ECLI:NL:RBZWB:2025:2549

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 april 2025
Publicatiedatum
28 april 2025
Zaaknummer
RK 24-025846
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoekschrift schadevergoeding ex artikel 530 Sv

Op 15 april 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot schadevergoeding op grond van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.H.J. Bals, had op 17 oktober 2024 een verzoekschrift ingediend voor een schadevergoeding ten laste van de Staat. Tijdens de zitting op 1 april 2025 zijn zowel de officier van justitie, mr. C.P.G. Taks, als de advocaat van verzoekster gehoord. Verzoekster was niet aanwezig bij de behandeling van het verzoek.

De advocaat heeft een aangepaste urenstaat ingediend naar aanleiding van een eerder standpunt van het Openbaar Ministerie, dat adviseerde tot matiging van de verzochte kosten voor rechtsbijstand. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzochte bedrag van € 3.893,61 voor kosten van rechtsbijstand en € 680,00 voor de indiening en behandeling van het verzoekschrift in raadkamer voldoende onderbouwd is en billijk voorkomt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoekster recht heeft op de schadevergoeding, aangezien de zaak in feitelijke aanleg bij de rechtbank is vervolgd en er geen straf of maatregel is opgelegd.

De rechtbank heeft het verzoek tot toekenning van een vergoeding ex artikel 530 Sv toegewezen tot een totaalbedrag van € 4.573,61. Dit bedrag zal worden overgemaakt op naam van Stichting Beheer Derdengelden Advocaat Bals te Kloetinge. Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen en door verzoekster binnen een maand hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
parketnummer : 02-194059-24
raadkamernummer : 24-025846
datum : 1 april 2025
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het verzoek op grond van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoekster],
geboren op [datum] 2000 te [plaats],
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. A.H.J. Bals, Noordeinde 16, 4481 BJ Kloetinge,
hierna te noemen: de verzoekster.

1.De procedure

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
 het op 17 oktober 2024 bij de griffie ingediende verzoekschrift dat strekt tot toekenning van een vergoeding
ex artikel 530 van het Wetboek van strafvordering(Sv) ten laste van de Staat voor een bedrag van:
  • € 3.893,61, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
  • € 340,00 als forfaitaire vergoeding voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
  • de aantekening van het mondelinge vonnis van de politierechter van 25 september 2024 waarbij verzoekster is vrijgesproken;
  • de schriftelijke reactie van de officier van justitie;
  • de overige stukken in het raadkamerdossier.
Op 1 april 2025 heeft het onderzoek door de raadkamer plaatsgevonden. Hierbij zijn de officier van justitie mr. C.P.G. Taks en mr. A.H.J. Bals als gemachtigd advocaat van verzoekster gehoord.
Verzoekster is behoorlijk opgeroepen maar niet bij de behandeling van het verzoek verschenen.
De advocaat van verzoeker heeft aangevoerd dat naar aanleiding van het eerdere standpunt van het Openbaar Ministerie, waarin werd geadviseerd tot matiging van de verzochte kosten rechtsbijstand, een aangepaste urenstaat is ingediend. Kennelijk ontbrak de laatste pagina van de urenstaat. Dit gebrek is inmiddels hersteld, waardoor het gehele verzochte bedrag voor toewijzing vatbaar is.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld, uitgaande van de aangepaste urenstaat, het Openbaar Ministerie zich niet verzet tegen toewijzen van de kosten zoals in eerste instantie door de advocaat is verzocht.

2.De beoordelingDe zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank is bevoegd om het verzoek in behandeling te nemen omdat de zaak in feitelijke aanleg bij de rechtbank is vervolgd.
Op grond van artikel 530 Sv wordt aan een gewezen verdachte een vergoeding toegekend, tenzij de raadsman was toegevoegd.
Artikel 534 lid 1 Sv bepaalt dat de toekenning van een schadevergoeding steeds plaatsheeft, als en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter gronden van billijkheid aanwezig zijn. Bij deze beoordeling worden alle omstandigheden in aanmerking genomen.
Het verzochte bedrag aan kosten van rechtsbijstand ter hoogte van
€ 3.893,61is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
Voor de kosten verbonden aan de indiening en behandeling van het verzoekschrift in raadkamer wordt het forfaitaire bedrag van
€ 680,00toegekend.

3.De beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek tot toekenning van een vergoeding ex artikel 530 Sv toe tot een bedrag van
€ 4.573,61, bestaande uit:
- € 3.893,61 aan kosten van rechtsbijstand;
- € 680,00 de kosten verbonden aan de indiening en behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
bepaalt dat een bedrag van
€ 4.573,61zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Advocaat Bals te Kloetinge, onder vermelding van “[verzoekster]/24-025846”.
Deze beslissing is op 15 april 2025 genomen door mr. J.C. Gillesse, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A.S.S. Fanis, griffier, en is uitgesproken op de openbare zitting van 15 april 2025.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen de beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na de dagtekening van de beslissing en door verzoeker binnen een maand na de betekening van deze beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.