zijn en deze data voor december 2021 liggen. Het vaststellen van de periode op grond van die gegevens is voldoende betrouwbaar.
Betreffende het tenlastegelegde ‘gewoonte maken’ is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de hoeveelheid kinderporno, de duur van de periode waarin verdachte deze verzameling heeft aangelegd en het feit dat verdachte na zijn detentie stug is doorgegaan met het verzamelen van kinderporno, bewezen is dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het verwerven en in bezit hebben van kinderporno.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de periode van 7 juni 2020 tot en met 28 december 2022 in Nederland afbeeldingen, te weten foto's en video's/films, en gegevensdragers, te weten een mobiele telefoon (iPhone 6) en een USB-stick, bevattende een afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en in bezit gehad en zich daartoe met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en een vinger oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een penis oraal penetreren van het lichaam van een persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het vaginaal penetreren met een voorwerp (tandenborstel) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bij zichzelf
en
het met de penis aanraken van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het aanraken van het geslachtsdeel door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog had bereikt bij zichzelf met een hand
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past en waarbij deze persoon zich in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en
het spuiten van en zichtbaar maken van sperma op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het houden van een stijve penis dichtbij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijke met een proeftijd van 3 jaren, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte inzicht heeft getoond, maar dat dat inzicht, na eerdere waarschuwingen, te laat is gekomen. De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte na de doorzoeking van zijn woning in deze zaak zelf hulp heeft gezocht en dat hij wederom een behandeling heeft doorlopen bij [ggz] (ambulante forensische geestelijke gezondheidszorg).
De verdediging acht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend en/of geboden. omdat verdachte dan zijn woning, zijn structurele dagbesteding, zijn uitkering en zijn offline netwerk zal verliezen. Dit ziet de reclassering juist als beschermende factoren. Daarbij ziet de reclassering meer in een langlopend toezicht. Daarom is verzocht om aan verdachte, naast een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, eventueel de maximale taakstraf op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Op gegevensdragers van de verdachte is een groot aantal afbeeldingen en video’s aangetroffen dat volgens gespecialiseerd personeel van de politie dient te worden gekwalificeerd als kinderporno. Van die afbeeldingen en video’s is een representatief deel specifiek in de tenlastelegging opgenomen en bewezen verklaard. De rechtbank betrekt bij het bepalen van de straf dat bij verdachte op twee gegevensdragers 46 foto’s en 4 video’s werden aangetroffen die voldoen aan de criteria voor kinderpornografisch materiaal.
Een gewoonte maken van het bezit van kinderporno is naar het oordeel van de rechtbank een ernstig strafbaar feit, met name omdat bij de vervaardiging van kinderporno kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. De verdachte is mede verantwoordelijk te houden voor dat misbruik, omdat hij door kinderporno te verzamelen heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Bijkomend, voor slachtoffers onaanvaardbaar gevolg van het steeds weer rondgaan van bestaande afbeeldingen, is dat die afbeeldingen van hun misbruik tot in lengte van dagen worden bekeken. Voor een effectieve bestrijding van de vervaardiging van dit soort porno is het noodzakelijk niet alleen degenen aan te pakken die het vervaardigen, maar ook degenen die het verzamelen. Gelet op de ernst van de feiten en het taakstrafverbod van artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een vrijheidsbeneming.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank ook aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten van het LOVS. Voor het gewoonte maken van het bezit van kinderporno wordt 12 maanden gevangenisstraf als uitgangspunt vermeld. De rechtbank dient bij het bepalen van de hoogte van de straf ook rekening te houden met het strafblad van verdachte. Daaruit komt naar voren dat verdachte op 4 juni 2019 door het Gerechtshof Den Haag is veroordeeld voor het verspreiden van kinderporno tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf en dat de thans bewezenverklaarde feiten deels gedurende de door het Gerechtshof bepaalde proeftijd zijn gepleegd. De rechtbank is van oordeel dat daarom niet kan worden volstaan met het opleggen aan verdachte van enkel eerdergenoemde onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden. Daarnaast is naar het oordeel van de rechtbank nog een fors voorwaardelijke deel van 6 maanden passend en geboden, mede ook om de door de reclassering geadviseerde voorwaarden aan verdachte op te leggen.
De rechtbank zal deze straf dan ook aan de verdachte opleggen. Daarbij heeft zij in ogenschouw genomen dat dit voor de verdachte grote gevolgen zal hebben. Verdachte heeft dit echter aan zichzelf te wijten. Door de eerdere veroordeling en ondergane detentie voor het bezit van kinderporno was verdachte een gewaarschuwd mens.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

