Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 april 2025 in de zaken tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] (Portugal), belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten en geschil
Oordeel van de rechtbank
6 - Non-habitual residents in Portuguese territory who earn category H income abroad, insofar as these, when originating from contributions, have not generated a deduction for the purposes of paragraph 2 of article 25, the exemption method applies, provided that, alternatively:
7 - Exempt income in accordance with paragraphs 4, 5 and 6 are mandatorily included for the purpose of determining the rate to be applied to other income, with the exception of those provided for in points c)) to e)) of paragraph 1 and paragraph 6 of article 72.
8 - The holders of exempt income in accordance with paragraphs 4, 5 and 6 may opt for the application of the tax credit method referred to in paragraph 1, in which case income must be included for the purposes of its taxation, with the exception of those provided for in points c) to e) of paragraph 1 and in paragraphs 3 and 6 of article 72.’
category H income abroad’ zijn en ‘
cannot be considered obtained in Portugese territory’als bedoeld in artikel 81, zesde lid, van het CIRS.
omdat men anders in een kurketrekkerredenering terecht komt. De heffingsbevoegdheidsverdeling zou afhangen van de voorkoming, die afhangt van de heffingsbevoegdheidsverdeling.’ [2]
exemption method’ en dat daarbij niet van belang is of die pensioenen ook in een andere staat worden belast. De pensioenen voldoen immers aan alle voorwaarden voor die vermindering op grond van artikel 81, zesde lid, letter b, van het CIRS: ze zijn ‘
category H income abroad’en ‘
cannot be considered obtained in Portuguese territory’. Uit het woord ‘
alternatively’dat voorafgaat aan de letters a en b van genoemd zesde lid volgt dat de voorwaarde voor de aftrek van artikel 81, zesde lid, letter a, van het CIRS, dat de pensioenen ‘
are taxed in the other Contracting State’, niet geldt. Er volgt ook uit dat de vrijstellingsregelingen van artikel 81, zesde lid, letter a en letter b nevengeschikt zijn: letter b is dus geen lex specialis ten opzichte van letter a, zoals belanghebbende heeft betoogd.
tegen het algemeen van toepassing zijnde belastingtarief voor inkomsten verkregen uit niet-zelfstandige arbeid’ worden belast. Daarom is Nederland heffingsbevoegd op grond van artikel 18, tweede lid, letter b, van het verdrag.