7.De vordering tot tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft gevorderd dat de voorwaardelijke straf van 6 maanden die aan verdachte is opgelegd bij arrest van het Gerechtshof te Den Haag van 4 juni 2019 ten uitvoer zal worden gelegd.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een nieuw strafbaar feit en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden toegewezen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven en in bezit hebben en
gegevensdragers, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben,
terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 (drie) jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
  • verdachte meldt zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij de Reclassering Nederland op het adres Langendijk 34 te Breda, na het maken van een telefonische afspraak via 088-8041505. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
  • verdachte vermijdt zoveel mogelijk contacten met minderjarigen. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt verdachte dat andere volwassenen hierbij aanwezig zijn;
  • verdachte zal zich gedurende de gehele proeftijd op welke wijze dan ook onthouden van:
c) gedragingen die zijn gericht op deelname aan internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
d) het aanwezig hebben of gebruiken van wisprogramma’s op zijn/haar digitale apparatuur;
Het toezicht op de voorwaarden kan onder andere bestaan uit
 controles van geautomatiseerde werken (zoals computers en telecommunicatievoorzieningen) en digitale gegevensdragers (zoals usb-sticks en geheugenkaarten), toebehorende aan of in gebruik bij verdachte. Deze controles vinden op de volgende wijze plaats:
* de controle van de onder b) en c) gestelde voorwaarden mag slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van digitale bestanden (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan);
* een specialist (niet zijnde een opsporingsambtenaar) mag de reclassering technische ondersteuning bieden ten behoeve van het uitvoeren van de controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers. De aanwezigheid van een opsporingsambtenaar tijdens de controle is toegestaan zolang deze niet de controle uitvoert;
* de controles mogen gedurende de proeftijd van drie jaren maximaal drie keer worden uitgevoerd;
  • dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
  • dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij arrest van het Gerechtshof Den Haag van
4 juni 2019 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 10-681084-17
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten een
gevangenisstraf van 6 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Marsé, voorzitter, mr. M.E.I. Beudeker en mr. J.P.E. Mullers, rechters, in tegenwoordigheid van F.J.M. Nouws, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 24 april 2025.
De voorzitter en jongste rechter zijn niet in de gelegenheid om dit vonnis mede te ondertekenen.

10.Bijlage I

De tenlastelegging
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 november 2019 tot
en met 28 december 2022, te Nieuwendijk, gemeente Altena, althans in
Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens
(een) afbeelding(en), te weten foto's en/of video's/films,
en/of
een) gegevensdrager(s), te weten een mobiele telefoon (Iphone 6 (goed A06))
en/of een USB-stick (goed A10), bevattende een afbeelding(en)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of verworven
en/of
in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of
met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of mond/tong oraal, vaginaal
en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon
door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het vaginaal en/of anaal penetreren met (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp
(tandenborstel) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaar nog niet had bereikt bij zichzelf
(afbeelding #01, #02, #03 van de toonmap / video uit CT-rapport 110279113genaamd[bestandsnaam 1].mp4 waarin te zien is dat een meisje zichzelf penetreert met een tandenborstel) /foto uit het CT rapport 125993996 genaamd[bestandsnaam 2].jpg waarop is te zien dat een jongen de penisvan een andere jongen in zijn mond heeft)
en/of
het met de/een penis en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het
geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen door een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog had bereikt bij zichzelf met (een) vinger(s)/hand
(video uit het CT-rapport 139958023 waarin een jongen te zien is met een stijvepenis en die zich aftrekt)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of
opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon
zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar
kleding ontdoet en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze
persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote)
geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding #07, #08, #09, #10 van de toonmap)
en/of
het spuiten van en/of zichtbaar maken van sperma op het lichaam van een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis dichtbij het lichaam van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding #04, #05, #06 van de toonmap)
en/of hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b lid 1 en 2 Wetboek van Strafrecht)